Student

Plagiaat met ChatGPT? Studenten vallen maar moeilijk door de mand

Er moeten landelijke richtlijnen komen over de inzet van Artificiële Intelligentie (AI) bij toetsen en ingeleverde stukken in het hoger onderwijs. Daarvoor pleit de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) in Nieuwsuur. Of studenten dit hulpmiddel mogen gebruiken, daarover verschillen hogescholen en universiteiten van mening: de ene onderwijsinstelling moedigt het gebruik aan, de ander verbiedt het.

Het bekendste hulpmiddel voor studenten is ChatGPT. Een robot die je om informatie kunt vragen en die zich baseert op bronnen van over het hele internet. Binnen enkele seconden schrijft ChatGPT een werkstuk op academisch niveau. Hij kan ook vertalen en corrigeren. Maar wanneer docenten vermoeden dat een tekst is geschreven door een chatbot, blijkt het in de praktijk nog een hele kluif om dat te bewijzen.

In de oude vorm van plagiaat konden passages één-op-één op worden herleid, maar de plagiaatscanners die sommige docenten gebruiken op het gebruik van AI, zijn nog lang niet waterdicht.

Bronnen die niet bestaan

"Ik voel me soms echt een controleur", zegt Universitair docent Marelle Attinger, onderwijsdirecteur van de faculteit rechten van de Open Universiteit. "Als ik een bepaalde structuur herken van chatGPT en dan naar de voetnoten kijk, zie ik verschillende bronnen." Als Attinger die bronnen nazoekt, blijken ze vaak helemaal niet te bestaan. "Inhoudelijk is het dan ook slecht, gewoon één op één overgenomen van ChatGPT. De student haalt de lat niet van wat er wordt verwacht."

Terwijl scholen wel verwachten dat docenten alert zijn op plagiaat en fraude, ontbreekt het nog aan landelijk beleid over de inzet van AI in het onderwijs. Iedere onderwijsinstelling vindt zelf het wiel uit. Dat leidt tot versnippering over waar studenten AI wel of niet mogen gebruiken.

Deze kunstmatige intelligentietool helpt deze twee studenten van de TU Delft een handje:

'Zeg jij ook altijd alsjeblieft tegen ChatGPT?'

De studentenvakbond LSVb vindt de willekeur kwalijk. "Stel je begint eerst op het hbo waar je geleerd krijgt hoe je met AI moet omgaan. Maar als je dan later ergens anders gaat studeren, ben je ineens fraudeur. Terwijl je dezelfde methode toepast", zegt LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache.

Zo verbiedt de Universiteit van Amsterdam AI "tenzij nadrukkelijk anders vermeld". De Erasmus Universiteit Rotterdam vindt dat er sprake is van plagiaat of ghostwriting wanneer een student zonder toestemming van de examinator gebruikmaakt van AI-software.

De Universiteit Twente vereist dat studenten vermelden of zij gebruik maken van AI, ook als ze er geen gebruik van maken. De Hogeschool van Amsterdam vereist ook een verantwoording "omdat niet alle AI-gegenereerde content specifieke bronnen heeft maar door enorme hoeveelheden data getraind is, maak je een verwijzing naar het gebruikte AI-model, zoals ChatGPT", is daar de regel.

Student Suusje Helwegen gebruikt liever geen AI in haar werk. Zij vindt het risico te groot:

'Wat als ze je van de universiteit afkicken?'

Sommige onderwijsinstellingen hebben helemaal geen beleid. "Wij krijgen veel klachten binnen van studenten", zegt LSVb-voorzitter Karbache. "Studenten die niet weten hoe ze ermee om moeten gaan. De meesten willen gewoon slagen en niet als fraudeur worden aangemerkt. Dus is het ontzettend belangrijk dat onderwijsinstellingen afspraken maken over de inzet van AI."

De Vereniging Hogescholen bevestigt dat scholen verschillende regels hanteren. "We moeten de koers nog bepalen als het gaat om artificiële intelligentie", zegt voorzitter Maurice Limmen.

Een verdenking blijft vaak bij een vermoeden.

Jurist Casper van Vliet

Jurist Casper van Vliet, van CumLaude Legal, staat "verdachte" studenten juridisch bij. "Veel AI-teksten zijn nog nooit op die manier opgeschreven, dus een plagiaatscanner kan dat heel moeilijk detecteren. Dan blijft de verdenking vaak bij een vermoeden."

Van Vliet behandelt aan de lopende band zaken van studenten die als fraudeur zijn aangemerkt. Regelmatig trekken zij aan het langste eind wegens gebrek aan bewijs, zegt hij.

Kat-en-muisspel

De Vereniging Hogescholen noemt het een kat-en-muisspel. "Detectiemethodes ontwikkelen zich verder, artificiële intelligentieprogramma's ontwikkelen ook", zegt Limmen.

Maar het kan ook anders, denkt Universitair docent Attinger. Volgens haar is er te veel aandacht voor de risico's. Bij een verdenking van fraude heeft ze nu haar eigen werkwijze. "Ik steek mijn energie niet in een melding. Ik steek mijn energie liever in studenten ervan bewust maken wat de technologie doet en hoe ze die ten goede kunnen gebruiken."

Het ministerie van Onderwijs volgt de ontwikkeling van AI in het onderwijs. Maar zegt ook: "Onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en toetsing." Alle instellingen van mbo, hbo en wo werken inmiddels aan een sectorbrede visie, laat het ministerie verder weten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl