Positieve verhalen uit de zorg: haren kammen, samen koken en troosten
"Wat wordt mama toch liefdevol verzorgd door haar verpleging", schrijft een 47-jarige vrouw uit Utrecht in een 'witboek' met positieve verhalen over de zorg.
Het is een ander geluid in een tijd waarin veel verhalen over slechte zorg naar buiten komen. Dezelfde vrouw gaat verder: "Altijd hebben zij weer de aandacht om een bijpassend sjaaltje te zoeken, na haar middagdutje de haren even te kammen en om haar mond snel even schoon te vegen. Het lijken kleine dingen, maar voor familie zijn deze dingen zó waardevol."
De moeder van de Utrechtse woont op een gesloten afdeling in een kleinschalige woongroep. Haar man woont in een appartement in hetzelfde gebouw, waardoor hij zijn vrouw vaak kan bezoeken. "Apart en toch een beetje samen. Beiden in een andere fase van hun dementie, beiden krijgen ze de zorg die daar bijhoort. Hoe verdrietig de omstandigheden blijven, over de woonsituatie en de zorg zijn we heel tevreden."
Dit en 150 andere verhalen van zorgverleners en familieleden van ouderen staan in het 'witboek', geschreven door het Nationaal Ouderenfonds, Hugo Borst en Carin Gaemers. De laatste twee trokken vorig jaar aan de bel met een manifest voor betere ouderenzorg. Mede daardoor kwam twee miljard extra beschikbaar voor verpleeghuiszorg. Nu lichten de auteurs positieve verhalen uit, in de hoop dat veel meer ouderen in verpleeghuizen zo verzorgd gaan worden.
Het boek Trots op ouderenzorg is gericht aan minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge, die het vandaag in ontvangst neemt. De auteurs weten wel waar hij zijn geld goed aan zou kunnen besteden: bijvoorbeeld aandacht voor bewoners, kleinschalig wonen en vrijheid voor zorgmedewerkers.
Cliënten gaan beter eten, omdat men de geur al ruikt voordat men gaat eten.
"We doen alles samen wat de zelfstandigheid van de individuele cliënt langer in stand houdt. Bijvoorbeeld de was, strijken, poetsen en koken", schrijft een 45-jarige zorgverlener uit Zeeland.
"Je ziet cliënten opknappen die jaren grootschalig hebben gewoond. Ze kunnen weer meer zelf. Ze gaan beter eten, omdat er nu op de woning wordt gekookt en men de geur al ruikt voordat men gaat eten. Het is hier net als thuis: familie en vrienden komen langs wanneer zij willen."
Drukte en hectiek
Ook een 52-jarige zorgverlener uit Overijssel is te spreken over de manier waarop zij haar vak kan uitoefenen. "Als verzorgende heb ik toch nog de vrijheid om af te wegen hoe lang ik zorg bied aan onze dementerende bewoners. Ondanks alle drukte en hectiek die er is. Ik kan zelf bepalen hoe lang ik bij een bewoner ben om te helpen, te troosten, te verzorgen of voor wat dan ook. Hierdoor hebben ikzelf en de bewoner rust zodat ik hen ook zo menswaardig mogelijk kan helpen."