De tolk van Srebrenica: 'Ik moet leven met de herinneringen'
Imke Renee Slump
Imke Renee Slump
"Hongerig, barrevoets en met lege handen vluchtten we als opgejaagd wild door de bergen en bossen in het oosten van Bosnië." Zo omschrijft Hasan Nuhanovic de tocht naar Srebrenica met zijn familie in zijn boek De tolk van Srebrenica. Ze hoopten er veilig te zijn, maar toen de enclave in 1995 viel, was Nuhanovic de enige van zijn familie die het overleefde.
In het boek omschrijft hij zijn leven van minuut tot minuut vanaf 1992 tot de val in 1995. Met de herinneringen heeft hij moeten leren leven, vertelt Nuhanovic in gesprek met Nieuwsuur. "Op een gegeven moment leer je dat te doen." Maar in de afgelopen 25 jaar is er geen dag voorbijgegaan dat hij niet aan de tragedie heeft gedacht. Zijn vader, moeder en broer werden vermoord.
Een zeldzaam moment van afleiding staat beschreven in het voorwoord door uitgever Frank Westerman. Hij neemt Nuhanovic in 1997, twee jaar na de val van Srebrenica, mee het ijs op in Amsterdam. Zodra Nuhanovic van het ijs komt, schrikt hij. "Ik heb twee minuten niet aan mijn ouders en mijn broer gedacht", zegt hij dan.
'Je kon het niet niet weten'
Nuhanovic was tolk van het Nederlandse VN-bataljon Dutchbat, waardoor zijn naam op de lijst van 'de overlevers' stond op 11 juli, de dag van de val. Tot die tijd was zijn familie veilig geweest, maar uiteindelijk stonden hun namen niet op deze lijst en moesten ze het kamp alsnog verlaten. Nuhanovic wist dat ze het niet zouden overleven.
"Op dat moment waren er al 90.000 mensen vermoord", vertelt hij. "Als iemand mij vertelt dat de Nederlandse militairen of wie dan ook niet wisten over deze slachting. Hoe is dat mogelijk? Je kon het niet niet weten."
Met die reden startte Nuhanovic een rechtszaak tegen de Nederlandse staat. Hij won en de staat werd verantwoordelijk gesteld voor het drama in Srebrenica. In 2014 kreeg hij een schadevergoeding van 20.000 euro.
Op 13 juli 1995 heb ik mijn familie voor het laatst gezien.
In het boek neemt Nuhanovic de lezer vooral mee in de jaren vóór de val. Te beginnen in het voorjaar van 1992. Nuhanovic is dan 24 jaar en studeert werktuigbouwkunde. Vanuit zijn studentenhuis in Sarajevo ziet hij de eerste colonne tanks, trucks en pantserinfanterievoertuigen door zijn straat trekken. De oorlog gooit zijn studentenleven in een klap omver. Samen met zijn familie besluit hij de bossen in te vluchten om te schuilen. Ook hier blijken ze niet veilig.
Na lang zwerven komen ze in Srebrenica aan, waar tienduizenden vluchtelingen zich hebben verzameld. Er is een tekort aan alles en zoals bekend neemt commandant Ratko Mladic in juli 1995 het kamp in van Dutchbat. De mannen worden van de vrouwen gescheiden, een deel wordt in bussen gezet, een deel vlucht. Meer dan achtduizend jongens en mannen worden vermoord.
Nuhanovic zit hier niet bij, door de bescherming die hij heeft als tolk van Dutchbat. Zijn vader, moeder en broertje moesten het kamp dus wel verlaten. Volgens Nuhanovic is 13 juli 1995 de dag die hem het meest blijft achtervolgen. "Dat was het laatste moment dat ik mijn familie levend heb gezien."