Het is een historisch moment, de toespraak die nu demissionair minister-president Mark Rutte in maart vorig jaar houdt in het Torentje. Hij richt zich nadrukkelijk tot de "ouderen en de mensen met een zwakke gezondheid".
"Ik realiseer me dat u grote zorgen hebt. En daarom wil ik u zeggen dat het onze absolute prioriteit is de risico's voor u zo klein mogelijk te maken." De ouderen en kwetsbaren beschermen, het is de basis van de corona-aanpak in Nederland.
Nieuwsuur onderzocht hoe de vaccinatiecampagne voor ouderen en kwetsbaren werd voorbereid en uitgevoerd. Hiervoor spraken we met tientallen betrokken en hadden we inzage in honderden documenten, waaronder interne verslagen van overleggen tussen het RIVM, het ministerie van Volksgezondheid en andere zorgpartijen. Onderstaande reconstructie is daarop gebaseerd.
Na de zomer komen de verlossende vaccins steeds dichterbij. Het kabinet meldt dat de vaccinatiestrategie in eerste instantie zal draaien om het beschermen van de ouderen en de meest kwetsbaren. Zij hebben prioriteit.
In december wordt duidelijk dat de vaccins van Pfizer als eerste èn in grote hoeveelheden worden geleverd. Maar ondanks deze optimistische berichten kampen het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid (VWS) met verschillende problemen binnen de vaccinatiestrategie.
Een belangrijk obstakel is dat het RIVM denkt dat de vaccins van Pfizer om logistieke redenen niet kunnen worden ingezet in zorginstellingen. De vaccins worden geleverd in grote dozen van bijna 1000 stuks, veel meer dan de gemiddelde zorginstelling nodig heeft.
De vaccins opnieuw verpakken in kleinere doosjes en naar de verpleeghuizen toe brengen is niet mogelijk, herhaalt het RIVM keer op keer. Hiervoor worden allerlei verschillende redenen genoemd. "Vanwege o.a. de benodigde koeling (-80 graden) en verpakking (te groot) en daarmee samenhangende risico op spillage, niet geschikt voor kleinschalige distributie", zo wordt tijdens een overleg op 2 december gezegd.
Een dag later zegt het RIVM: "Het is gebleken dat de Pfizer-vaccins per 1000 verpakt zijn en niet herpakt kunnen worden." Op 10 december lijkt vooral tijdsdruk het issue: "Op korte termijn is namelijk niet haalbaar de vaccins op een verantwoorde wijze te herpakken in kleinere verpakkingen."
VWS-minister Hugo de Jonge benadrukt ondertussen dat andere landen dezelfde keuzes maken. "Vanwege de kenmerken van de BioNTech/Pfizer-vaccins, zal de toediening van dit vaccin moeten plaatsvinden op meer centrale locaties. We zien dat de landen om ons heen dezelfde afwegingen maken", zo schrijft hij in een Kamerbrief op 8 december.
Dit is een logistiek probleem. Kunnen wij dat oplossen? Ja, dat kunnen wij.
Maar onder meer de Britse en Belgische autoriteiten beslissen begin december dat de vaccins van Pfizer wél opnieuw kunnen worden ingepakt in kleinere hoeveelheden, en naar verpleeghuizen worden gebracht. Zij voeren zelfs een zogenoemde dry run uit om de logistiek te oefenen, met positieve resultaten.
Oud-RIVM-directeur Roel Coutinho begrijpt deze aanpak. "Natuurlijk is dit een logistiek probleem. Dan moet je dat dus gaan oefenen. Dan moet je gaan praten met de vaccinproducent, en nadenken hoe je het oplost. Kunnen wij dat? Ja, dat kunnen wij."
De buitenlandse aanpak valt ook de farmaceutische groothandels in Nederland op. Zij kijken tandenknarsend naar de vermeende problemen met het Pfizer-vaccin.
Marktleider Brocacef verpakt dagelijks medicijnen opnieuw in kleinere hoeveelheden en levert aan ziekenhuizen, apotheken en zorginstellingen. "We brengen 700.000 doosjes aan medicijnen per dag rond in het hele land", vertelt directeur Peter de Jong. "En wij zijn niet de enigen, er zijn vier farmaceutische bedrijven in Nederland die allemaal kunnen ompakken en kleine verpakkingen kunnen leveren. Ook met dit vaccin hadden we dat prima kunnen doen."
Hij blijft niet op zijn handen zitten, maar neemt contact op met het RIVM. Kunnen ze misschien helpen? "We hebben het een aantal keer geprobeerd, we hebben ons gemeld via telefoon, via de mail. Maar we kregen ergens begin december een bericht of we wilden ophouden met onszelf aan te bieden."
Coutinho kijkt er met verbazing naar. "Als je besluit om geen andere organisaties in te schakelen, dan moet je ervan overtuigd zijn dat je het zelf goed kan. Als dat niet zo is, moet je ze inschakelen. Zo simpel is het."
Ondanks de ervaringen in het buitenland èn het aanbod van Brocacef om te helpen, houden RIVM en het ministerie van Volksgezondheid vast aan hun opvatting: Pfizer kan niet worden gebruikt voor de kwetsbare bewoners van zorginstellingen.
Een tweede probleem is de medische eindverantwoordelijkheid voor verschillende groepen bewoners van zorginstellingen. Een deel heeft een eigen huisarts, anderen vallen onder de medische dienst van de instelling. De twee groepen wonen gewoon dwars door elkaar heen in instellingen. De vraag is wie welke mensen moet vaccineren.
Begin december valt een besluit: de bewoners met een eigen huisarts worden door huisartsen geprikt. De medische dienst van de instelling zorgt voor de rest van de bewoners. Ook wordt ervoor gekozen dat het vaccin van Pfizer - vanwege het vermeende logistieke probleem - niet naar de kwetsbare bewoners zal gaan. De hele groep van ongeveer 230.000 mensen krijgt het vaccin van Moderna. Maar de verwachte levering van Moderna in de eerste maanden van 2021 is 400.000 stuks. Dit zal dus niet genoeg zijn om alle bewoners te voorzien van een eerste en tweede prik.
Uit de interne notulen blijkt dat het ministerie en het RIVM zich dit begin december al realiseren. "Moderna gaat niet genoeg zijn voor alle ouderen in verpleeghuizen. Dat geeft onduidelijkheid (...), een deel wel en een deel niet gevaccineerd. Is communicatief en politiek gezien niet goed uit te leggen."
Toch lijkt dit geen reden om de strategie te herzien. Dat verandert als er vlak voor de Kerstdagen een dringend advies van de Gezondheidsraad komt: het vaccin van Pfizer werkt zo goed dat het echt naar de ouderen moet. "Daarom adviseert de Raad zo veel mogelijk te reserveren voor deze groep en de vaccinatie te starten bij de oudsten."
Dat advies past niet bij de vaccinatiestrategie die de minister en het RIVM hebben bedacht. Op 30 december constateert het RIVM in een interne notitie dat "de voorbereidingen voor de vaccinatiecampagne niet geheel aansluiten op het advies van de Gezondheidsraad. Eerder werd namelijk besloten het Pfizer-BioNTech-vaccin niet in te zetten voor het vaccineren van cliënten van zorginstellingen, omdat het vaccin zich slecht leent voor kleinschalige inzet."
De logistieke bezwaren tegen het kleiner verpakken van de Pfizer-vaccins zijn opeens van tafel. "Logistiek dienstverlener Movianto gaat in opdracht van het RIVM Pfizer-BioNTech-vaccin ompakken van de geregistreerde verpakking van 975 doses naar kleinere verpakkingen." De vaccins kunnen tóch rechtstreeks aan de verpleeghuizen worden geleverd.
Maar dit goede nieuws geldt niet voor alle bewoners van instellingen. De mensen met een eigen huisarts moeten nog steeds door hun huisarts worden geprikt en voor hen blijft Moderna hét vaccin. Daarnaast vraagt de plotselinge verandering van strategie kostbare tijd. "Het RIVM verwacht dat er vier weken voorbereidingstijd nodig zijn voor er begonnen kan worden met vaccineren."
Ondertussen neemt de druk op de minister toe. Er is een kleine hoeveelheid vaccins, maar er wordt gedrongen voor de poort. Het ziekenhuispersoneel begint vlak voor de jaarwisseling een succesvolle lobby om sneller gevaccineerd te worden. Voorzitter van de Landelijke Huisartsenvereniging, Ella Kalsbeek, zoekt daarop meteen contact met het ministerie, want ook de huisartsen hadden een afspraak om voorrang te krijgen vanwege hun werk in de frontlinie.
"Ik vond dat wel lastig om te zien", zegt oud-RIVM-directeur Coutinho. "De artseneed zegt dat het belang van de patiënt voor gaat. Ik begrijp het wel, iedereen denkt aan zijn eigen belang. Maar ik vond het wel kwetsbaar, want elk vaccin dat je opeist gaat niet naar iemand anders."
Als beloftes waren nagekomen, had mijn vader nog geleefd.
De leveringen van Moderna vallen tegen in januari. Er zijn nog maar enkele tienduizenden doses binnen, terwijl ongeveer 80.000 kwetsbare bewoners wachten op een prik. Desondanks besluit het ministerie om ook de huisartsen een deel van dit schaarse vaccin te geven. Dat betekent dat er 14.000 minder prikken beschikbaar zijn voor de kwetsbare bewoners.
Dit zorgt voor hoofdbrekens bij de zorgorganisaties. Is er wel genoeg vaccin over? In de derde week van januari zegt het ministerie in een notitie van wel. "Leidt het vaccineren van de huisartsen met Moderna tot vertraging voor bewoners in instellingen? Het korte antwoord luidt: NEEN."
Maar in de weken daarna ontstaat een ander beeld. De mobiele teams van huisartsenposten (zogenoemde HAP's) die langs instellingen rijden om bewoners te prikken, schieten niet erg op. "Het traject met Moderna via HAP's loopt wat langzamer, omdat er een beperkte hoeveelheid vaccins is, waardoor er niet extra geprikt kan worden", wordt op 28 januari in een overleg gemeld.
Half februari meldt het RIVM in een nieuwsbericht: "Op 25 januari zijn de eerste HAP's gestart met de vaccinatie van deze doelgroep. Door schaarste van het Moderna-vaccin was het niet mogelijk alle HAP's tegelijk te laten starten." Op 18 februari wordt dit intern opnieuw geconstateerd. "Veel vragen en onbegrip van instellingen over wanneer ze aan de beurt zijn. Dit is lastig, maar er is gewoon niet voldoende voorraad Moderna om met alle instellingen eerder te starten."
Bij familieleden van kwetsbare ouderen lopen in februari en maart de frustraties op. Nieuwsuur besteedt op 11 maart aandacht aan de verschillen in vaccinatietempo. Na de uitzending melden verschillende nabestaanden van onlangs overleden - ongevaccineerde - ouderen zich bij Nieuwsuur. Ze zijn boos over de vertraging.
"Ik denk dat zijn dood vermijdbaar was", zegt Douwe van Engen over zijn vader, die moest wachten op een prik:
De groep kwetsbaren en ouderen die meteen met Pfizer geprikt kon worden, was half maart bijna volledig beschermd tegen corona. Naar verwachting is dit eind april het geval voor de bewoners die door de mobiele huisartsenteams worden gevaccineerd.