Tommie Smith (midden) en John Carlos brengen de 'Black Power-groet'
NOS Sport

De les van Mexico '68: je bent nooit te jong voor een opgestoken vuist

Het is zonder twijfel een van de meest iconische momenten uit de sportgeschiedenis: de twee zwarte Amerikaanse atleten die tijdens de Olympische Spelen van Mexico 1968 op het erepodium een in een zwarte handschoen gebalde vuist opsteken.

Het is vandaag exact een halve eeuw geleden dat Tommie Smith en John Carlos bij het in ontvangst nemen van respectievelijk het goud en brons op de 200 meter de wereld wakkerschudden met hun 'Black Power'-gebaar. Tijdens een recent in Mexico georganiseerde manifestatie liet Carlos in een forumdiscussie weten dat hun strijd van toen nog altijd actueel is.

"Denk niet dat je moet wachten tot je 55 of 60 bent om een statement te kunnen maken. Om iets in de maatschappij te veranderen kun je nù beginnen", zei Carlos.

Zwarte sokken, zwarte handschoen

Hij was 23, destijds in Mexico. De 200 meter zou het mooiste moment in zijn loopbaan worden. Achter landgenoot Tommie Smith en de Australiër Peter Norman snelde Carlos naar het brons. Op weg naar de medailleceremonie bedachten hij en Smith dat dit hét moment was om steun te betuigen aan de zwarte bevolking in hun land.

Op zwarte sokken liepen Carlos en Smith naar het podium, om aldus de armoede onder de zwarte bevolking in Amerika te symboliseren. Vervolgens staken beiden tijdens het volkslied met gebogen hoofd hun vuist met zwarte handschoen in de lucht, uit protest tegen de onderdrukking van zwarten in de maatschappij. Dankzij hun politieke gebaar kreeg de 'Black Power'-beweging wereldwijde bekendheid.

Ook de blanke Peter Norman, winnaar van het zilver, steunde het protest. Norman deed dit door een badge met daarop de tekst Olympic Project for Human Rights te dragen.

John Carlos wint brons in tijdens de Spelen van 1968

Het voorval zorgde voor een doodse stilte in het Olympisch Stadion. De stilte maakte al gauw plaats voor geroezemoes, wat overging in een mengeling van boegeroep en gejuich. De Amerikaanse ploeg was minder blij met het protest. Direct na afloop van de ceremonie werden Carlos en Smith uit het Amerikaanse olympische team gezet en gesommeerd het olympisch dorp te verlaten.

"We waren pas 23 jaar oud toen we dat statement maakten", vertelde Carlos tijdens de forumdiscussie in Mexico. "We waren erg jong. 23, dan heb je nog niet veel tijd gehad om te zien en te beseffen wat er in de wereld gaande is en om te beslissen wat je kunt doen om de loop van de geschiedenis te veranderen. Maar neem van mij aan dat je niet hoeft te wachten tot je oud bent om een poging te doen de maatschappij te veranderen."

De vuisten in de lucht bij Smith en Carlos

Bij terugkomst in de Verenigde Staten werden Carlos en Smith, met name door de zwarte bevolking, als helden onthaald. Het progressieve deel van de blanke gemeenschap sprak eveneens met waardering over de twee zwarte atleten, maar een ander deel van de blanke gemeenschap meende dat Smith en Carlos geen respect hadden getoond voor de vlag en het volkslied van de Verenigde Staten.

In de weken na het politieke protest van Carlos en Smith laaide in de VS het debat over burgerrechten en rassendiscriminatie op. Het debat van toen vertoont gelijkenissen met de discussie die momenteel in de VS woedt omtrent spelers die knielen tijdens het volkslied. Initiator van dat protest is American Football-speler Colin Kaepernick, die in juni 2016 op die manier zijn afkeur liet blijken over politiegeweld en discriminatie.

Carlos blikt terug op zijn protest 50 jaar geleden

Kaepernicks stille protest heeft de achterliggende twee jaar veelvuldig navolging gekregen van andere sporters, tot grote ergernis van president Donald Trump die clubeigenaren publiekelijk opriep knielende sporters te ontslaan. Door te knielen respecteren de spelers volgens Trump de Amerikaanse vlag en het volkslied niet.

Dat Kaepernick een moedig man is, staat voor Carlos vast. Als geen ander weet de nu 73-jarige Carlos, die in 2003 werd opgenomen in de Hall of Fame van de Amerikaanse atletiek, dat de wereld pas kan veranderen als een individu durft op te staan. "Ik stond daar op het podium met twee mensen die mij steunden. Maar ook vijftig jaar later kunnen wij het met z'n drieën niet veranderen. Daar hebben we de maatschappij voor nodig."

2008: Tommie Smith en John Carlos

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl