Hoe de tabaksindustrie 'bij de overheid tentakels uitsteekt'
Het orgaan in Nederland dat adviseert over de beste manier om de schadelijkheid van roken te meten, bestaat na vandaag uitsluitend nog uit vertegenwoordigers van de tabaksindustrie. Tot gisteren hadden ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een plek in de commissie. Maar die overheidsinstanties zijn eruit gestapt omdat ze de invloed van de tabakssector te groot vinden. Ook vinden ze dat de huidige testmethode voor sigaretten tekortschiet.
De oververtegenwoordiging van de tabakssector in deze commissie deed op social media de wenkbrauwen fronsen. Het is een voorbeeld van hoe, voor buitenstaanders, de invloed van deze sector groter is dan verwacht. En er zijn meer van dit soort voorbeelden.
Constante lobby
Net als bij andere bedrijven wordt er continu gelobbyd, zegt Marc Willemsen, hoogleraar Tabaksontmoediging aan de universiteit van Maastricht. Bijvoorbeeld via een werkgeversorganisatie als VNO-NCW. "Die vertegenwoordigt sterk de belangen van de tabaksindustrie."
Dat lobbyen gebeurt bij de nationale politiek in Den Haag, maar ook op Europees niveau. In een intern document van Philip Morris stond over honderden Europarlementariërs voor welke lobbytechnieken ze gevoelig waren, onthulde tv-programma Radar Extra in december.
Ook stellen tabaksgiganten als Philip Morris fondsen voor onderzoek beschikbaar. Begin dit jaar werd bekend dat de Universiteit Utrecht 360.000 euro uit zo'n fonds had gekregen. Daarmee zou onderzocht worden hoe overheidsdiensten de zwarte handel in sigaretten beter kunnen aanpakken. Na publieke druk zag de universiteit uiteindelijk af van het project.
Het lukraak online zetten van brieven is transparantie voor de bühne.
Rondom de smokkel van illegale sigaretten houden de douane en de tabaksindustrie met elkaar contact. Ze hebben immers een gedeelde vijand. "De industrie traint de douane bijvoorbeeld om namaaksigaretten uit illegale fabrieken te herkennen of ze delen informatie over smokkelroutes", zegt onderzoeksjournalist Krijn Schramade. Hij is onderdeel van de Onderzoeksredactie Tabak, een project van de Vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG).
Overheidsinstanties zijn verplicht contacten met tabaksfabrikanten openbaar te maken. Het ministerie van Financiën, dat gaat over de douane, heeft talloze mailwisselingen met de sector op zijn website staan. Toch leveren die volgens Schramade weinig inzicht op. "Het lukraak online zetten van brieven is transparantie voor de bühne."
Hoogleraar Willemsen vindt het contact tussen het ministerie en de rookwaarfirma's zorgelijk. "Het geeft hen de mogelijkheid om flink contact te houden met het ministerie dat ook de tabaksaccijnzen bepaalt."
Via WOB-procedures heeft Schramade onderzoek gedaan naar contacten tussen gemeenten en de sigarettenmakers. Volgens hem hebben zo'n twaalf gemeenten dat gehad en is dit niet altijd openbaar gemaakt. Dan ging het over zaken als vergunningen voor fabrieken tot de financiering van een promotiecampagne.
Niet transparant
"De campagne Er gaat niets boven Groningen bleek mede betaald door de tabaksindustrie." Tabaksfabrikant BAT Niemeyer had tegen de regels in vijftien jaar lang elk jaar 5000 euro gedoneerd aan Groningen Promotie. In augustus vorig jaar kwam daar een einde aan.
Bergen op Zoom is volgens Schramade niet transparant genoeg geweest over gesprekken met Philip Morris. Als reactie stelde de gemeente dat "er nu eenmaal een tabaksfabriek in de stad staat. Dan moet je overleggen over werkgelegenheid en acquisitie", zei een woordvoerder tegen krant BN DeStem.
Schramade ziet dat anders. "Het is een goed voorbeeld hoe de tabaksindustrie haar economische macht inzet om op lokaal niveau nationaal beleid te beïnvloeden. Uit ons onderzoek blijkt dat de bedrijven hun tentakels uitsteken over de overheid."