LTO wil uitzonderingen op nieuwe flexwet
De land- en tuinbouworganisatie LTO-Nederland wil voor de oogst- en seizoensarbeiders uitzonderingen in de nieuwe flexwet. De Wet Werk en Zekerheid, die per 1 juli van kracht is, pakt niet goed uit voor een deel van het werk in de agrarische sector. LTO dringt aan op het maken van uitzonderingen.
"Er zijn nu eenmaal pieken in de arbeid voor seizoenswerk", zegt LTO-voorzitter Albert Jan Maat. "In de wet is opgenomen dat je heel snel op een vast contract zit als je een onderbreking hebt van korter dan zes maanden. Maar dat willen de medewerkers bij ons die tijdelijk werk hebben helemaal niet."
Volgens Maat heeft de minister de mogelijkheid om uitzonderingen te maken. In de agrarische sector zou dat rond oogstwerk moeten. Ook de termijn waarop iemand een vast contract krijgt moet terug van 6 maanden naar 3 maanden. "Flexwerk moet niet nog flexibeler worden, waardoor we flexwerkers moeten ontslaan die dan vervolgens als uitzendkrachten terugkomen."
Signaal
Bij het sluiten van het sociaal akkoord is al op het probleem van oogst- en seizoensarbeiders gewezen, zegt Maat maar met de wet voor de deur wil LTO nogmaals een signaal afgeven naar de minister. Er is geen sprake van dat de werkgeversorganisatie niet meer achter de handtekening onder het akkoord staat.
Er is kritiek op hoe werkgevers om lijken te gaan met de flexwet, vooral uit de hoek van de vakbonden. De wet is bedoeld om flexwerkers meer zekerheid te bieden, maar in de praktijk lijken veel bedrijven oproepkrachten te ontslaan, zodat ze niet vast komen te zitten aan vaste contracten.