Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende in november dat het aantal Nederlanders met een laag inkomen het laatste jaar daalde met 1,2 procent. Kerken, moskeeën en andere religieuze instellingen zien echter een heel ander beeld: bij hen stijgt het aantal hulpvragen en gaan er miljoenen euro's naar armoedebestrijding.
In Oost-Groningen raakt armoede relatief veel mensen. Volgens Erik Meij, onderzoeker van het Sociaal Planbureau Groningen, zit in gemeenten als Oldambt, Stadskanaal en Pekela "meer dan een kwart van de inwoners in financiële problemen".
De grote problemen in Oost-Groningen lijken niet te stroken met de nieuwe cijfers van het CBS. Over dat verschil zegt Meij dat het om een definitiekwestie gaat. "Het CBS kijkt in hun onderzoek alleen naar inkomen. Er zijn veel meer subjectieve factoren die een grote rol spelen en die niet door het CBS worden meegenomen, zoals bijvoorbeeld toeslagen."
41 miljoen euro
Bij het bestrijden van armoede ziet Meij een grote rol van de kerk in Oost-Groningen. "De overheid is dit probleem niet te lijf gegaan en dus neemt de kerk de liefdadigheid over. Zij zorgen voor acute hulp in de vorm van schuldhulp en voedselbonnen", zegt hij.
Uit onderzoek in opdracht van de Raad van Kerken, een samenwerkingsverband van negentien Nederlandse kerkgenootschappen, blijkt inderdaad dat de hulp van kerken groeit. In vier jaar tijd is het bedrag dat de deelnemende kerken uitgeven aan armoedebestrijding gestegen naar 41 miljoen euro. Dat is bijna 10 miljoen meer dan in 2018.
Iets minder dan de helft van de financiële hulp door kerken gaat naar individuen. Dat is geld wat een hulpvrager rechtstreeks kan ontvangen, bijvoorbeeld via een kerkelijk fonds. De andere helft gaat naar collectieve hulpverlening. Bijvoorbeeld de organisatie Schuldhulpmaatje, een initiatief vanuit verschillende kerken, waar vrijwilligers mensen met geldproblemen helpen.
Hans de Kruijff raakte in de financiële problemen toen zijn vrouw haar baan verloor. Hij is niet religieus, toch kreeg hij hulp van een schuldhulpmaatje uit de kerk:
Carla van der Vlist is directeur en initiatiefnemer van Schuldhulpmaatje. Waar haar organisatie in 2020 nog ruim achtduizend mensen hielp, verwacht Van der Vlist komend jaar boven de tienduizend hulpvragen uit te komen.
Voor de hulp is inschrijving bij een kerk niet noodzakelijk. "Het is de core business van de kerk om er te zijn voor alle mensen in de samenleving", zegt Van der Vlist, die niet te spreken is over de houding van de politiek de laatste jaren. "De overheid heeft echt gefaald. Minister Carola Schouten voor Armoedebeleid heeft wel voorzichtige eerste stappen gezet, maar het is heel belangrijk dit door te zetten. Ik maak me zorgen over een volgend kabinet."
De kerken zijn niet de enige die iets doen aan armoedebestrijding in Oost-Groningen. Hussein Ahmed, imam van de Samen Alsahaba Moskee in Winschoten, ziet meer en meer mensen in de problemen komen. Twintig jaar geleden werd Ahmed vanuit de gemeente gevraagd een islamitische inwoner in nood te helpen. Sindsdien is hij dat blijven doen en is de groep mensen die hij helpt alleen maar gegroeid.
"Dagelijks komen er zo'n twaalf mensen bij ons eten. Ik help ook bij het invullen van belangrijke formulieren of wanneer iemand bijvoorbeeld geen vervoer naar het ziekenhuis heeft", zegt Ahmed. Er is zelfs een gezin dat tijdelijk in de moskee woont. "Zij hebben de Nederlandse nationaliteit, maar komen uit Sudan en hebben moeite met het vinden van een huis." Af en toe werkt de moskee ook samen met de kerken in Winschoten. "Tijdens de ramadan hebben we gegeten met mensen uit de kerk", zegt Ahmed.
Topje van de ijsberg
Desgevraagd geeft het Contactorgaan Moslims en Overheid aan niet bij te houden of er landelijk ook meer uitgegeven wordt aan armoedebestrijding door moskeeën. Wel gaat er sinds een aantal jaar een deel van de zakat - een soort belasting die moslims betalen aan liefdadigheid - naar Nederlandse doelen. Vroeger ging dit geld vrijwel geheel naar doelen in het buitenland.
Schuldhulpmaatje-directeur Van der Vlist denkt niet dat de armoedeproblematiek zomaar is opgelost. "Mensen met schulden melden zich vaak pas na vijf jaar. Mensen die tijdens de coronacrisis in financieel zwaar weer terechtkwamen, melden zich dus de komende jaren. Dit is het topje van de ijsberg."