Gebroken spaak en tijdstraf werpen Dumoulin terug in klassement
Tom Dumoulin heeft kostbare tijd verloren in de zesde etappe van de Tour. Dumoulin brak zes kilometer voor de finish een spaak in zijn wiel, net op het moment dat de favorieten zich voor in het peloton opmaakten voor de slotklim naar Mûr de Bretagne.
Ondanks de slipstream van een ploegleidersauto en de hulp van enkele ploeggenoten kwam hij 53 seconden achter etappewinnaar Daniel Martin over de streep.
De Tourorganisatie legde Dumoulin bovendien een tijdstraf van twintig seconden op omdat hij te lang achter de auto reed in een poging terug te keren in het peloton.
Dumoulin zakt door het tijdverlies en de strafseconden naar de negentiende plaats in het klassement op 1.23 van geletruidrager Greg Van Avermaet. Zijn achterstand op Chris Froome bedraagt 21 tellen.
Bekijk hier de samenvatting (5.55 min.) van de zesde etappe:
Op het steilste stuk van de slotklim van twee kilometer (gemiddeld 6,9 procent) demarreerde de Ier Martin. Hij pakte zo'n twintig meter voorsprong en werd niet meer teruggepakt, al kwam Pierre Latour nog gevaarlijk dichtbij.
Alejandro Valverde eindigde als derde. Bauke Mollema was op de zevende plaats de beste Nederlander, vlak voor Peter Sagan.
Net als Dumoulin verloor ook Romain Bardet tijd. De Fransman kampte voor de slotklim al met materiaalpech, maar keerde zonder problemen terug in de staart van het peloton.
Op de klim moest de nummer drie van de Tour van vorig jaar de andere favorieten alsnog laten gaan. Hij finishte op 31 tellen van Martin en zakte in het klassement naar plaats 23 op 1.45 van Van Avermaet.
Direct na de start in Brest, aan het begin van de middag, trokken vijf renners ten aanval: Damien Gaudin (Direct Energie), Dion Smith (Wanty), Laurent Pichon (Fortuneo), Fabien Grellier (Direct Energie) en Anthony Turgis (Cofidis).
Smith had zijn zinnen gezet op het heroveren van de bergtrui. Op de eerste twee klimmetjes, van derde en vierde categorie, kwam hij als eerste boven. Maar om Skujins uit de bolletjestrui te rijden, had hij tot de eerste passage in Mûr de Bretagne vooruit moeten blijven.
Waaiers trekken peloton uit elkaar
De kopgroep kreeg een voorsprong van zo'n zeven minuten, tot QuickStep 102 kilometer voor het einde de knuppel in het hoenderhok gooide.
Met name de helpers van Vincenzo Nibali, Nairo Quintana, Mikel Landa en Steven Kruijswijk moesten alle zeilen bijzetten. Zij reden achter de breuk die werd veroorzaakt door Niki Teprstra en zijn ploeggenoten.
Primoz Roglic, ploeggenoot van Kruijswijk bij Lotto-Jumbo, kwam zelfs in een derde peloton terecht. Pas dertig kilometer later sloot de groep van de Sloveen, waarin ook Robert Gesink reed, weer aan in het peloton. Uiteindelijk kwam Gesink op een kleine twee minuten van Martin binnen.
Het leed van Roglic was na de waaiers nog niet geleden, want na een val over een vluchtheuvel moest hij opnieuw in de achtervolging. Ditmaal keerde hij al snel terug in het peloton, dat de vijf aanvallers bij eerste beklimming richting Mûr de Bretagne al had opgeslokt.
Op zestien kilometer voor de finish reed het peloton voor het eerst omhoog naar de finishplaats, maar dat leidde niet tot vuurwerk. Alleen de drager van de bolletjestrui, Toms Skujins, zette even aan waardoor hij de trui nog steviger om de schouders kreeg.
Jack Bauer had wel oren naar een avontuur met Skujins, maar de Let leek te worden teruggefloten door zijn ploegleiding om kopman Mollema te ondersteunen.
Het peloton hielde de voorsprong van Bauer binnen de halve minuut. Ruim voor aanvang van de slotklim werd de Nieuw-Zeelander teruggepakt.