Reactie ministerie van Economische Zaken op waterstofverhaal van Nieuwsuur

Dit is de uitgebreide reactie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat op het verhaal over de miljardeninvesteringen in waterstof van Nieuwsuur. Dat nieuwsartikel lees je hier, de longread kun je hier vinden. Onderstaande tekst is dus een reactie van het ministerie.

Om zoveel mogelijk duurzame energiebronnen te integreren in een duurzame energievoorziening en om bijvoorbeeld industriële processen te verduurzamen is waterstof een onmisbare energiedrager. De ambities op het gebied van waterstof zijn nodig om de energietransitie vorm te geven. Dit wordt onder andere ook erkend door het Internationaal Energie Agentschap, de Europese Commissie en in het energiebeleid van andere landen. De beleidsmatige inzet op waterstof is de afgelopen jaren dan ook vergroot, ook door aansporing van nationale stakeholders (Groene waterstof hoort thuis in Klimaat & Energieakkoord - Greenpeace Nederland en Manifest Waterstof Coalitie | VNO-NCW).

In het Klimaatakkoord zijn ambities opgenomen op het gebied van waterstof en is in kaart gebracht welke randvoorwaarden hiervoor moeten worden vervuld. In de in maart 2020 (Kamerstuk 32813, nr. 485 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) gepubliceerde kabinetsvisie waterstof wordt aangegeven hoe de rijksoverheid voor deze randvoorwaarden een beleidsagenda heeft opgesteld. Voor en na deze brief is er de afgelopen jaren uitvoerig contact geweest met de Tweede Kamer over waterstof, zowel in Kamerbrieven als in vele debatten en antwoorden op Kamervragen. Ook heeft de Tweede Kamer diverse organisaties gevraagd om een position paper in te dienen over de Kabinetsvisie Waterstof. In het maandelijkse Commissiedebat Klimaat en Energie komt de beleidsvorming rondom waterstof regelmatig aan de orde.

Zoals eerder schriftelijk aangegeven wordt het begrip waterstofeconomie niet gehanteerd in de kabinetsvisie waterstof en daaropvolgende communicatie met de Tweede Kamer. Het "opstarten van de waterstofeconomie" is niet iets dat het Rijk opzet of nastreeft. In de energietransitie gaat het nadrukkelijk om de inzet op een combinatie van energiedragers (warmte, elektriciteit en duurzame moleculen zoals waterstof). Zoals aangegeven is het inpassen van waterstof in het energiesysteem wel nodig. Daar is de beleidsinzet vanuit EZK op gericht. Beleidsbesprekingen, gesprekken met stakeholders en daarbij behorende inhoudelijke opvattingen van individuele ambtenaren, zijn normaal onderdeel van het beleidsvormingsproces. De Kamer wordt bijvoorbeeld geïnformeerd voor bepaalde keuzes gemaakt worden, wanneer beleid wordt opgestart en/of wanneer een traject is afgerond.

NorthH2 is een initiatief van een consortium, niet van de Rijksoverheid. Het komt regelmatig voor dat stakeholders betrokken bij een waterstofproject de stand van zaken willen bespreken met EZK. Er zijn in die contacten geen toezeggingen gedaan aan NorthH2 die aanleiding gaven om aanvullende informatie te delen met de Tweede Kamer. Bedrijven en decentrale overheden hebben ook hun contacten met Kamerleden. In de Kamer is ook meermaals aandacht gevraagd voor het Noorden en waterstof, bijvoorbeeld met de motie Agnes Mulder/Dik-Faber met het verzoek aan de regering, spoedig in overleg te treden met de betrokken partijen in Noord-Nederland en de andere regio's om gezamenlijk een plan op te stellen, met daarin een specifieke inzet op de verdere ontwikkeling van waterstof, met inzet EU-middelen. Ook is er een reactie gevraagd op een plan van het Noorden (Kamerstuk 32813, nr. 490 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl).

Alle stakeholders, zowel publiek als privaat, kunnen in gesprekken met EZK verzoeken en ideeën inbrengen over hoe zij denken dat het beleid vormgegeven moet worden. De besluitvorming is altijd aan de politiek, waarbij alle belangen gewogen worden.

Genoemde vragen met betrekking tot bijvoorbeeld de positie van Gasunie sluiten aan bij een lopend proces van beleidsvorming over de rol van Gasunie. In de Kamerbrief van 30 juni 2021 aangaande het toekomstige transportnet voor waterstof is aan de Tweede Kamer medegedeeld dat de staatsecretaris EZK "voornemens is om Gasunie als staatsdeelneming te vragen om de ontwikkeling van het transportnet voor waterstof op zich te nemen en om gasleidingen daadwerkelijk vrij te spelen om te kunnen hergebruiken." (Kamerstuk 32813, nr. 756 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl). Het beleidsvoornemen is dus om Gasunie een soortgelijke rol te laten spelen als nu het geval is bij aardgas, dus bij de ontwikkeling van infrastructuur voor het transport en de opslag van waterstof. De komende maanden wordt de precieze rol van Gasunie in de waterstofketen nog verder uitgewerkt. De huidige wetgeving geeft Gasunie overigens al de mogelijkheid om transportleidingen te ontwikkelen voor waterstof. Vanuit die hoedanigheid als ontwikkelaar van toekomstige transport en opslag infrastructuur is Gasunie een belangrijke partner voor alle bij waterstof betrokken partijen.

Als het gaat om de rol van waterstof in de uitrol van wind op zee, ook hier is de Tweede Kamer over geïnformeerd. Het was de Tweede Kamer zelf, die hierover meerdere moties heeft aangenomen, zoals de motie Agnes Mulder over windparken op zee en groene waterstof (Kamerstuk 35300-XIII, nr. 38 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) uit 2019 en de motie Sienot/Agnes Mulder over 'Wind meets industry' (Kamerstuk 32813, nr. 547 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl) uit 2020.

Bovendien is in december 2020 een Kamerbrief over de Noordzee Energie Outlook verstuurd (Kamerstuk 32813, nr. 646 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl), die onder andere ingaat op die moties en waarin uitgebreid wordt ingegaan op de koppeling tussen windenergie op zee en waterstof. Uit de onderzoeken van Guidehouse en DNVGL die met deze brief naar de Tweede Kamer zijn gestuurd, blijkt o.a. dat de koppeling van windenergie op zee en waterstof de businesscase van windparken verstevigt en daarmee bijdraagt aan zowel de continuïteit van de uitbreiding van windenergie op zee als aan de vergroening van andere sectoren. In de betreffende Kamerbrief is aangegeven dat er verder zal worden gewerkt aan instrumentarium om wind op zee en waterstof goed in samenhang te kunnen ontwikkelen. Een van de vragen die daarbij speelt, is of de opgewekte elektriciteit uit de windparken op zee als hernieuwbare elektriciteit of groene waterstof aan land wordt gebracht. Deze vragen worden momenteel nader uitgewerkt. EZK is voornemens begin 2022 een Kamerbrief te versturen waarin de nieuwe aanpak voor de toekomstige uitrol van windenergie op zee uiteengezet wordt, in navolging van de NEO-brief uit december 2020. Daarin zal opnieuw uitdrukkelijk aandacht worden besteed aan de koppeling tussen windenergie en waterstofproductie.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl