Kilometers aan oevers vervangen na olielek in Rotterdamse haven
Het Rotterdamse Havenbedrijf moet delen van de havenoevers in de Derde Petroleumhaven vervangen als gevolg van het grote olielek, eind juni. Het gaat om zogenoemde glooiingen: dat zijn oevers die bedekt zijn met basaltblokken. De stenen zijn verontreinigd door de zware stookolie die bij het lek vrijkwam.
In totaal is 9 kilometer aan oevers vervuild. De helft daarvan heeft het havenbedrijf schoongemaakt, maar de andere helft blijkt lastiger schoon te krijgen dan gedacht en die wordt daarom gedeeltelijk vervangen.
De kosten van het olielek werden eerder al geschat op 80 miljoen euro. Het is nog onduidelijk of het bedrag door deze beslissing verder gaat oplopen. Volgens het bedrijf kan het vervangen van de glooiingen in sommige gevallen juist voordeliger uitpakken dan het reinigen ervan.
Het kan niet zo zijn dat de maatschappij hiervoor opdraait.
Het Havenbedrijf zegt er alles aan te doen om de schade te verhalen op Odfjell, de eigenaar van de lekkende olietanker. "Het kan niet zo zijn dat de maatschappij hiervoor opdraait", zegt directeur Ronald Paul. Odfjell wijst erop dat er een speciaal fonds is ingesteld waar de claims worden verzameld.
Nog maanden schoonmaken
Schoonmaakbedrijf Hebo Maritiemservice is al weken bezig met het opruimen van de olie. Er is voor deze klus zelfs een speciale techniek ontwikkeld. Met een hogedrukspuit met kokend water wordt de olie van het oppervlak van de stenen gespoten. De olie loopt vervolgens in het water, waar een schoonmaakschip de olie opzuigt.
Deze techniek werkte voor de meeste basaltblokken, maar bij een paar stukken is de olie zo diep in en achter de steen gaan zitten dat niets meer helpt. Die stenen moeten nu vervangen worden. Intussen gaan de schoonmaakwerkzaamheden aan steigers, boeien en palen gewoon door. Het Havenbedrijf verwacht dat deze werkzaamheden zeker tot het einde van het jaar duren.
Bij het lek in juni raakten ook honderden zwanen besmeurd met stookolie. Dertig vogels bleken niet meer te redden. Voor de andere zwanen opende Rijkswaterstaat een noodopvang, waar vrijwilligers ze met afwasmiddel schoonmaakten. In de opvang zitten nu nog vier zwanen; de rest is weer uitgezet.