Wat gebeurt er met terugkerende jihadstrijders?
Hugo van der Parre
Research-redacteur
In totaal zijn er ongeveer 280 Nederlanders naar Irak en Syrië gereisd. Ongeveer 190 van hen zijn daar nog. Daarnaast zijn er strijders uit zeker honderd andere landen actief in het oorlogsgebied. In een vandaag verschenen nota waarschuwt de AIVD voor de dreiging die uitgaat van strijders die terugkeren.
Jihadstrijders in beeld
Zodra er voldoende aanwijzingen zijn dat iemand is vertrokken naar IS-gebied, beginnen justitie en politie met onderzoek. De uitreiziger krijgt een strafdossier. Er volgt een Europees arrestatiebevel.
Het Landelijk Parket leidt het onderzoek, maar de politie speelt ook een grote rol.
Iedere politie-eenheid heeft een CTER Infocel (CTER = contraterrorisme). Dat is een team dat specifiek verstand heeft van terrorisme. Wie de informatie vergaart, wisselt per zaak. Soms zijn het mensen van de CTER Infocel, soms een basisteam. Het kan ook een wijkagent zijn die de betrokken familie al kent.
Het doel is om zo goed mogelijk contact te houden met de achterblijvers. De CTER Infocel en de gemeente informeren elkaar en het Openbaar Ministerie en er volgt lokaal overleg tussen allerlei betrokkenen.
Er komen soms signalen van jihadstrijders die terug willen naar Nederland. Op dat moment worden alle betrokken partijen ingelicht en bij elkaar geroepen. Buitenlandse Zaken wordt ingeseind.
Soms zijn er vooraf geen signalen, dan duikt iemand plotseling op, bijvoorbeeld aan de grens met Turkije. Zodra terugkeerders gesignaleerd worden over de grens van Syrië of Irak, worden ze aangehouden op basis van het arrestatiebevel. Vervolgens vraagt Nederland om uitlevering, om de verdachten hier te berechten. Meestal gebeurt dat.
Op dit moment is van twee zaken bekend dat Turkije twee Nederlandse strijders zelf wil berechten. Als een terugkeerder al buiten Nederland in beeld is, kan hij of zij naar Nederland worden begeleid door de Koninklijke Marechaussee.
In Nederland worden terugkeerders vastgezet en verhoord. Het voorarrest is maximaal twee jaar. Er wordt zo snel mogelijk een risico-inschatting gemaakt en er volgt een psychologisch persoonlijkheidsonderzoek. Wat zijn bijvoorbeeld de motieven om terug te keren?
Aannemelijk
Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat het zeer aannemelijk is dat iemand die nu terugkeert, heeft meegedaan aan de gewapende strijd. Naast strafrechtelijke vervolging, kan er op basis van de risico-inventarisatie ook gekozen worden voor een gebiedsverbod, een zorgtraject of een deradicaliseringstraject.
Bewijzen vinden over wat iemand precies heeft gedaan, is moeilijk. Want informatie krijgen uit een gebied waar justitie geen rechtsbevoegdheid heeft, is lastig. De acht officieren van justitie die zich bezighouden met jihadisme, zetten verschillende methoden in om aan informatie te komen. Details daarover geven ze niet. Bij dat onderzoek helpen uiteraard verschillende politie- en inlichtingendiensten.
De focus ligt in dit artikel op Nederlandse terugkeerders. Maar een Nederlandse uitreiziger kan ook naar Spanje terugkeren, of een Spanjaard kan zich in Nederland vestigen. Het delen van informatie tussen verschillende landen is daarom belangrijk. Europol speelt daar een rol in, maar rechtstreeks uitwisselen van informatie gebeurt ook.
Met het ene land gaat dat makkelijker dan met het andere. Opsporingsdiensten wijzen er ook op dat niet iedereen zich netjes onder zijn eigen naam meldt bij de grens. Het gebruik van dna of vingerafdrukken kan helpen, maar ook inlichtingen spelen een belangrijke rol.
De mensen die nu terugkeren, zullen allemaal voor de rechter verschijnen. Een aantal is bij verstek veroordeeld tot 6 jaar celstraf. De straffen tegen terugkeerders variëren nogal. Van een paar weken, maanden tot een paar jaren, oplopend tot 6 jaar, afhankelijk van de duur van het verblijf daar en van wat ze precies hebben gedaan.
De aanklacht tegen de verdachte betreft altijd terrorisme, lidmaatschap van een terroristische organisatie bijvoorbeeld, of voorbereiding van een terroristisch misdrijf. Het wettelijk begrip terrorisme heeft niet noodzakelijk te maken met aanslagen. Er is sprake van terrorisme als geprobeerd wordt een regime te laten wankelen en een bevolkingsgroep angst aan te jagen.
Geen bewijs
Als er geen bewijs is gevonden, wordt iemand vrijgelaten. Zodra iemand wordt vrijgesproken of zijn straf heeft uitgezeten, kan hij of zij de maatschappij weer in.
Hier begint de taak van de reclassering en de gemeente, maar justitie en politie blijven vaak ook een rol spelen. Zo kan een wijkagent contact met de familie onderhouden, en kan justitie meedenken over de voorwaarden voor vrijlating. Gedetineerde terugkeerders worden zowel tijdens als na detentie in een lokaal casusoverleg besproken.
Maar een terugkeerder die zijn straf heeft uitgezeten, heeft vanzelfsprekend rechten. Zo kan iedereen er na het uitzitten van zijn straf voor kiezen geen contact meer te willen met de politie. Die kan doorlopend contact niet zomaar afdwingen.