Rechts en links botsen niet voor niets in Oost-Duitsland
De Duitse regering heeft aangeboden extra agenten naar Chemnitz te sturen na de gewelddadige protesten van de afgelopen dagen. In de stad in de Oost-Duitse deelstaat Saksen zijn zeker twintig mensen gewond geraakt bij rellen tussen linkse en rechtse demonstranten.
"De politie verkeert er in een lastige situatie", zei de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Horst Seehofer vandaag. Op dit moment lopen er ruim veertig politie-onderzoeken naar relschoppers, onder meer naar tien mensen die tijdens de demonstraties de Hitlergroet zouden hebben gebracht, een symbool dat in Duitsland bij wet verboden is.
Rechts en links botsen hard
In het centrum van Chemnitz stonden rechts en links gisteravond lijnrecht tegenover elkaar: er werd gevochten en met vuurwerk gegooid. Aanleiding was een dodelijke steekpartij zaterdagnacht, waarbij een Duitse man om het leven kwam. Twee mannen werden opgepakt, een Irakees en een Syriër.
Het is niet voor het eerst dat politieke tegenstanders in Duitsland zo hard botsen. Volgens de Duitse autoriteiten kwamen relschoppers uit het hele land naar het oosten. Dat deel van Duitsland is vaker toneel van dit soort incidenten. Hoe komt dat eigenlijk?
Bekijk beelden van de rellen van gisteravond hier terug:
"Ik heb het idee dat er sinds ongeveer mei heel veel aan de hand is in Duitsland rond immigratie en vluchtelingen", zegt Hanco Jürgens van het Duitsland Instituut in Amsterdam. "Je had de ruzie tussen Seehofer en Merkel over migranten, de zaak tegen de neonazistische moordenaar Beate Zschäpe, de kwestie rond voetballer Özil en de Turkse president Erdogan."
Volgens Jürgens is de spanning de afgelopen tijd toegenomen, met deze onrust als resultaat. "Als het publieke debat op deze manier wordt opgewarmd, vlamt het elders ook op." En dat dat dan in Saksen gebeurt is geen toeval, denkt hij. "Het is Oost-Duitsland, waar veel mensen zich achtergesteld voelen."
Volgens Jürgens is er onvrede over lage lonen, maar ook ondervertegenwoordiging. "Er zijn bijvoorbeeld minder Oost-Duitsers op tv en in de politiek. Bondskanselier Merkel komt uit het oosten, maar die is nogal verwesterd. Die spreekt niet meer hun taal. Het is ook geen toeval dat de anti-islamitische beweging Pegida uit Saksen komt."
Mensen hebben daar het gevoel dat ze in een uithoek zitten. Dat willen ze rechtzetten door de straat op te gaan.
Collega-Duitslandkenner Jacco Pekelder van de Universiteit Utrecht vult aan: "Mensen hebben daar het gevoel dat ze in een uithoek zitten. Dat willen ze rechtzetten door de straat op te gaan. Dan wordt er tenminste naar ze geluisterd."
Maar waar moet dan naar worden geluisterd? Volgens beide experts zitten veel Oost-Duitsers niet te wachten op migranten. Jürgens geeft een historische verklaring. "Oost-Duitsers kenden lang nauwelijks buitenstaanders. Ze waren er wel, maar werden grotendeels gescheiden gehouden van de bevolking. Na de Wende kregen de Oost-Duitsers niet alleen West-Duitsland erbij, maar ook de hele multiculturele samenleving."
Oost-Duitsers waren samen met andere Oostbloklanden een eenheid, legt Jürgens uit. En dat gold misschien nog wel sterker voor Saksen. "De regio rond deelstaathoofdstad Dresden was een van de plekken waar mensen geen West-Duitse tv konden ontvangen, omdat de zenders niet genoeg bereik hadden. Inwoners zaten in het zogenoemde Tal der Ahnungslosen, het 'dal der onwetenden'."
Pekelder vult aan: "In Saksen was veel protest tegen de DDR, tegen het communisme. Mensen vonden dat het communisme een grote leugen was, net als het socialisme. In het verlengde daarvan zien die boze rechtse demonstranten het als morele chantage dat je moet opkomen voor 'de arme buitenlander'. Daar ageren ze tegen."
Hoop op betere toekomst
De experts benadrukken dat het niet alleen extreem-rechtse types zijn die de straat op gaan. "Ook de bezorgde burger staat ertussen", zegt Jürgens. "Veel mensen vinden dat de bevolking het heft in eigen hand moet nemen, omdat de politiek niets doet."
Opvallend is dat bijna bij elke demonstratie van (extreem-)rechts er een (extreem-)links tegengeluid te horen is. "Links wil de straat niet overlaten aan rechts", vertelt Pekelder. "Door dan ook de straat op te gaan, willen ze laten zien dat het rechtse geluid niet de mening is van alle Duitsers."
Jürgens: "Dat het vaak zo'n veldslag tussen links en rechts wordt, is omdat het een fundamentele discussie is: voor welk Duitsland sta je?" Volgens hem is het aan de politiek om daarop een visie te geven, om zo de onvrede de kop in te drukken. "Politici moeten hoop geven op een betere toekomst. Meer visie op de economie, op de verzorgingsstaat, op Europa."