Iedereen krijgt er vanaf 1 juli mee te maken: de nieuwe flexwet. Op het eerst gezicht verandert er misschien niet heel veel, maar toch is het handig om te weten hoe de nieuwe wet in elkaar zit. Dan weet je tenminste wanneer je je baas om een vast contract kan vragen.
Waarom is de nieuwe flexwet eigenlijk bedacht?
Op dit moment is het voor werkgevers duur om vaste krachten te ontslaan en aantrekkelijk om mensen via een flexibel contract (denk aan tijdelijke contracten, uitzendkrachten of payrollers) te laten werken. Flexwerkers maken daardoor lastig de overstap naar een felbegeerd vast contract. Het kabinet wil het gat tussen vaste werknemers en flexwerkers kleiner maken.
De nieuwe flexwet zorgt er volgens het kabinet voor dat werkgevers vaste mensen goedkoper kunnen ontslaan. Daar staat tegenover dat ze flexwerkers sneller in dienst moeten nemen. Bedrijven kunnen zo mensen aannemen als het nodig is en weer ontslaan als het wat minder gaat.
Oké, ik heb een vast contract. Wat betekent de flexwet voor mij?
Als je nu ontslagen wordt, kan je baas daarvoor uit twee wegen kiezen: het UWV of de kantonrechter. Dat leidt tot ongelijkheid: de ene werknemer krijgt via de kantonrechter een gouden handdruk mee, terwijl een gelijk geval via het UWV zonder vergoeding op straat komt te staan. Daar komt nu verandering in.
Vanaf 1 juli heeft iedereen, flexwerker of niet, recht op een transitievergoeding als je langer dan twee jaar voor je baas werkt. Hoe langer je in dienst bent, hoe hoger de vergoeding (tot maximaal een jaarsalaris). Deze vergoeding kan gebruikt worden om je bij te scholen en om een andere baan te zoeken.
De ontslagen lopen verder nog steeds via het UWV en de kantonrechter, maar er zijn nu duidelijkere regels welke weg de werkgever moet bewandelen. Als je om bedrijfseconomische redenen wordt ontslagen, moet je naar het UWV. Als je om persoonlijke redenen (bijvoorbeeld wangedrag) wordt ontslagen, kan je aankloppen bij de kantonrechter.
Ik heb een flexcontract. Ga ik erop vooruit?
Op dit moment mag je werkgever je maximaal drie tijdelijke contracten binnen drie jaar aanbieden. Daarna moet je baas je in dienst nemen óf wegsturen. Pas na drie maanden mag je weer bij het bedrijf aan de slag.
Na 1 juli kan je pas na zes maanden weer werken voor je 'oude' werkgever. Iemand steeds 'even op vakantie' sturen en dan weer aannemen wordt dus een stuk lastiger. Ook moet je baas je na twee jaar een vast contract geven.
De vraag is alleen of je echt beter af bent. Experts vermoeden dat bedrijven helemaal geen zin hebben om mensen na twee jaar in dienst te nemen. Zij denken dat werknemers vanaf 1 juli niet na drie jaar, maar al na twee jaar worden weggestuurd.
"De voortekenen zijn niet heel gunstig", zegt arbeidsrechtadvocaat Maarten van Gelderen. "Veel werkgevers laten weten dat als ze gedwongen worden al na twee jaar de keuze te maken, toch afscheid van die flexwerker te nemen en een nieuwe inhuren."
Gaat die flexwet nou echt werken?
Dat is dus de grote vraag. Het blijkt nu al dat bedrijven vóór 1 juli van flexwerkers willen afkomen, om nog snel de nieuwe regels te ontwijken. In plaats van dat werknemers meer zekerheid krijgen, worden ze dus juist op straat gezet.
Verschillende sectoren, zoals de horeca en land- en tuinbouworganisaties, hebben al om een uitzondering gevraagd. Zij hebben vaak maar korte tijd extra mensen nodig, bijvoorbeeld als de terrassen vol zitten of als er geoogst moeten worden. Zij vinden dat de '6 maandenregel' voor hen onwerkbaar is.
De flex wordt nét iets minder flex maar vast blijft minstens zo vast.
En of de kloof tussen flex en vast echt wat kleiner wordt? "Ik denk dat dat niet gaat gebeuren", zegt Van Gelderen. "Ik denk dat flex net iets minder flex wordt, maar dat vast minstens zo vast blijft. De kloof tussen die flexwerknemer en die vaste werknemer blijft helaas voorlopig bestaan, denk ik."