Het aangepaste OMT-advies 25 mei 2020, van mail tot mail

  • Milena Holdert

    onderzoeksjournalist Nieuwsuur

  • Milena Holdert

    onderzoeksjournalist Nieuwsuur

Nieuwsuur onthult dat het ministerie van Volksgezondheid tekstuele wijzigingen heeft laten doorvoeren in conceptadviezen van het Outbreak Management Team (OMT). Ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft tekstsuggesties overgenomen van het ministerie. Het kabinet heeft juist altijd gezegd dat het OMT volstrekt onafhankelijk is.

In dit artikel zie je stap voor stap hoe een advies na verschillende mailwisselingen wordt aangepast. Je kunt de afbeeldingen op je mobiel vergroten door erop te drukken. Inzoomen kan door nogmaals op de afbeelding te tikken.

'Hopelijk is iedereen hierna gelukkig...'

Op 25 mei 2020 komt het Outbreak Management Team (OMT) 's ochtends bijeen. Drie dagen later zal het advies van die ochtend gepubliceerd worden, maar in de dagen ervoor vindt een discussie plaats over een specifieke passage tussen het ministerie en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Op de avond van 25 mei stuurt het RIVM een concept van het OMT-advies aan verschillende ambtenaren van het ministerie van Volksgezondheid, en vraagt om opmerkingen die dag nog terug te mailen:

Ambtenaren bestuderen het concept-advies en zijn ontevreden over een passage waarin het OMT adviseert welke voorwaarden er zouden moeten gelden voor chauffeurs in de dagbesteding. Dit zijn chauffeurs die mensen met een beperking vervoeren naar hun dagelijkse activiteit.

Het ministerie had het OMT oorspronkelijk gevraagd of een zelfgemaakt mondkapje voldoende was voor deze chauffeurs, maar in het concept-OMT-advies staat dat het OMT voor deze groep chauffeurs adviseert om een medisch mondmasker te dragen.

Ambtenaren mailen elkaar de volgende dag dat ze dit advies niet "herkennen". Het is niet "in lijn" met de regels in het openbaar vervoer, waar het personeel op dat moment ook geen medisch mondmasker hoeft te dragen. Ze stellen voor om het concept-advies anders op te schrijven, en éérst enkele andere mogelijkheden te adviseren: anderhalve meter afstand houden, ventilatie toepassen en het plaatsen van een schot tussen de chauffeur en passagier. "En als dat niet lukt bijvoorbeeld met een niet-medisch mondmasker of shield te werken", schrijft een ambtenaar aan collega's.

Waarom wenst de ambtenaar deze aanpassing? Hij wijst erop dat er een 'serieus risico' zou bestaan op 'niet goed gebruik' van mondmaskers, maar er blijkt nog een andere afweging mee te spelen.

In onderstaand WOB-stuk is de onderste passage zwartgelakt, maar verderop in de documenten komen we hetzelfde stuk opnieuw tegen, en zien we toch wat er in de zwartgelakte passage stond: "Het is niet goed uit te leggen", schrijft de ambtenaar, dat zorgverleners in verpleeghuizen "geen medisch mondmasker dragen en chauffeur wel".

Hier zie je dat een deel eerst wél en daarna níet meer is zwartgelakt:

  • Nieuwsuur
  • Nieuwsuur

De duo-directeur generaal van het ministerie mailt het RIVM vervolgens hoe het ministerie erover denkt:

Tegelijkertijd wordt er tussen het ministerie en het RIVM gecorrespondeerd over een specifiek "kader" voor vervoer in de dagbesteding.

Ook daar heeft het ministerie commentaar op. In onderstaande mail is onduidelijk wie de afzender is, maar het RIVM lijkt in ieder geval een opdracht te krijgen: "Daar moet het antwoord op geschreven worden, lukt dat?"

In weer een andere mail, verstrekt via documenten van de directie Jeugd, lezen we dat het ministerie een discussie aangaat met "RIVM/OMT" over de vervoerskwestie. "Aangezien we niet zo voor een medisch mondmasker zijn", zo schrijft een ambtenaar.

En: "Hoe moet ik uitleggen dat een chauf een mmm (medisch mondneusmasker, red.) nodig heeft en een verpleegkundige in verpleeghuis niet".

Vervolgens proberen ambtenaren consistentie te verkrijgen door het RIVM te vragen om dan in ieder geval in hun richtlijn duidelijk te maken dat de chauffeurs in de dagbesteding een kwetsbaar profiel hebben. "Als dat lukt, hebben we een consistente lijn en is het dragen van een mmm (medisch mondneusmasker, red.) ook geen automatisme."

Uit de stukken blijkt dat het ministerie en het RIVM samen een nieuwe tekst bedenken, die uiteindelijk wel een medisch masker adviseert voor de chauffeurs, maar voorafgegaan wordt door een "getrapt advies" waardoor éérst enkele andere toepassingen overwogen moeten worden:

1. Bij klachten niet instappen;
2. Triage door zorgmedewerkers;
3. Afstand houden;
4. Als afstand houden niet gaat een fysieke afscheiding tussen passagier en chauffeur;
5. En als die afscheiding niet lukt: dán pas een medisch mondmasker.

Een RIVM-medewerker mailt een collega om de aangepaste tekst op te nemen in het OMT-advies. De discussie is kennelijk beslecht, en de medewerker schrijft: "En hierna is hopelijk iedereen gelukkig..."

'Eerste punt aangepast in adviesbrief', schrijft een RIVM-medewerker:

Uit de stukken blijkt dat OMT-leden op de avond van 27 mei, rond 17.30 uur, het advies ontvangen. Een OMT-lid dat dit advies ontving vertelt dat daarin de "getrapte" aanbeveling al staat opgenomen. Dat daar een discussie met het ministerie aan vooraf is gegaan is het lid geheel ontgaan. Het concept dat het ministerie kreeg heeft hij niet ontvangen.

Het ministerie gaat niet inhoudelijk in op vragen over deze aanpassing, en stelt dat het slechts een "verduidelijking" van het advies betrof.

Advertentie via Ster.nl