In de coronacrisis gingen tot nu toe weinig bedrijven failliet en liep de werkloosheid nauwelijks op, mede dankzij de steunmaatregelen van het kabinet. Toch heeft dit steunpakket niet kunnen voorkomen dat bijna 200.000 werkenden er in inkomen flink op achteruit gingen. Dat blijkt uit een onderzoek van economen van ABN Amro.
Met name flexwerkers met een laag inkomen zijn in de problemen gekomen. Zij waren vaak de eersten die werden ontslagen als het slecht ging met een bedrijf, mede omdat werkgevers voor deze groep geen steungeld kregen. Maar ook mensen met een nul-urencontract die niet ontslagen werden, kwamen in de problemen omdat ze niet meer werden opgeroepen.
Sandra Phlippen, hoofdeconoom van ABN Amro: "We zien dat bijna 200.000 werknemers meer dan in een niet-coronajaar er fors op achteruit zijn gegaan. En ook dat het juist de mensen treft met een al laag en onzeker inkomen voorafgaand aan de coronacrisis."
'Inkomensschokken op bordje meest kwetsbaren'
Dat juist de lage inkomens zijn getroffen door de crisis betekent een grotere kloof, stelt Phlippen. "Corona heeft de bestaande problemen op de Nederlandse arbeidsmarkt verdiept. We waren onder ontwikkelde economieën al het land met de meeste ongelijkheid in economische zekerheid, doordat de arbeidszekerheid tussen vast en flex zoveel verschilt. Deze kloof is gedurende de pandemie dus groter geworden, want negatieve inkomensschokken zijn terechtgekomen op het bordje van de meest kwetsbaren."
Phlippen vindt de bijna 200.000 werkenden die last hebben van de coronapandemie veel. "Je kan zeggen: het is een klein percentage van alle werkenden, maar dit zijn enorm veel mensen. Het zijn ook juist de mensen die niet veel zekerheid hebben. De belofte van het kabinet om iedereen te steunen, is niet ingelost."
Grafisch ontwerper Mara verloor haar baan in de coronapandemie:
Het beleid om werkenden door de coronacrisis te helpen, werkt volgens het onderzoek dus niet optimaal. Toch wijkt de Nederlandse aanpak niet veel af van die van andere landen. In de meeste landen in de eurozone is voor dezelfde aanpak gekozen.
In de Verenigde Staten was er een heel andere vorm van noodsteun; Amerikanen met een krappe beurs kregen meerdere keren een cheque van de overheid. Ook werden werkloosheidsuitkeringen aangevuld. Bedrijven konden wel leningen krijgen, maar de nadruk lag op inkomenssteun voor burgers.
'Geen recept om te herhalen'
Behalve dat de noodsteun flexwerkers met een laag inkomen hier niet hielp, zit er nog een nadeel aan de Nederlandse aanpak, zegt Phlippen. "Deze aanpak heeft de economie van voor corona in slaap gebracht om ze daarna weer wakker te kussen. Dat is alleen een goede aanpak als de wereld na corona er hetzelfde uitziet als ervoor."
Maar de vraag is of de economie hetzelfde blijft en of het werkt om zoveel mogelijk werkenden met een vaste baan in het zadel te houden. Phlippen betwijfelt dan ook of de regering dit recept nog een keer moet herhalen. "We staan aan de vooravond van een enorme energietransitie. De klimaatneutrale economie ziet er heel anders uit dan onze fossiele economie nu. Dus dat betekent dat bedrijven en werkenden zich moeten kunnen aanpassen. Werkenden moeten dan juist in beweging komen naar waar de groene economie hen nodig heeft."