Tijdsdruk en laksheid leidden tot COR-schandaal bij politie
De Nationale Politie is te haastig ingevoerd, waardoor er onvoldoende toezicht is gehouden op de uitgaven door de Centrale Ondernemingsraad. Na signalen van "verkwistende uitgaven" waarschuwde korpschef Gerard Bouman weliswaar een aantal keren, maar het niet nakomen van afspraken liet hij "op zijn beloop".
Dat is een van de conclusies van de commissie-Ruys, die in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie onderzoek deed naar de uitgaven door de COR, de rol van korpschef Bouman en die van de betrokken ministers.
De betrokken ministers, Ivo Opstelten en later Ard van der Steur, waren tot april 2016 niet op de hoogte van het financiële wanbeleid bij de COR. Wel kreeg de minister waarschuwingen van toezichthouders over de administratieve organisatie en de financiële controle bij de Nationale Politie als geheel: "Het verbeteren hiervan had geen prioriteit", concludeert oud-topambtenaar Ruys.
De commissie constateert dat de verhouding tussen de COR en de politiebonden erg gespannen was. Dit probleem is door ambtenaren vaker gesignaleerd, en ook werden maatregelen voorgesteld, maar daar kwam niets van terecht.
Over korpschef Bouman, die eind juli overleed na een hartinfarct, schrijft de commissie-Ruys dat hij en zijn plaatsvervanger regelmatig "tot soberheid en bescheidenheid" maanden. "Maar toen dat geen verbeteringen bracht, hebben zij daar geen gevolg aan gegeven." Het argument dat ze daar door tijdgebrek niet aan toekwamen, wijst de commissie van de hand. Ze hadden "anderen kunnen instrueren (of externe deskundigen kunnen inhuren) om een en ander op orde te brengen."
Bewijs dat de COR is 'omgekocht' door de politieleiding, heeft de onderzoekscommissie niet gevonden, een conclusie die begin deze zomer al uitlekte. COR-voorzitter Frank Giltay vertoonde volgens sommige leden van de raad "dominant gedrag" en hanteerde "een wijze van communiceren die anderen klein hield".
Zo zou hij tijdens vergaderingen uitspraken hebben gedaan als 'je moet wel heel erg dom zijn om hier anders over te denken'. Maar tegenover signalen over mogelijke beïnvloeding staan "categorische ontkenningen" van andere betrokkenen.
Over Giltay meldt de commissie dat hij "op zijn minst onzorgvuldig is omgegaan met publiek geld". Ook heeft hij zich onvoldoende verantwoord daarvoor.
De commissie gaat ook in op een persoonlijke lening die korpschef Bouman gaf aan COR-voorzitter Giltay, van 4000 euro. Politiemensen die de onderzoekers spraken, hadden wel vermoedens dat hierbij sprake was van beïnvloeding maar "concrete aanwijzingen of bewijzen" ontbreken. Wel tekent de commissie aan dat de lening leidt tot een afhankelijkheidsrelatie en daarmee invloed heeft op de verdere (zakelijke) relatie.
Ook over een flinke salarisverhoging die Bouman aan Giltay in december 2015 gaf, is de commissie kritisch. Die had nooit gegeven mogen worden: "Met dit besluit roept hij het beeld op van willekeur en persoonlijke begunstiging."
Aanbevelingen
De commissie-Ruys adviseert de politie om intern zakelijker met elkaar om te gaan. Dat betekent ook dat de omgangsvormen moeten veranderen, waardoor medewerkers elkaar sneller aanspreken bij niet toelaatbaar gedrag. "In diverse gesprekken kwam aan de orde dat het onderling aanspreken op (normoverschrijdend) gedrag bij de Nationale Politie zwak ontwikkeld is", aldus de commissie.
Het kabinet en de Tweede Kamer krijgen van de commissie mee dat er bij toekomstige grote reorganisaties meer oog moet zijn voor de uitvoering en dat er meer tijd genomen moet worden. "Inrichting van een goede administratieve organisatie (inclusief financiële controle) hoort bij het vormen van een nieuwe organisatie niet het sluitstuk te zijn, maar moet aan de voorkant geregeld worden."
'Dat doet pijn'
Huidig korpschef Akerboom zegt in een reactie dat hij de adviezen van de commissie-Ruys omarmt. Hij benadrukt dat er al veel verbeteringen zijn doorgevoerd om dergelijke misstanden in de toekomst te voorkomen. De financiële huishouding van de ondernemingsraad is volgens hem inmiddels op orde.
De huidige COR van de politie zegt "met gemengde gevoelens" kennis te nemen van de bevindingen. "Wij moeten enerzijds vaststellen dat er dingen zijn gebeurd die niet passen bij de medezeggenschap van de politie. Dat doet pijn. Op deze punten moet het recht zijn loop hebben. Tegelijkertijd voelt de COR zich gesterkt door de conclusie van de onderzoekscommissie dat het besluitvormingsproces goed is verlopen, dat er geen sprake was van beïnvloeding van de centrale medezeggenschap en dat de COR kwalitatief goede adviezen heeft afgeleverd", zegt voorzitter Rob den Besten.
De COR benadrukt dat de commissie vaststelt dat de hervorming van de politie onder grote financiële- en tijdsdruk moest worden doorgevoerd. "Dit alles moet meewegen in de beoordeling van de rol en de prestatie van alle betrokkenen", aldus Den Besten.