Kinderen uitgezette Armeense mogen terug naar vertrouwde omgeving
De twee kinderen van de Armeense vrouw die in augustus werd uitgezet, mogen verhuizen naar vrienden van hun moeder in Nederland. De rechtbank heeft besloten dat zij niet langer bij een pleeggezin hoeven te blijven, omdat hun moeder vanuit Armenië in staat is de kinderen te begeleiden.
De kinderen van 11 en 12 woonden met hun moeder in een asielzoekerscentrum in Amersfoort. Toen uitzetting dreigde, bracht de vrouw hen onder op een geheime verblijfplaats. Vervolgens werd zij zonder haar kinderen uitgezet naar de Armeense hoofdstad Jerevan.
Twee weken na haar vertrek werden de kinderen gevonden en ondergebracht bij pleegouders. Sindsdien hebben zij op verschillende plaatsen gewoond en op verschillende scholen gezeten. Omdat dat grote invloed heeft op het welzijn en veiligheidsgevoel van de kinderen, mogen zij van de rechtbank vanaf nu bij het bevriende gezin verblijven.
Hereniging met moeder belangrijk
De voogdij lag sinds de uitzetting van de moeder bij de instelling Nidos. De instelling wilde de voogdij houden uit vrees dat de moeder haar netwerk zou inschakelen om de kinderen opnieuw te laten onderduiken. Die vrees vond de rechtbank onvoldoende concreet en onderbouwd.
Dat de kinderen in gesprekken zeiden dat zij terug wilden keren naar hun oude omgeving, vond de rechter belangrijker.
De uitspraak heeft geen betrekking op de verblijfsstatus van de kinderen. Het ministerie van Justitie zei eind augustus dat het belangrijk is dat zij worden herenigd met hun moeder. Voogdij-instelling Nidos zou samen met de kinderen een plan opstellen.
Het gezin woonde tot de uitzetting negen jaar in Nederland. De kinderen waren volgens klasgenoten van de basisschool volledig vernederlandst. Ze zijn nog nooit in Armenië geweest.