Monobobster Sleper zegt waar het op staat: 'Ben eigenlijk geen topsporter'
De laatste jaren komt steeds meer naar voren dat veel topsporters kampen met mentale problemen. In een serie van vier verhalen diept de NOS dit onderwerp verder uit. Vandaag het laatste deel met monobobster Karlien Sleper.
Trots was ze in oktober 2020. Blij, gelukkig, voldaan. Dat ook. En dus postte monobobster Karlien Sleper vijftien maanden geleden op sociale media een foto van de oranje TeamNL-koffer. Een statussymbool dat toebehoort aan topsporters die van nationale sportkoepel NOC*NSF, vaak na een lange route bezaaid met angels en voetklemmen, eindelijk de A-status hebben verkregen.
Dat de 29-jarige Sleper koos voor de monobob, een discipline die tijdens de Winterspelen van Peking voor de eerste keer op de olympische kalender staat, is geen toeval. En toch ook weer wel.
"Want eigenlijk ben ik karakterologisch gezien helemaal geen topsporter. Totaal niet, zelfs. Ik ben niet egocentrisch, of zo. Ik vind het vooral heel erg belangrijk om plezier te hebben."
In de tweemansbob voelde ze als pilote te veel verantwoordelijkheid voor haar partner in de slee. Ze is psychomotorisch therapeut en dat werk neemt ze nu eenmaal overal mee naar toe.
"Mijn achtergrond in de zorg speelt een rol bij mijn keuze voor een individuele sport. Als remster had ik in de tweemansbob geen probleem om in te stappen. Ik duwde die slee aan en daarna zag ik het verder wel."
Als pilote gedroeg ze zich heel anders. "Om als snelste naar beneden te gaan en de finish te halen op vier ijzers, moet je soms de risicolijnen volgen. Daarbij loop je het gevaar dat de slee omgaat. Dan voel ik me verantwoordelijk voor degene die achter me zit. In de monobob heb ik alleen mezelf ermee wanneer het mis gaat."
De zogeheten 'oude' coaches zitten nog altijd heel verkrampt in de tijd dat het een sport zonder vrouwen was.
Het bedrijven van topsport vindt ze bovendien vooral leuk. In de atletiek, de sport waar Sleper oorspronkelijk vandaan komt, merkte ze dat dwang haar niet helpt. Integendeel, zegt ze. "Op momenten dat ik zei: nu wíl ik, nu móet ik, lukte het niet."
Sleper is bovenal eerlijk. "Dat komt voort uit mijn studie psychomotorische therapie. Het is een opleiding waar je veel leert over jezelf en je je heel kwetsbaar moet opstellen. Dat laatste is in de topsportcultuur een taboe."
Keurslijf
Sleper belandde naar eigen zeggen ongewild in een keurslijf toen ze de A-status kreeg van NOC*NSF. "Ineens moest ik me gaan gedragen als de topsporter. Ik heb daarover veel gesproken met een psycholoog. Waarom moet dat eigenlijk? Kan ik niet mijn eigen manier van topsport bedrijven aanhouden?"
"Vanuit NOC*NSF ben ik in aanraking gekomen met andere atleten. In gesprekken kwam dit onderwerp ook naar voren. Waarom moeten we ons eigenlijk opstellen zoals anderen dat graag zien? Waarom moet je voldoen aan het ideaalbeeld dat over topsport bestaat?"
Het grootste probleem? "Alles moet om jou draaien, je moet je heel egocentrisch opstellen. Dat heb ik vorig seizoen geprobeerd. Het resulteerde in één grote bonk frustratie en wanhoop. Het werkte gewoon niet."
Het gevolg was dat Sleper in 2021 dicht tegen een burn-out aan zat. "Die diagnose is nooit gesteld, zoals ik weleens lees. Ik zag die burn-out aankomen en ik heb op tijd ingegrepen. Vanuit mijn opleiding weet ik wat iemand voelt die dat overkomt, wat er op zo'n moment in het lichaam gebeurt."
Ze stuitte opnieuw op een taboe. Sleper probeerde van binnenuit haar situatie te veranderen. Het bleek een illusie.
"Je probeert eerlijk te zijn. Naar jezelf, maar ook naar je coach. In de hoop dat die accepteert dat de situatie is zoals die is. Dat is binnen het bobsleeën nog steeds erg lastig. De zogeheten 'oude' coaches zitten nog altijd heel verkrampt in de tijd dat het een sport zonder vrouwen was."
Antidepressiva
Sleper moest evenwel verder met haar sport. Op eigen initiatief besloot ze in die periode antidepressiva te slikken. "Het was de eerste keer dat ik aan dergelijke medicatie zat. Ik was al maanden bezig met een psycholoog en op een gegeven moment werkte dat niet meer. Als er niets meer is dat je verder helpt, dan is voor mij de keuze niet moeilijk."
"Geef me dan maar even iets. Ik heb bewust een medicijn genomen dat ervoor zorgde dat ik emotioneel iets vlakker werd. Het ging er mij om dat ik in ieder geval weer kon functioneren."
Sleper leerde voor zichzelf op te komen. Haar wankele relatie met Tom De La Huntey, de bondscoach van de Nederlandse bobsleebond (BSBN), bracht haar ertoe twee maanden voor het ontsteken van het olympisch vuur te breken met de Brit. Nota bene tijdens testwedstrijden op de baan in Yanqing.
"Het werkte voor ons allebei niet, die negatieve sfeer die tussen ons beiden hing. Hij is echt een man van presteren, presteren, presteren. De oude manier van coachen, zullen we maar zeggen. Terwijl ik juist van de nieuwe aanpak ben."
Ik vind het geen teken van zwakte om hierover te praten. Al wordt het binnen het bobsleeën wel zo gezien.
Met haar nieuwe coach Vincent Kortbeek, tevens technisch directeur bij de BSBN, zit ze meer op één lijn. "Ik kan met hem duizend keer beter opschieten dan met Tom."
Haar nieuwe fysieke coach, Chris Woolley, is net als De La Hunty een Brit. "Hij is de trainer van de Zwitsers en heel erg, net als ik, van het nieuwe coachen. Bij hem kan ik terecht als ik me niet goed voel. Hij helpt me te kiezen welke insteek we kunnen nemen wanneer ik twijfel. Chris is iemand die ik volkomen vertrouw."
"Tom was echt zijn tegenpool. Wat hij van mij vond, weet ik niet precies. Er waren bepaalde dingen van hem die ik gewoon móést doen. Ook al stond ik daar niet achter."
Dat ze hier openlijk mee naar buiten treedt, zegt Sleper, komt door haar studie. Daar leerde ze empathie te ontwikkelen. "Ik vind het geen teken van zwakte om hierover te praten. Al wordt het binnen het bobsleeën wel zo gezien."
'Van Calker verdient een standbeeld'
In Nederland wordt bij de minste of geringste innerlijke twijfel na twaalf jaar nog altijd gerefereerd aan Edwin van Calker, weet Sleper. De piloot van de viermansbob besloot zich tijdens de Winterspelen van 2010 in Vancouver drie dagen voor zijn runs terug te trekken uit het olympisch toernooi.
Op de baan in de bergen van Whistler was de Georgische rodelaar Nodar Kumaritashvili enkele uren voor de officiële openingsceremonie dodelijk verongelukt toen hij bij een snelheid van 140 kilometer per uur uit het ijskanaal vloog.
Het zette Van Calker, die een jaar eerder op dezelfde baan een zware crash maakte, aan het denken. De stuurman was mede door een slecht optreden in de tweemansbob van een paar dagen eerder zoveel vertrouwen kwijtgeraakt, dat hij besloot niet in de 'vier' te starten.
Bekijk hieronder een aflevering van Andere Tijden Sport over de keuze van Van Calker zich terug te trekken met de olympische viermansbob.
Sleper heeft geen enkel begrip voor de commotie die daarop ontstond. "Wanneer iemand geblesseerd is aan zijn hamstring, gaat hij toch ook niet deelnemen aan het onderdeel verspringen bij een WK atletiek? In zo'n situatie is het normaal wanneer iemand zich afmeldt. Maar in het geval van Van Calker moest hij volgens veel mensen niet zeuren."
"Ik ben nog altijd van mening dat Van Calker met deze beslissing juist ballen heeft getoond. Iedereen kan roepen dat het laf is wat hij heeft gedaan. De werkelijkheid is dat deze man eigenlijk een standbeeld verdient."