Addy van den Krommenacker en Monique Collignon

Waarom topontwerpers zó graag dunne modellen willen

  • Jeanine Duijst

    redacteur NOS op 3

  • Jeanine Duijst

    redacteur NOS op 3

New York, Londen, Milaan en Parijs: designers verzamelen zich deze maand in de belangrijke modesteden voor de jaarlijkse fashion weeks. Ondanks een wet in Frankrijk en afspraken in de Nederlandse mode-industrie om de gezondheid van modellen voorop te stellen, geldt nog altijd het dunne schoonheidsideaal.

Uit ons eigen onderzoek blijkt dat de 'magische' heupmaat van 90 centimeter (maatje 34) nog steeds heilig is. Veel mensen vroegen zich naar aanleiding van ons verhaal af: waaróm willen de grote designers, zoals Prada, Chanel en Dior, nou zulke dunne modellen? Wat zit daar eigenlijk achter?

Die vraag stelden we aan twee Nederlandse topdesigners, en aan 32 grote internationale fashionmerken. In de video hieronder gaan we langs bij Nederlandse designers en komen we erachter dat iedereen naar elkaar wijst.

Dit is waarom topontwerpers zó graag dunne modellen willen

Twee Nederlandse ontwerpers, Monique Collignon en Addy van den Krommenacker, leggen het probleem bij de internationale designers. Van den Krommenacker legt uit dat-ie in Nederland zijn eigen modellen kan kiezen. In het buitenland moet hij het met het aanbod van vrouwen daar doen - en dat zijn vrijwel altijd dunne modellen.

"Als ik dan een ontwerp heb in maat 46 voor een model in Nederland, kom ik daarna in het buitenland in de problemen", vertelt Collignon. "Dan zijn er simpelweg geen modellen die in die kleding passen."

De hele modewereld is aan ingrijpende restauratiewerkzaamheden toe.

Peter Leferink, hoofddocent design bij het Amsterdam Fashion Institute

Waarom maken ontwerpers dan niet wat meer gangbare of verschillende maten, in plaats van dat kleine catwalkmaatje? "Dat is veel te duur", zegt Collignon. "Ik heb kleding waar alleen al 200 uur aan borduren in zit. Of jasjes waar zes weken aan is gewerkt. Daar kun je niet zomaar twee stuks van maken, zo werkt dat niet."

"Als je internationaal mee wilt doen, zul je dus aan die smalle normen moeten voldoen", zegt Van den Krommenacker. "Ook als je je foto's in de modebladen gepubliceerd wilt hebben, want daar zien ze ook liever de smalle maten."

Ondanks kritiek van buitenaf op de mode-industrie, is er dus weinig veranderd. Eerder dook NOS op 3 in de portfolio's van modellenbureaus en sprak uitgebreid met meer dan twintig modellen. Bekijk in onderstaande video wat er echt achter de schermen van de catwalk gebeurt:

"De hele modewereld is aan ingrijpende restauratiewerkzaamheden toe", zegt Peter Leferink, hoofddocent design bij het Amsterdam Fashion Institute. "De verdediging is heel lang geweest dat een model een kapstok is en dat de kleding op ieder model hetzelfde eruit moet zien. Plat is dan makkelijk, want dan valt de stof langs alle kanten recht naar beneden."

"Maar dat is onzin, want designers zijn toch juist bezig met hoe een stof valt?", vervolgt Leferink. "Volgens mij ga je de mode in omdat je het een uitdaging vindt om het menselijk lichaam zo mooi mogelijk te kleden. Ik zou niet weten waarom dat alleen op maat 34 kan."

Prada en Versace

Omdat veel van die eisen over maten dus uit het buitenland komen, hebben we 32 buitenlandse designers in de categorie Prada, Versace en Jean Paul Gaultier ook gevraagd waarom de modellen zo dun moeten zijn.

Heel veel wijzer werden we daar niet van:

Designers lieten weten dat ze "te druk" waren met komende shows (Jil Sander en Jean Paul Gaultier bijvoorbeeld). Of ze wilden überhaupt gewoon niet meewerken (Versace). Jean Paul Gaultier wilde nog wel kwijt dat hij "allerlei modellen" op de catwalk heeft gehad. "Jong, oud, dun, niet dun, androgyn. Denk aan bijvoorbeeld: Beth Ditto, Andreja Peijic en Dita von Teese."

Tweedeling

"Met maat 34 wordt al tientallen jaren lang de boodschap afgegeven dat kleding van de catwalk alleen mooi staat als je heel dun bent", stelt Leferink. En als je dat niet bent, dan zijn die kleren gewoon niet voor jou gemaakt." Mede daardoor zien consumenten dun nog steeds als het ultieme schoonheidsideaal, legt Leferink uit.

Gaat dat ooit veranderen? "De mode-industrie is best conservatief en traag, maar ik denk dat we uiteindelijk een tweedeling gaan zien. Sommige merken blijven zo werken, maar er zijn ook designers die juist meer diversiteit willen zien."

Deel artikel: