Nederland moet meer vaart maken met de plannen om kernafval op te slaan. Dat zegt het Rathenau Instituut, dat het kabinet adviseert over de kernafvalkwestie.
In het Zeeuwse Borssele komen twee nieuwe grote kerncentrales. De Tweede Kamer wil er bovendien nog twee extra op andere plekken. Dat maakt het thema kernafvalopslag een stuk urgenter.
Dus moet Nederland volgens het adviesinstituut een voorbeeld nemen aan andere landen die al een stuk verder zijn met hun plannenmakerij. Zoals Finland, dat een hightech manier bedacht om radioactief materiaal voor honderdduizenden of zelfs een miljoen jaar diep in de grond te stoppen.
Hoe werkt het opslaan van kernafval?
Kerncentrales 'produceren' enkele kubieke meters hoogradioactief afval per jaar. Qua grootte lijkt dat niet veel. Toch is het belangrijk om het goed weg te stoppen, want het is levensgevaarlijk als mensen ermee in aanraking komen.
Nederland bewaart kernafval van de centrale in Borssele op dit moment veilig in een bunker enkele honderden meters verderop. Maar daar kan het niet permanent blijven. Het plan was altijd om voor het jaar 2100 een knoop door te hakken over een nieuwe locatie.
Maar met de nieuwe kabinetsplannen neemt het afval met maximaal een factor dertien toe. Daarom moet de politiek zo snel mogelijk beginnen met het maken van een langetermijnplan, vindt het Rathenau Instituut. Juist omdat ervaringen uit het buitenland leren dat zo'n plan maken decennia kan duren.
Ondergronds opbergen in Groningen of Drenthe?
Een optie is om het afval diep in onze zout- of kleigronden te stoppen. Uit onderzoek blijkt dat dat kan, maar is het veilig genoeg? "Dat is echt nog veel te vroeg om te zeggen", zegt Rathenau-onderzoeker Vincent Lagendijk.
Om antwoord te krijgen op die vraag is extra onderzoek nodig. Dat wilde de regering in de jaren 70 al met proefboringen in Groningen en Drenthe. Maar inwoners daar kwamen massaal in opstand, waarop de regering besloot de proef te staken en te kiezen voor honderd jaar 'tussenopslag'.
Het protest van toen maakt duidelijk dat nadenken over technologische oplossingen alleen niet voldoende is, zegt Lagendijk. "Het vergt ook dat je mensen meeneemt, goed informeert, goed naar ze luistert."
De tunnels van Onkalo
Finland is een stuk verder dan Nederland. Het land slaat zijn kernafval vanaf volgend jaar op in Onkalo: een tunnelstelsel, ruim 400 meter onder de grond, in bijna 2 miljard jaar oud graniet.
Daar moet het radioactieve materiaal 100.000 tot 1 miljoen jaar veilig zijn. Om een idee te geven hoe lang dat is: de moderne mens vindt zijn oorsprong 300.000 jaar geleden.
Nieuwsuur nam een kijkje in de Onkalo-tunnels:
In tegenstelling tot Finland heeft Nederland geen granieten bodem. De techniek kopiëren kan dus niet. Maar op het gebied van burgerparticipatie kan Nederland wel iets van de Scandinaviërs leren.
De bevolking mocht namelijk meebeslissen over het project. "Er waren meerdere voorlichtingsbijeenkomsten over de opslag", zegt Kai Hämäläinen van de Finse autoriteit voor nucleaire veiligheid. "Ook had de gemeente het recht een veto over de bouw uit te spreken."
Belgische veiligheidsrobot
Ook België geeft burgers inspraak bij de berging van kernafval. De gevolgen daarvan zijn binnenkort te zien in het Vlaamse dorp Dessel. Daar komt een bovengrondse opslag van minder gevaarlijk radioactief afval, bijvoorbeeld uit ziekenhuizen. Op verzoek van buurtbewoners komt onder de opslag een ruimte, een soort tussenvloer, waar een robot in kan. Die kan metingen doen en uitsluiten of er giftige stoffen lekken.
Zulke metingen zijn technisch en wetenschappelijk niet nodig, zegt Sigrid Eeckhout van het bedrijf dat het radioactieve afval beheert. Toch is ze blij dat de tussenvloer er is. "De lokale bevolking vindt het belangrijk. Dat moet je meenemen."
Volgens het Rathenau Instituut kan Nederland een voorbeeld nemen aan België. Want dat land experimenteert ook al met ondergrondse opslag in klei, die meer permanent is. Toch kan het ook bij onze zuiderburen nog jaren duren voordat zij een definitief plan hebben voor hoogradioactief afval.