Rechter verbiedt rookruimtes in horeca

Speciale rookruimtes in horecagelegenheden moeten dicht, heeft het gerechtshof in Den Haag bepaald. De ruimtes vormen volgens de rechter niet langer een uitzondering op het rookverbod dat sinds 2008 geldt in de horeca.

Clean Air Nederland (CAN), voorheen de Club Actieve Nietrokers, had een rechtszaak aangespannen tegen de staat om de uitzonderingspositie voor rookruimtes te laten verbieden.

Volgens een overeenkomst met de Wereldgezondheidsorganisatie moet Nederland maatregelen nemen tegen de blootstelling aan tabaksrook in publieke ruimtes. Het hof oordeelt dat dat ook geldt voor rookruimtes in horecagelegenheden.

Sociale druk

In 2016 kreeg CAN geen gelijk van de rechter in Den Haag, maar in beroep oordeelt het hof nu dus in het voordeel van de club. Met de uitspraak staat nog niet vast dat alle rookruimtes in de horeca ook daadwerkelijk worden gesloten; de staat kan nog in cassatie gaan tegen het oordeel.

Volgens het hof kunnen niet-rokers sociale druk voelen om zich bij rokers in de rookruimtes te voegen. "Het is belangrijk om te beseffen dat roken een zware verslaving is en zeker geen lifestyle", zegt Tom Voeten van CAN op NPO Radio 1. "Op het moment dat iemand een ander ziet roken, dan stimuleert dat."

In de praktijk is het volgens het hof ook onvermijdelijk dat er rook ontsnapt uit de rookruimtes. Daarnaast worden de werknemers die de ruimtes moeten opruimen ook aan tabaksrook blootgesteld.

CAN had op basis van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheisorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik bezwaar gemaakt tegen de uitzondering voor rookruimtes. De vereniging eiste de volledige afschaffing van de ruimtes. Daarbij deed de club ook een beroep op een uitspraak uit 2014, waarmee is bepaald dat roken in de gehele horeca niet is toegestaan.

Volgens CAN moeten de rookruimtes in andere openbare gebouwen ook worden gesloten, maar het hof vindt dat de club dat onvoldoende heeft toegelicht.