Relatie Nederland-Indonesië blijft moeizaam
Met de executie van de Nederlander Ang Kim Soei is de relatie tussen Nederland en Indonesië opnieuw in slecht vaarwater beland. En dat is niet de eerste keer. Indonesië zegt het koloniale verleden van Nederland allang vergeten te zijn, maar het land kan kritiek van Nederland slecht verdragen. Als ex-kolonisator wakkert Nederland nationalistische gevoelens aan als het kritiek levert.
Dat gebeurde vorig jaar nog toen Nederland maar niet kon besluiten of het Leopard-tanks aan Indonesië zou verkopen. In de Tweede Kamer was daar bezwaar tegen omdat Indonesië de tanks zou kunnen inzetten tegen de eigen bevolking. Indonesië wachtte het besluit van Nederland niet af en kocht tanks in Duitsland, maar de relatie tussen beide landen had wel een kras opgelopen. Minister Timmermans moest met een bezoek aan Indonesië die kras weer wegpoetsen.
Een belediging en miskenning van de nationale trots van Indonesië.
Een andere hobbel in de betrekkingen was het afgeblazen staatsbezoek van president Yudhoyono aan Nederland in 2010. Yudhoyono zegde op het laatste moment af omdat de Republiek der Zuid-Molukken een kort geding tegen hem had aangespannen wegens het schenden van mensenrechten. Yudhoyono liep daardoor kans gearresteerd te worden bij zijn aankomst in Nederland. Hij noemde dat een "belediging en miskenning van de nationale trots van Indonesië".
Rawagede
In 2005 was er ophef over het niet aanbieden van excuses door Nederland aan de weduwen van Rawagede. Nederlandse militairen executeerden in het dorp in 1947 honderden mannelijke inwoners, maar had daarvoor nooit excuses aangeboden of compensatie betaald aan de nabestaanden. Er was alleen spijt betuigd door de minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot en volgens de publieke opinie was dat niet voldoende.
De nabestaanden van het bloedbad klaagden de Nederlandse Staat aan in december 2009. Een onderdeel van de schikking die Nederland trof met de weduwen was het aanbieden van excuses. Dat gebeurde uiteindelijk in september 2013 door de Nederlandse ambassadeur in Indonesië.
Maar ook dit verliep niet soepel. De weduwen, die te oud en te zwak waren om te reizen, wilden dat de excuses op Sulawesi werden aangeboden, maar dat wilde Nederland niet. Uiteindelijk werd het een sobere ceremonie in een zaaltje in een cultureel centrum in Jakarta, waar geen vertegenwoordiging van de Indonesische regering bij was.
Dili
Het grootste conflict tussen Nederland en Indonesië was in 1992. Op 25 maart van dat jaar verbrak Indonesië de ontwikkelingsrelatie met Nederland. De boodschap luidde dat Nederland ontwikkelingshulp gebruikte als werktuig om Indonesië te intimideren.
Aanleiding voor het conflict was dat Nederland naleving van mensenrechten als voorwaarde stelde voor ontwikkelingshulp. Daarmee reageerde Nederland op de gebeurtenissen in Dili op Oost-Timor, waar op 12 november 1991 250 mensen werden doodgeschoten door Indonesische regeringstroepen. Ze deden mee aan een demonstratie voor de onafhankelijkheid van Oost-Timor.
Vooral de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Jan Pronk, was de gebeten hond. Het verbinden van voorwaarden aan ontwikkelingshulp werd door Indonesië beschouwd als een staaltje neo-kolonialisme. Pas in 1995 werd de relatie tussen beide landen genormaliseerd. Dat jaar bracht koningin Beatrix een staatsbezoek aan Indonesië.