OPCW: 45 mogelijke gifgasaanvallen in Syrië
De OPCW, de organisatie die toezicht houdt op het verbod op chemische wapens, heeft informatie gekregen over 45 aanvallen in Syrië waarbij gifgas zou zijn gebruikt. Er is een lange lijst opgesteld met incidenten van vorig jaar en dit jaar, zegt OPCW-directeur Ahmet Üzümcü tegen persbureau DPA.
Een recent geval op de lijst is de gifgasaanval bij de plaats Khan Sheikhoun in Syrië. Daarbij kwamen begin april bijna negentig mensen om het leven, onder wie veel kinderen. De OPCW heeft na weefselonderzoek vastgesteld dat bij de aanval het zenuwgas sarin is gebruikt.
Üzümcü wilde niet zeggen of het Syrische leger achter die aanval zit, ook al zegt de Franse inlichtingendienst daarvoor bewijzen te hebben. De OPCW, die in Den Haag zetelt, ziet het niet als taak om een schuldige aan te wijzen.
Volgens de OPCW-directeur staat er een onderzoeksteam klaar om naar Khan Sheikhoun te reizen, maar kan de veiligheid van de experts nog niet worden gegarandeerd. Het gebied is in handen van rebellen en dus moet eerst onderhandeld worden over een tijdelijke wapenstilstand, zegt Üzümcü.
Het team van experts is op dit moment in Turkije. Ze hebben monsters verzameld in het grensgebied bij Syrië. De onderzoekers spraken ook met mensen die de aanval hebben overleefd. Khan Sheikhoun ligt in de noordwestelijke provincie Idlib, in de buurt van de grens met Turkije.
De OPCW gaat er verder van uit dat Islamitische Staat bijna twee weken geleden mosterdgas heeft gebruikt in de buurt van de stad Mosul in Irak.