Anne van Dalen aan het werk in haar atelier

'Mijn basisinkomen is geweldig, ik werk me het schompes'

Kunstenares Anne van Dalen heeft de afgelopen zes maanden een onvoorwaardelijk inkomen gehad van 1000 euro per maand. "Het is geweldig", vertelt ze lachend in het NOS Radio 1 Journaal. "Ik werk me het schompes en ben vrij om te maken wat ik wil."

Door middel van een crowdfundingproject is de kunstenares nog een half jaar verzekerd van een basisinkomen. Een onvoorwaardelijke financiële zekerheid met als hoofdgedachte: zonder de stress van geldgebrek en de administratieve rompslomp van uitkeringen worden mensen productiever en gelukkiger.

Proef in Finland

In Nederland willen grote gemeenten als Utrecht, Tilburg, Nijmegen, Wageningen en Groningen met het concept experimenteren. Ook in het buitenland is er interesse voor het basisinkomen. Zo krijgt in Finland een groep van 2000 werklozen twee jaar lang maandelijks 560 euro van de overheid.

"Deze proef geeft informatie over wat mensen stimuleert"

"Van zo'n bedrag kun je niet leven in Finland", zegt correspondent Dirk Evers in het NOS Radio 1 Journaal. "Het dient als een prikkel om bijvoorbeeld sneller parttime werk of kleine baantjes aan te nemen." Iets wat werklozen in het Noord-Europese land weinig doen, omdat hun loon normaal gesproken wordt afgetrokken van hun uitkering.

Evers legt uit dat werklozen in Finland ook vaak tegen administratieve rompslomp aanlopen. "Dat doet veel werklozen hier de das om. Ze moeten voortdurend bewijzen dat ze beschikbaar zijn voor werk", zegt Evers. Vooral voor lager opgeleiden is het een groot probleem. Door de opkomst van robots zijn er steeds minder banen in de industrie.

Te duur?

Een belangrijke vraag is wat de invoering van een basisinkomen zou kosten. Finland telt 200.000 mensen zonder baan, acht procent van de beroepsbevolking. "Volgens experts zou de invoering van het burgerloon, zoals het ook wel wordt genoemd, een gat slaan in de begroting van 11 miljard euro", legt Evers uit.

Veel te duur, zeggen critici in Finland. De torenhoge kosten gaven in Zwitserland de doorslag om een nationaal basisinkomen af te wijzen. In een referendum vorig jaar stemde driekwart van de Zwitsers tegen het voorstel.

Weekblad Elsevier claimt dat een basisinkomen van 1.000 euro per maand in Nederland in totaal 135 miljard euro zou kosten. Van dat bedrag zijn alle voordelen van het afschaffen van het uitkeringssysteem afgehaald.

Het Centraal Planbureau (CPB) plaatst ook kanttekeningen bij het onvoorwaardelijke inkomensplan. Het zou tweeverdieners te veel stimuleren om te stoppen met werken. Daarnaast zouden werkende mensen fors meer belasting moeten betalen over hun inkomsten. Met een dalende arbeidsparticipatie tot gevolg.

Huidige aanpak werkt amper

Het CPB concludeerde ook in april 2016 dat de huidige aanpak van werkloosheid niet of nauwelijks werkt. Ieder jaar geeft Nederland zo’n 800 miljoen euro uit aan arbeidsbemiddeling, maar bij veel maatregelen is het effect op de werkgelegenheid nul of nauwelijks aan te tonen.

"Kijk naar de uitkeringsindustrie die we hebben", zegt kunstenares Van Dalen. "Al die re-integratiebureau's stimuleren mensen niet om zelf actief aan het werk te gaan." Iets waartoe haar persoonlijke basisinkomenproject wel heeft geleid.

Ik hoef niet in een werkkring te zitten waar ik doodongelukkig van word, maar waar ik wel de huur mee kan betalen.

​Kunstenares Anne van Dalen

Het grote verschil voor Van Dalen is dat ze geen stress meer heeft over rondkomen, elke maand. "Ik hoef niet in een werkkring te zitten waar ik doodongelukkig van word, maar waar ik wel de huur mee kan betalen. Mensen met nog minder geld dan ik denken daar de hele dag aan."

De experimenten in de genoemde Nederlandse grote steden zijn voorlopig beperkt tot het verstrekken van uitkeringen met minder dwang en meer vrijheden. Een landelijke proef lijkt nog ver weg. Een burgerinitiatief om het op de agenda van de Tweede Kamer te zetten, kreeg 65.000 handtekeningen. In de Kamer bleek er weinig politieke steun voor te zijn.

Proef van twee jaar

Om de feiten van de meningen te scheiden, wil de Finse overheid de proef twee jaar laten duren. De resultaten van de groep worden vergeleken met die van mensen zonder basisinkomen. Afhankelijk van de resultaten komt er een vervolg. Ook andere landen in Europa, zoals Nederland en Zweden, kijken aandachtig mee.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl