Neuropsycholoog over #metoo-zaken: geheugen werkt niet als computer
Anna Mees
redacteur Online
Anna Mees
redacteur Online
Twee mannen in een hotelkamer, vijftien jaar geleden. De één, journalist Jelle Brandt Corstius (toen 24), zegt door de ander te zijn gedwongen tot orale seks en dus te zijn verkracht. De ander, producent Gijs van Dam (toen 25) verklaart dat de seks met wederzijdse instemming gebeurde.
Ontkennen kan een strategie zijn. Maar in het geval dat dit niet zo is: hoe kan het dat twee mensen zich een situatie zo fundamenteel anders zeggen te herinneren?
"Onze hersenen werken niet als een computer, waarbij je dat wat je meemaakt, later als een replica van de gebeurtenis naar boven kunt halen", legt forensisch neuropsycholoog en hoogleraar Marko Jelicic van Universiteit Maastricht uit.
Jelicic spreekt nadrukkelijk in het algemeen over herinneren en de manier waarop het brein werkt, niet over het specifieke geval van Brandt Corstius en Van Dam: "Omdat ik daar niet bij was."
Coherent verhaal
Herinneringen zijn eigenlijk reconstructies, gaat hij verder. Delen van wat we hebben meegemaakt, worden verspreid over ons hele brein opgeslagen. "Van die brokken of fragmenten maken we later een verhaal." Soms lukt dat volgens Jelicic heel goed, bijvoorbeeld als iemand recent iets heeft meegemaakt.
"Maar als je je iets van jaren geleden moet herinneren, is het geheugenspoor grotendeels vervaagd. Je herinnert je dan dingen die absoluut niet in overeenstemming hoeven te zijn met hoe het echt is gebeurd. We voegen daar allerlei elementen zoals angsten, fantasieën en stereotype beelden aan toe en laten misschien sommige dingen weg om er een meer coherent verhaal van te maken."
Taaldieren
Jelicic denkt dat dit komt doordat mensen taaldieren zijn. "Als je in de kroeg zit en vertelt wat je hebt meegemaakt, zeg je ook niet 'ik zag dit of dat voor me', nee, dan kom je met een verhaal op de proppen."
Zo'n pseudo-herinnering kan komen door een gewekte suggestie dat iets gebeurd is. "In een onderzoek van een tijdje geleden vroegen we mensen of ze de amateurbeelden kennen waarop te zien is dat Volkert van der Graaf Pim Fortuyn doodschiet. 'Ja, die heb ik gezien', zeggen veel mensen dan, maar die beelden zijn er helemaal niet. Mensen creëren een herinnering bij hoe iets gebeurd kan zijn."
Hoe langer geleden, hoe moeilijker het is om dingen accuraat te herinneren, en hoe groter de kans dat je dingen verandert.
Het is bij #metoo-zaken moeilijk vast te stellen wat er nou precies is gebeurd, zegt Jelicic. "In het algemeen geldt: hoe langer geleden, hoe moeilijker het is om dingen accuraat te herinneren, en hoe groter de kans dat je dingen verandert." Vanzelfsprekend geldt dat voor zowel daders als slachtoffers.
Alcohol
Wat niet helpt bij het juist opslaan van informatie, is alcohol. "Dat ondermijnt de opslag in het geheugen. Als je lang geleden en onder invloed van alcohol iets hebt meegemaakt, is de kans groot dat je je dat niet in detail kunt herinneren."
Toch hoeven slachtoffers van traumatische gebeurtenissen zoals verkrachting zich volgens Jelicic niet af te vragen of ze het nou wel bij het rechte eind hebben. "Bij niet-ambigue dingen zoals een brute verkrachting komen de stresshormonen adrenaline en cortisol vrij in het lichaam, die ervoor zorgen dat je je zaken, ook van lang geleden, heel goed kunt herinneren."