Het lukt ziekenhuizen niet om de wachtlijsten weg te werken die tijdens corona zijn ontstaan. Ook nu de pandemie voorbij lijkt, komen ziekenhuizen nauwelijks toe aan de inhaalzorg.
Volgens artsen is het tijd om na te denken over welke zorg straks wel en niet wordt gegeven. Ze zien het niet gebeuren dat die wachtlijst verdwijnt.
Niet opereren is ook een optie.
Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) staan er door corona nu naar schatting 110.000 extra wachtenden op de wachtlijst. Dat aantal is de afgelopen maanden niet gedaald.
Het gaat bij deze patiënten niet om levensbedreigende situaties. Maar voor wie wacht op een staar- heup- of knieoperatie zorgt uitstel voor veel ongemak, onderstreept Bart Berden, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg. "Mensen met pijn die iedere dag acht paracetamol of meer moeten slikken, of niet meer goed kunnen bewegen door hun heup of knie."
'En nou ben ik aan de beurt'
Het geduld dat mensen tijdens de pandemie hadden, is voorbij, ziet Michael Verhofstad, chirurg in het Erasmus MC. "In het begin zeiden mensen: natuurlijk, ik heb er alle begrip voor dat ik moet wachten omdat mensen met kanker of een hartinfarct voorgaan. Maar in de beeldvorming is corona voorbij. Nu zeggen mensen: En nou ben ik aan de beurt."
Steeds meer mensen vinden dat ze te lang wachten, zegt Verhofstad. En dat is invoelbaar, vindt hij. "We hebben twee jaar lang geprobeerd om te voorkomen dat er mensen over de rand vallen, in de zin dat ze blijvende gezondheidsschade oplopen. Maar dat wil niet zeggen dat dat zorg is die je eindeloos kunt uitstellen. Mensen hebben wel behoefte aan die zorg."
Het is volgens hem niet uit te sluiten dat er her en der toch een vorm van blijvende schade is ontstaan. "Al is het maar psychische schade die is oplopen, omdat de uitgestelde lichamelijke zorg die ze nodig hebben in hun beleving te lang op zich heeft laten wachten."
Grietje wacht al twee jaar op een afspraak voor een scan van haar rug.
De belangrijkste oorzaak voor de blijvende achterstanden in de zorgen is en blijft het gebrek aan personeel. Bovendien kampen ziekenhuizen met veel lang- en kortdurend ziekteverzuim.
Volgens Berden moeten we leren leven met schaarste in de zorg. De vraag die volgens hem steeds vaker wordt gesteld, is of een behandeling of ingreep eigenlijk wel nodig is. Dat geldt ook voor ernstige aandoeningen.
"Niet opereren is ook een optie. Je hebt kankerpatiënten waarbij opereren een optie is, maar je moet kijken of dat ook de beste optie is. We gaan meer dan voorheen het gesprek aan: wat verwacht je van de behandeling? Als een patiënt zegt: ik wil niet teveel last hebben van bepaalde ingrepen of van een kuur, dan kun je besluiten om het niet te doen."
Bureaucratie
Volgens hem valt bovendien winst te behalen bij het leveren van zorg op afstand, waarbij mensen niet naar het ziekenhuis hoeven komen. Ook moet de bureaucratie in de zorg worden aangepakt, en moet de samenwerking tussen verschillende zorgverleners beter.
"Als een 80-jarige goed getraind het ziekenhuis inkomt, doorstaat hij de operatie beter. Het probleem is: buiten het ziekenhuis willen zorginstellingen fitnessapparaten voor zo'n man niet betalen, omdat er geen indicatie is. Wij kunnen het ook niet. Als het ziekenhuis zegt dat mensen een hometrainer moeten neerzetten, dan gebeurt het niet."
Tot slot noemt Berden de burger zelf. "Dat is nog wel een spannende. We mogen ook wat van de burger verwachten. Dat hij zelf weken voor de operatie gaat sporten, zodat hij beter uit de operatie komt. Dat we in het gesprek met patiënt ook zijn of haar gedrag bespreken. Dat vinden we nu nog een stap te ver."
Chirurg Verhofstad maakt zich nog het meeste zorgen over de patiënten die de zorg niet krijgen: ''Dat we die niet meer kunnen verlenen, hoewel ze er eigenlijk wel recht op hebben volgens de normen die we gezamenlijk hebben vastgesteld.''