Het was de grootste anti-terreuractie in Duitsland in jaren: de arrestatie van 25 mensen op 7 december 2022. Bij de actie waren 3000 agenten betrokken. De 25 arrestanten werden verdacht van het beramen van een staatsgreep. Ruim een maand later zitten dertien van hen nog steeds vast, onder wie hun 71-jarige leider, die zichzelf Heinrich XIII Prinz Reuss noemt.
Nadat Duitsland van de schrik was bekomen, was de vraag hoe serieus de plannen moesten worden genomen van de vermeende coupplegers. Ter rechterzijde van het politieke spectrum werd die gebagatelliseerd als een 'rollator-putsch'; Reuss was niet de enige man op leeftijd die erbij was betrokken. En er werd smalend gesproken over een 'coup-operette', met een centrale rol voor de media die van de op handen zijnde arrestaties op de hoogte waren en deze vervolgens uitgebreid in beeld brachten.
Het is belachelijk en serieus en daarom identiek aan Hitler.
Toch is het volgens historicus Stephan Malinowski, gespecialiseerd in de Duitse adel, niet juist om lacherig over de veronderstelde putschisten te doen, of om hun gedachtegoed weg te zetten als een farce, als niet serieus te nemen. Ten eerste is het een feit dat een onbekend maar niet te veronachtzamen deel van de Duitse bevolking 'niet blij is' met de staatsordening in de Bondrepubliek. Daarbij zou het, aldus Malinowski, gaan om 10 tot misschien zelfs 20 procent van de kiezers.
Met andere woorden: de actieve of passieve steun van Duitsers die op zoek zijn naar een alternatief verhaal voor de politiek in de Bondsrepubliek is relatief groot. De zogeheten Reichsbürger, een rechts-radicale groepering waartoe ook een deel van de vermeende coupplegers behoorde, kan rekenen op zeker 20.000 aanhangers.
Rechts-radicaal conservatisme
De vraag is: wat drijft hen? Jacco Pekelder, een Nederlandse historicus die in het Duitse Münster doceert en gespecialiseerd is in Duits-Nederlandse betrekkingen, is duidelijk: aanhangers van de Reichsbürger-beweging "menen dat ze eigenlijk nog in het Duitse keizerrijk leven". En ze zijn van mening "dat de (democratische) Republiek van Weimar en de Bondsrepubliek eigenlijk nooit legitiem hebben bestaan".
Even terug in de geschiedenis. Na de Eerste Wereldoorlog, ruim een eeuw geleden, verloor de Duitse keizer Wilhelm II zijn rijk. Hij kreeg politiek asiel in Nederland; vanaf 1920 tot aan zijn dood in 1941 verbleef hij in Huis Doorn in de provincie Utrecht, nu een museum dat zijn erfenis in ere houdt. Hij werd tot nu toe gezien als een wat trieste man, met heel veel tijd voor de uitoefening van zijn hobby's, waaronder stevige wandelingen in de natuur en houthakken. Wilhelm was een houthakker van formaat.
De werkelijkheid was een stuk minder onschuldig: Huis Doorn was, onder leiding van Wilhelm II, "een middelpunt van rechts-radicaal conservatisme". Een citaat (van hem) uit 1927, ruim vijf jaar voor Hitler aan de macht kwam: 'Journalisten en Joden zijn ongedierte, een plaag. Gas is de beste oplossing.'
Pekelder: "De huidige couppoging en de hele beweging van de Reichsbürger sluiten eigenlijk aan bij sterk antiwesterse, antikapitalistische maar ook sterk anti-Joodse en antisemitische ideeën, die eigenlijk al rond 1900 in Duitsland een grotere rol gingen spelen."
Dat het gedachtegoed van de vermeende coupplegers en hun aanhangers serieus moet worden genomen, daar twijfelen beide historici niet aan. Met hun antidemocratische sentimenten kunnen zij teruggrijpen op ideeën met een lange schaduw.
Hitler
Malinowski: "Het is belachelijk en serieus en daarom identiek aan Hitler. Kijk naar het vroege nationaalsocialisme. Hitler is rond 1920-1921 een lachwekkende figuur." Een jaar later, nu een eeuw geleden, probeerde Hitler in München in de zogeheten Bierkellerputsch (8-9 november 1923) een staatsgreep te plegen, een poging die mislukt. Even leek het met zijn invloed gedaan. Even.
Malinowski: "We weten nu, zo lachwekkend was het destijds allemaal niet. En nu ook niet. Als clowneske feiten iets vreselijks tot gevolg zouden hebben, zou dat dus niet de eerste keer zijn."