Nederlandse IS-strijders willen terugkeren: haat of heimwee?

De 26-jarige Yago Riedijk uit Arnhem verscheen vorige week opeens voor de camera van de BBC. Hij wil met zijn vrouw terug naar Nederland en vraagt om hulp. En hij is niet de enige die wil terugkeren.

Wat kan, moet en doet Nederland met deze terugkeerders? In deze video leggen we je uit wat het grote dilemma is rond terugkerende IS'ers:

De Arnhemmer Riedijk reisde vier jaar geleden naar IS-gebied. In het interview geeft hij toe dat hij heeft gevochten voor Islamitische Staat. Hij is naar eigen zeggen vastgezet en gemarteld door zijn strijdmakkers, nadat hij werd beschuldigd van spionage. Hij probeerde IS te verlaten, zegt hij. Op dit moment zit hij vast in een Koerdisch kamp in Syrië. Gisteren werd bekend dat de pasgeboren baby van het stel daar aan een longinfectie is overleden.

Nu wil Riedijk met zijn 19-jarige vrouw naar Nederland komen. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) verwacht dat er meer Nederlanders terug willen vanuit Syrië, nu er weinig over is van het kalifaat.

Maar de Nederlandse regering zit niet op deze terugkeerders en hun gezinnen te wachten. Wie terug wil, krijgt vooralsnog alleen hulp als hij of zij op een ambassade verschijnt. Maar zo'n ambassade bereiken, is vaak onmogelijk. Veel Nederlandse IS'ers worden bijvoorbeeld vastgehouden in bewaakte kampen en mogen daar niet weg.

De druk op Nederland om toch wat te doen met deze Nederlandse jihadisten, wordt groter. De Amerikaanse president Trump stuurde een tweet met de oproep aan alle Europese landen om hun burgers op te halen uit Syrië. Een rechter in Rotterdam wil dat Nederland zich meer inspant om een aantal vrouwen die we in Nederland willen veroordelen, ook hier in de rechtbank te krijgen. En de Kinderombudsman maakt zich hard voor bescherming van Nederlandse kinderen in de kampen.

Maar vooralsnog blijft Nederland dus bij het standpunt dat we geen IS'ers actief terughalen. Al wordt er wel onderzocht of de regering iets wil en kan doen voor moeders en de kinderen.

Deel artikel: