In 1966 was het dé rebel die het systeem van binnenuit omver wilde werpen. Het doel: meer directe democratie. Inmiddels is de partij onder leiding van Alexander Pechtold volop onderdeel van het politieke systeem.
Het huidige kabinet noemde D66 zelfs een van de meest geliefde oppositiepartijen. Niet gek, want D66 stemt bijna altijd mee met de regeringsvoorstellen. In ruil voor steun aan hervormingen kreeg de partij onder meer extra geld voor onderwijs.
Middenpositie
De titel van het verkiezingsprogramma klinkt deze verkiezingen: 'Samen sterker, kansen voor iedereen'. Daarmee kiest de partij van Pechtold nu voor een middenpositie. D66 pleit onder meer voor buurtscholen voor kinderen vanaf twee jaar, vaste contracten voor werkenden en taalles voor vluchtelingen vanaf dag één.
Alexander Pechtold (51) is al bijna dertig jaar lid van D66. Zijn politieke standpunten zijn in die jaren veranderd.
"In het begin van mijn carrière vond ik dat de overheid tot de voordeur mocht komen. Daarachter geen overheid, nooit. Tot ik in aanraking kwam met tienerzwangerschappen. Mensen die van kansarm kansloos worden. Toen zag ik de overheid moet er voor hen zijn."
Pechtold is zich meer gaan verdiepen in wat de politiek doet voor mensen. "Dat is ook in Den Haag ongelooflijk belangrijk. Soms vraag ik me af: wat is mijn invloed. Maar als je bedenkt dat vijftig miljoen extra voor het onderwijs honderden conciërges met een vaste baan zijn, dan is het waard om daar je poot voor stijf te houden."
Na zeven verkiezingsoverwinningen, droomt Pechtold van het premierschap. Vorig jaar stond hij torenhoog in de peilingen. Maar het zou niet de eerste keer voor D66 zijn, als de uiteindelijke verkiezingsuitslag tegenvalt.