Rode Kruis: medische voorzieningen gebombardeerd in Syrische stad Daraa
In de Syrische rebellenstad Daraa, vlak bij de grens met Jordanië, zijn medische voorzieningen gebombardeerd. Het Rode Kruis spreekt van "vernietigend nieuws".
"Elke aanval op ziekenhuizen berooft talloze families van levensreddende zorg, op het moment dat ze die het meest nodig hebben", staat in een tweet van het Rode Kruis.
Daraa, in het zuidwesten van Syrië nabij de grens met Jordanië en Libanon, is een van de laatst overgebleven grote rebellenbolwerken van Syrië. De verzetshaard is een doorn in het oog van president Assad, die zo snel mogelijk alle gebieden die in nog in handen zijn van rebellen wil veroveren. Tien dagen geleden begon het Syrische regeringsleger het offensief om Daraa te heroveren.
Sindsdien is de situatie voor de ruim 750.000 inwoners penibel: de stad wordt zwaar onder vuur genomen en burgers kunnen geen kant op. Ten westen van Daraa liggen de Golanhoogten, iets noordelijker Libanon en ten zuiden ligt Jordanië. De grenzen zitten potdicht. De naderende humanitaire ramp in Daraa zet ook de buurlanden, die al miljoenen vluchtelingen opnamen, onder druk.
Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn sinds gisteren bij luchtaanvallen in het gebied 46 mensen, onder wie vijf kinderen, omgekomen. Daarmee is het totaal aantal doden sinds het begin van het offensief opgelopen tot 93.
Opvallend genoeg werd Daraa eind vorig jaar nog uitgeroepen tot deëscalatiezone. Deze afspraak tussen de Verenigde Staten en Jordanië enerzijds en Rusland en Syrië anderzijds, is door de laatste twee landen geschonden. De VS had gedreigd in te grijpen als dat zou gebeuren, maar heeft tot nu toe niets ondernomen.
VN-hulpverlening gestaakt
De Verenigde Naties stoppen voorlopig met het leveren van hulp aan het zuiden van Syrië vanuit Jordanië. De weg die Syrië met Libanon verbindt is gesloten, omdat er geen garantie is dat VN-konvooien geen gevaar lopen.
De angst bestaat dat Daraa zal uitgroeien tot een tweede Oost-Ghouta, de stad ten oosten van Damascus die in april door het Syrische leger werd veroverd. In die regio vond een humanitaire ramp plaats: wekenlang werd het gebied bestookt met luchtaanvallen en burgers konden geen kant op.