Kroegbazen eisen miljoenen als hun rookruimtes snel dicht moeten
Horecaondernemers dreigen met een schadeclaim van tientallen miljoenen euro's als het kabinet de plannen doorzet om binnen twee jaar alle rookruimtes in restaurants en cafés te sluiten. Branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) wil een overgangsperiode van minimaal vijf jaar.
Die tijd is volgens voorzitter Robèr Willemsen nodig om investeringen in dure afzuiginstallaties in rookhokken terug te verdienen. Uit een ledenonderzoek blijkt dat de bouw van een rookhok horecaondernemers gemiddeld zo'n 12.500 euro heeft gekost.
In de sector is volgens KHN tussen de 70 en 90 miljoen euro uitgegeven aan rookhokken. Als de overgangstermijn niet wordt verlengd, moeten die kosten gecompenseerd worden, vindt Willemsen.
"Wij lopen niet weg voor de trend in de maatschappij naar een rookvrije generatie en een gezonder leven, maar wij constateren wel dat 25 procent van de mensen boven de 18 nog rookt", zei Willemsen in het NOS Radio 1 Journaal. "Dat kunnen ze ook in veel andere openbare gebouwen waar nog rookruimtes zijn, zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen. Dus wij vinden dat er eerst andere maatregelen nodig zijn om dat percentage omlaag te brengen en dat de horeca niet als eerste aan de beurt is om daar wat aan te doen."
Binnen twee jaar met draagvlak
In februari oordeelde het Haagse gerechtshof dat speciale rookruimtes onmiddellijk gesloten moeten worden op grond van een verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie. Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid ging in cassatie tegen dat vonnis, waardoor de rookruimtes voorlopig open kunnen blijven.
De branche praat nog voor de zomer met Blokhuis over de kwestie. De staatssecretaris zei vorige maand dat hij het afschaffen binnen twee jaar "met draagvlak" wil doen, "in zorgvuldige stappen en in ons tempo".
Hij voegt er vandaag aan toe dat hij de horeca al tegemoet is gekomen door in cassatie te gaan tegen de uitspraak van het hof. Blokhuis herhaalt dat hij een zorgvuldige overgangstermijn wil en dat hij daarover met de horeca gaat praten. "Dat gesprek voeren we aan tafel en niet via de media", zegt de staatssecretaris.