Jarenlang de slaapkamer niet uit: meer jongeren in sociaal isolement

  • Bas le Cointre

  • Ties Brock

    verslaggever Nieuwsuur

  • Bas le Cointre

  • Ties Brock

    verslaggever Nieuwsuur

"Het grootste deel van mijn dagen lag ik hier in bed, vaak onder de dekens", zegt Joris Aardoom (23) op de slaapkamer van zijn ouderlijk huis. Het is de plek waar hij jarenlang in een sociaal isolement verkeerde. "Ik sloot mezelf op en barricadeerde de deur zodat er niemand binnen kon komen. Op een gegeven moment kwam ik zelfs niet meer beneden om met de rest van het gezin te eten."

Het verhaal van Joris staat niet op zichzelf. Hij is een voorbeeld van de vele jongeren die zich terugtrekken uit de maatschappij en maanden- of jarenlang nauwelijks nog contact met anderen hebben. Nieuwsuur benaderde vijftien behandelaars van ggz-instellingen door het hele land. Twaalf van hen zien een groei in het aantal jongeren in een ernstig sociaal isolement.

Sommige jongeren zien bijna niemand meer en hebben ernstige psychische klachten. Nieuwsuur sprak met Joris en Emma, die beiden jarenlang een teruggetrokken bestaan leidden:

Joris en Emma zagen helemaal niemand meer

Dat het probleem groeit, ziet ook hoogleraar klinische psychologie Peter Muris (Universiteit Maastricht). "Deze tieners of jongvolwassenen doen gewoon niet meer mee. Sommigen zitten alleen maar op hun kamer en komen daar ook niet meer vanaf." Hulpverleners vermoeden dat de toename komt door een groeiende druk om te presteren, maar ook door sociale media en de impact van social distancing tijdens de coronapandemie.

Nederland is niet het enige land waar jongeren vereenzamen en zichzelf opsluiten. In Japan is het probleem zelfs zo groot dat er een apart woord voor de groep bestaat: hikikomori, wat zoveel betekent als 'naar binnen trekken' of 'zich opsluiten'. In Japan gaat het naar schatting om een half miljoen jongeren. Hoeveel het er in Nederland zijn, is niet duidelijk, want cijfers worden niet bijgehouden.

Pizzadozen met maden

Wel duidelijk is dat de groep groeit en de jongeren soms in dramatische omstandigheden leven, zo ziet ook jeugdpsychiater Nico Beuk van Arkin, een ggz-instelling in Amsterdam: "We zien op de kamers van de jongeren soms pizzadozen liggen met pizza's waar de maden doorheen kruipen, of een bed dat meer dan een jaar niet verschoond is."

Vaak beginnen de problemen van de jongeren op de middelbare school. Bij Joris Aardoom was dat in de eerste klas. "Ik merkte dat de hoeveelheid informatie die ik moest opnemen veel te veel werd", zegt hij. "Het gevoel dat ik er niet bij hoorde werd steeds groter en de energie om mijn best te doen om erbij te horen werd steeds minder."

Uiteindelijk valt Joris uit op school, ondanks de inspanningen van zijn moeder Jacqueline Boderie. Zij deed er alles aan om haar zoon zijn kamer uit te krijgen, tot een emmer water over zijn hoofd aan toe. "Het was dramatisch, beklemmend", blikt zij nu terug. "Je wilt hem stimuleren, je wilt dat hij zich gelukkig voelt. En dat was het laatste wat Joris was. Dat is vreselijk als moeder."

De leerplichtambtenaar, jeugdzorg en allerlei hulpverleners kwamen in actie om Joris te activeren, maar slaagden daar niet in.

Deze kamer voelde als een gevangenis.

Joris Aardoom

Jongeren zijn vaak moeilijk te helpen, weet ook kinder- en jeugdpsychiater Odette de Theije. "Wij hadden te maken met een meisje dat niet van haar kamer wilde komen. We zijn iedere week teruggegaan om door de deur heen contact te maken. Uiteindelijk kregen we haar naar buiten."

Hoelang een isolement kan duren, weet Emma Moes (21). Ook zij kwam eenzaam thuis te zitten, uiteindelijk zelfs vier jaar lang. "Dat is vreselijk, alsof je steeds verder van de maatschappij afglijdt", vertelt ze. Emma heeft de diagnose adhd en autisme, net als veel andere jongeren die in een isolement terechtkomen.

"Vaak spelen er onderliggende psychische problemen", zegt hoogleraar Muris. "Denk aan angsten, depressies of andere aandoeningen. De jongeren kunnen daardoor niet meekomen en hebben zoiets van: het gaat toch niet lukken, ik stop hiermee."

Fabriek

Volgens hoogleraar Muris moet de samenleving meer rekening houden met jongeren die buiten de boot vallen. "Als school een minder grote fabriek is, of bedrijven bij sollicitatiegesprekken de deur meer wat meer openzetten voor mensen met bijvoorbeeld autisme, dan zullen minder jongeren afhaken."

Joris komt uiteindelijk op een school voor hoogbegaafde kinderen terecht, waar hij zich beter op zijn plaats voelt. In de jaren daarna vindt hij langzaam maar zeker de weg naar buiten. "Deze kamer voelde als een gevangenis", vertelt hij op zijn oude slaapkamer. "Maar nu besef ik dat er heel veel buiten deze ramen is. En ik voel gelukkig steeds meer de vrijheid en de veiligheid om die wereld ook te ontdekken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl