Burgers die een overheidsbesluit willen aanvechten, komen door kleine administratieve fouten volledig klem te zitten. Wie te laat bezwaar indient, is nagenoeg kansloos bij de overheid én rechter. Deskundigen willen een aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dat moet een einde maken aan de juridische fuik, zeggen ze tegen Nieuwsuur.
Wie het niet eens is met een overheidsbesluit - zoals een WOZ-aanslag, de toekenning van een uitkering of een schadeclaim - moet binnen een wettelijke termijn bezwaar maken, meestal binnen zes weken.
Het kan gebeuren dat iemand te laat bezwaar of beroep aantekent, bijvoorbeeld omdat een brief niet is ontvangen of omdat iemand vanwege omstandigheden niet op tijd kan reageren. Overheden kunnen een bezwaar dan alsnog in behandeling nemen, maar weigeren dat vaak. Ze verklaren een bezwaar dan 'niet-ontvankelijk'.
Lat ligt hoog
Burgers kunnen dan nog wel in beroep bij de rechter. Die kan de termijnoverschrijding door de vingers zien wanneer iemand daar een goede reden voor heeft. Maar de lat voor een zogenoemd 'verschoonbare termijnoverschrijding' ligt erg hoog, ziet hoogleraar bestuursrecht Ymre Schuurmans. "Los van een terminale ziekte of een ernstig ongeluk is het heel moeilijk om daar een beroep op te doen."
Andersom geldt dat overheden die zich niet aan wettelijke termijnen houden, een periode van herstel krijgen, ook bij de rechter. Oneerlijk, vinden advocaten. "Je moet als mens kennelijk perfect zijn", zegt advocaat Caroline Pronk. Zij voert voor haar cliënt Ikram al anderhalf jaar een juridische strijd met uitvoeringsinstantie DUO.
Ikram moet 10.000 euro terugbetalen omdat zij volgens DUO niet op tijd is ingeburgerd. Ze zegt de brief van DUO met dat besluit niet te hebben ontvangen. Bij een tweede brief, maanden later, kwam Ikram erachter dat een poststuk ontbrak. Toen ze bezwaar maakte, verklaarde DUO dat 'niet-ontvankelijk'. Het bezwaar was buiten de zes weken-termijn ingediend.
Juridisch mijnenveld
De rechtbank en de Raad van State gaven DUO gelijk. Ikram moet bewijzen dat ze de brief van DUO inderdaad niet heeft ontvangen. "Hoe toon je aan dat je een brief niet hebt gekregen? Dan moet je zes weken lang bij de brievenbus gaan staan met een camera om vast te leggen wat iemand er allemaal in stopt", zegt haar advocaat Pronk. "Een procedure is een soort mijnenveld: als je ergens één stapje verkeerd zet, stap je op een bestuursrechtelijke mijn en is de procedure definitief afgelopen."
De Raad van State stelde Ikram afgelopen week opnieuw in het ongelijk. DUO zegt dat het vanwege de privacy van de betrokkene niet op de zaak kan ingaan. Hun volledige reactie lees je hier.
Iets soortgelijks overkwam Rudy Veen uit Slochteren. Zijn huis heeft door aardgaswinning schade opgelopen. Hij maakte bezwaar tegen een compensatiebesluit van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG).
Het IMG laat na vragen van Nieuwsuur weten dat het over het algemeen maatwerk toepast en dat het in dit geval de rechter is die geoordeeld heeft dat er geen reden is om aan de ontvangst te twijfelen. De volledige reactie lees je hier.
Toegang tot de rechtsstaat
Michiel Scheltema zette als regeringscommissaris de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de steigers in de jaren 90. Hij ziet hoe zijn wet verkeerd uitpakt. "Op een aantal punten, met name over de termijnen, heeft de interpretatie van de rechter mij verbaasd."
De termijnen in zijn wet zijn bij de totstandkoming destijds bewust kort gehouden omdat de wet er volgens Scheltema anders helemaal niet was gekomen, vanwege onenigheid bij ministeries. Nu vindt hij de tijd rijp om de wet aan te passen. "Je zou een veel langere termijn moeten hebben, zoals zes maanden. De burger is na zes weken de toegang tot de rechtsstaat kwijt. Waarom moet je die toegang sluiten, terwijl er geen enkel algemeen belang gediend is?"
Volgens deskundigen zijn er gelijkenissen met de toeslagenaffaire, waar burgers vanwege relatief kleine administratieve fouten volledige toeslagen moesten terugbetalen.
"Het vraagt best wel veel vermogen van een burger om binnen zes weken te begrijpen wat in een brief van de overheid staat, te begrijpen dat je nu bezwaar of beroep in moet stellen en ook nog uit te leggen wat niet klopt aan dat besluit", zegt hoogleraar bestuursrecht Ymre Schuurmans. "Mensen die het niet mee hebben zitten en de taal niet voldoende vaardig zijn, kunnen minder goed procederen. Het kan soms tegenzitten in je leven dat je het niet georganiseerd krijgt."