Het clubvoetbal moet op de schop, maar waarom duurt het zo lang?
Het Nederlandse clubvoetbal gaat de komende jaren op de schop. De voorgenomen veranderingen moeten leiden tot meer internationaal sportief succes en een hogere economische waarde. Het proces, waarbij eredivisie, eerste, tweede en derde divisie en het amateurvoetbal betrokken zijn, is echter complex. En zolang de eredivisieclubs niet op één lijn zitten, blijft het onmogelijk veranderingen door te voeren.
De besluitvorming over de zogeheten 'veranderagenda' is afgelopen week zelfs doorgeschoven naar het najaar. Vanavond is er een buitengewone algemene bondsvergadering van de KNVB, maar daar valt niets nieuws te verwachten.
Waarom duurt het allemaal zo lang? We stelden vier vragen aan Jacco Swart, directeur van de Eredivisie CV.
Er wordt binnen het betaald voetbal al lange tijd gesproken over veranderingen, maar tot op heden is er nog geen besluit gevallen. Waarom verloopt de besluitvorming zo traag?
"In het betaald voetbal hebben we te maken met drie lagen van vergaderen en besluitvorming. Van onderop te beginnen met laag 1: de eerste divisie en de eredivisie, ieder met hun eigen eredivisie-vergadering en eerste divisie-vergadering."
"Als de eredivisieclubs het bijvoorbeeld eens zijn over veranderingen die ook de eerste divisie raken, moet daarover vervolgens met de eerste divisie een akkoord worden bereikt. Dat gebeurt dan in de algemene vergadering betaald voetbal van de KNVB, waar eredivisie en eerste divisie elkaar ontmoeten. Dat is laag 2."
"Wil je iets veranderen aan bijvoorbeeld de deelname van beloftenelftallen van de betaald voetbalclubs in de hele voetbalpiramide, dan heb je ook te maken met het amateurvoetbal. En dan kom je uit bij de bondsvergadering, waarin betaald voetbal en het amateurvoetbal elkaar ontmoeten, laag drie 3. Complex dus."
"Op de bondsvergadering van vanavond komen de piramide (opbouw, red.) van het Nederlandse voetbal en de belofte-elftallen aan de orde, maar wordt niet gesproken over een nieuwe competitieopzet voor de eredivisie. Want de eredivisieclubs zelf zijn het daarover nog niet eens en dat hoeft niet per definitie ook het amateurvoetbal te raken."
De eredivisieclubs hebben dus nog steeds geen consensus bereikt over de 'veranderagenda'. Wat zijn de bezwaren die het hele proces ophouden?
"In november vorig jaar hebben de eredivisieclubs unaniem ingestemd met de vijf thema's die in de veranderagenda zijn opgenomen: een verbetering van de kwaliteit en bescherming van de jeugdopleiding, het creëren van eenduidige wedstrijdcondities, zoals bijvoorbeeld overal natuurgras en dezelfde bal, het verder ontwikkelen van de bedrijfstak betaald voetbal zodat de economische waarde stijgt, verandering in de opzet van de competitie en meer solidariteit bij de verdeling van de tv-gelden."
"Daarvoor is vervolgens een stuurgroep in het leven geroepen om voorstellen te ontwikkelen, met een directeur vanuit de topdrie, de subtop en de overige clubs uit de eredivisie. Die stuurgroep is hard aan de slag gegaan om tot een veranderplan te komen."
"Maar willen we als eredivisie dat dit allemaal gaat slagen, dan moeten we ook iets doen aan de besluitvorming, zo is in november afgesproken. Nu is het zo dat vijftien van de achttien eredivisieclubs moeten instemmen met de voorgenomen veranderingen. Dat houdt in dat er slechts vier clubs nodig zijn om veranderingen tegen te houden."
"Het is geen rocket science om te bedenken dat de clubs die het meeste ontvangen, ook het meeste moeten afdragen. En dat zij dan snel kunnen zeggen: dat doen we niet. Hetzelfde kan gebeuren bij een competitieopzet met bijvoorbeeld minder clubs. De clubs die aan de onderkant van de ranglijst zitten, kunnen zo'n verandering dan met elkaar tegenhouden. Op cruciale punten is slechts een klein aantal clubs nodig om de zaak stil te leggen."
"Maandag hebben de eredivisieclubs ingestemd om eenmalig de besluitvorming te versoepelen: voor een meerderheid zijn straks bij de behandeling van de veranderagenda dertien in plaats van vijftien clubs nodig. Dat is niet symbolisch. Straks zijn er dus zes clubs nodig om eventuele veranderingen tegen te gaan en belangrijker: de clubs hebben hiermee een signaal afgegeven uiteindelijk bereid te zijn tot veranderen. Dat is dus heel positief."
"Het is complexe materie en wat het zo lastig maakt, is dat we gaan voor verbeteringen van en voor de eredivisie en het totale Nederlandse voetbal. Je vraagt aan clubs ook in te stemmen met iets dat zeker niet altijd goed is voor het individuele belang van de club."
"Zo is het makkelijk gezegd om kunstgras te schrappen, maar je moet clubs overtuigen dat het in het belang is van het Nederlandse voetbal en dat ze fatsoenlijk worden gecompenseerd. En wat is dan fatsoenlijk?"
"Hetzelfde geldt voor het veranderen van de opzet van de eredivisie. De kans op degradatie wordt misschien groter, misschien neemt de kans op het kampioenschap af. Clubs moeten bereid zijn over hun eigen belang heen te stappen in het belang van het Nederlandse voetbal. In dat proces is het continu zoeken naar de juiste balans."
Hoe gaat het verder nu de besluitvorming weer is opgeschoven?
"De voorstellen van de stuurgroep hebben volgens de clubs nadere onderbouwing nodig. Daarmee gaat een extern onderzoeksbureau aan de slag. Dat bureau gaat bijvoorbeeld in kaart brengen wat de voordelen zijn van een competitie met zestien clubs en een opzet met achttien clubs. Dat doen ze op sportief gebied, het gebied van economische waarde en de internationale impact."
"De uitkomsten worden door de stuurgroep meegenomen bij de invulling van de vijf thema's van de veranderagenda en de besluitvorming moet dan in de najaarsvergadering plaatsvinden. Zie het als een menukaart met vijf gerechten. Ieder gerecht bestaat uit ingrediënten die je lekker of minder lekker vindt. Je kunt straks het hele menu kiezen of niets."
Hoe groot schat u de kans in dat het praten en onderzoeken in het najaar van 2018 eindelijk voorbij is en dat de veranderagenda in gang kan worden gezet?
"Ik begrijp goed dat de publieke opinie is dat het allemaal lang duurt. Als bij ons de overeenstemming er niet is, wordt het lastig met de andere vergaderlagen een akkoord te bereiken. Wij als eredivisieclubs moeten eerst zorgen dat we op één lijn zitten."
"Ik denk dat het reëel is dat in het najaar de besluitvorming plaatsvindt. Het is allemaal wel ingewikkelder dan we vooraf hebben voorzien. We lopen in planning iets achter, maar als we in het najaar tot een besluit komen, lopen we geen tijdverlies op voor de invoering. Het doel is nog steeds veranderingen in het seizoen 2020-2021 in te voeren. We blijven gaan voor een nog sterkere eredivisie en beter Nederlands voetbal."