Verpleegkundigen kregen het deze crisis flink voor de kiezen, van een aanvankelijk tekort aan beschermingsmaterialen tot overvolle afdelingen en ingetrokken verloven. Maar corona maakt een ding glashelder: zonder verpleegkundigen loopt een ziekenhuis vast. Dit leidt ertoe dat sommige verpleegkundigen de kans schoon zien om hun positie te verbeteren. Met succes hebben zij een vaste plek in het crisisteam veroverd.
"Kennelijk hadden we deze crisis nodig", constateert Gerjanne Ter Beest, verpleegkundig specialist in het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem. Eerlijk is eerlijk, toen aan het begin van de coronacrisis een crisisbeleidsteam werd opgericht, had zij daar totaal geen weet van. De voorzitter van de verpleegkundig adviesraad kwam er bij toeval achter. "Ik dacht wel gelijk: ja, wacht eens.... daar horen dus ook verpleegkundigen in."
Over medisch beleid hadden artsen het laatste woord. Over verpleegkundig beleid een manager. Dat frustreert.
Verpleegkundigen vormen veruit de grootste beroepsgroep in het ziekenhuis. Toch was het geen automatisme om ze in het crisisteam te plaatsen. Artsen, daarentegen, wel. "Ik denk niet dat het onwil was. Er was gewoon niet aan ons gedacht." Al snel schoof Ter Beest wel aan. Nu is er ook geen weg meer terug, zegt ze. "Deze plek geven we nooit meer op."
In het Amsterdamse OLVG hebben verpleegkundigen ook nog wel even goed moeten lobbyen voordat ze konden aanschuiven in het crisisbeleidsteam, vertelt verpleegkundige Florian van Hunnik. En dat terwijl hun werkgever vooroploopt op het gebied van zeggenschap voor verpleegkundigen. Hun positie is sinds kort ook formeel verbeterd. "Vanaf 31 maart moeten ook wij, verpleegkundigen, bij besluiten, net als de medische staf en de patiëntenraad, eerst om advies worden gevraagd."
Corona heeft onze emancipatie een impuls gegeven, vertelt Van Hunnik. "We worden meer gewaardeerd, op waarde geschat en gezien als een zelfstandig werkende doelgroep. Kortom, wat voor artsen allang volstrekt normaal is. Wij werden te lang gezien als schakeltjes in het productieproces, die je naar believen kon inroosteren. Maar hoe wij zelf ons vak wilden uitvoeren was ondergeschikt. Over medisch beleid hadden artsen het laatste woord. Over verpleegkundig beleid een manager. Dat frustreert."
Direct effect
Het is van enorm belang dat verpleegkundigen zelf meepraten op het hoogste niveau, vindt Ter Beest. "Veel besluiten hebben direct effect op ons werk." Zoals het beperken of helemaal niet meer toelaten van bezoek. "Als je bezoek niet toelaat, wordt het werk voor verpleegkundigen veel zwaarder. Mensen zijn natuurlijk heel verdrietig. Er is geen familie om ze te steunen en te troosten. Dat doet de verpleegkundige dan zo goed mogelijk. Een verpleegkundige denkt ook heel praktisch: hoe gaan we de was zonder bezoek regelen? Daar denkt een arts echt niet over na."
Door de inbreng van verpleegkundigen werden deze crisis ramen in de deuren van patiëntenkamers gemaakt. "Voorheen stonden de deuren altijd open en konden we makkelijk in het voorbijgaan een oogje in het zeil houden. Maar nu met corona moesten die deuren dicht. En dan moet je dus steeds totaal verkleed in beschermingsmateriaal naar binnen om heel even een blik te werpen op de patiënt. Dat was geen doen."
Ook kwamen er koelvesten voor oververhitte collega's, extra energierepen en soep en goede verzorging voor de drukplekken van de maskers in het gezicht.
Van Hunnik hamerde ondertussen in zijn ziekenhuis op de aanschaf van duurdere bloeddrukmeters die waarden van coronapatiënten automatisch toevoegen aan het elektronisch patiëntendossier. Dit scheelt weer omslachtige en tijdrovende verkleedpartijen enkel om waarden handmatig in de computer te voeren. "Ik hoor nu nog van collega's hoe blij ze hiermee zijn."