OVV onderzoekt olielek Botlek, zwanen kunnen opvang nog niet verlaten
De zwanen die door het olielek in het Rotterdamse havengebied zijn besmeurd met stookolie, kunnen de noodopvang voorlopig niet verlaten. Eerder meldde Rijkswaterstaat nog dat de eerste dertig zwanen morgen worden vrijgelaten, maar uit een laatste controle is uit de bloedwaarden van een groep zwanen gebleken dat ze nog niet voldoende zijn aangesterkt.
De speciale opvang werd door Rijkswaterstaat in gebruik genomen, nadat een Noorse olietanker op zaterdag 23 juni op een steiger was gebotst. Naar schatting zijn ongeveer 900 zwanen in het Botlekgebied door de olie besmeurd. Tot nu toe zijn 400 zwanen naar opvangplekken gebracht.
De zwanen worden niet vrijgelaten in het havengebied, maar in de Hoeksche Waard, zo'n 30 kilometer van de opvang in Hoek van Holland. Voordat de dieren worden vrijgelaten, moet eerst hun vetlaag herstellen.
Onderzoek OVV
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) is een onderzoek gestart naar de aanvaring. Door het olielek van zeeschip Bow Jubail ontstond veel schade aan het milieu en voor dieren. Zo'n 200 ton stookolie kwam in het water terecht.
De raad gaat zowel de oorzaak van de aanvaring als de beheersing van de milieuschade onderzoeken. De organisatie is vanwege de omvang van het incident op basis van internationale afspraken verplicht onderzoek te doen naar de oorzaak. Het zal naar verwachting een jaar duren voordat het eindrapport kan worden gepubliceerd.
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft de Noorse rederij Odfjell zondag aansprakelijk gesteld.