De schuldbelijdenis van de Protestantse Kerk (PKN) voor de opstelling in de oorlog, is in het verkeerde keelgat geschoten van verzetsmensen en hun nabestaanden. Zij zijn verbijsterd en verwachten een nuancering van de kerk.
De Protestantse Kerk sprak tijdens de jaarlijke herdenking van de Kristallnacht eerder deze maand een schuldbelijdenis uit over de rol van de kerk, vóór, tijdens en ná de oorlog. De kerk voelt zich mede schuldig aan de voedingsbodem"waarin het zaad van het antisemitisme en haat kon groeien".
Het hoofd van de Protestantse Kerk, scriba René Reuver: "Als kerkelijke instantie wilden wij wat zeggen tegen de Joodse gemeenschap. In onze goede relaties zat dat ons in de weg."
Joke Scheepstra en Jan Slomp, zijn beiden dominee. Hun vaders zaten in het verzet. De vader van Jan Slomp stond zelfs aan de basis van de grootste verzetsorganisatie in Nederland. Scheepstra en Slomp vinden de belijdenis te hard en zeer onjuist. "Dat dit gebeurt in mijn kerk."
Historici vinden dat de Protestantse Kerk in Nederland vergeleken met de Duitse kerk het niet slecht heeft gedaan. De schuldbelijdenis schetst echt een vertekend beeld, zegt ook hoogleraar geschiedenis George Harimck, gespecialiseerd in protestantse kerkgeschiedenis. "De algemene teneur is nu: de kerk was fout in de oorlog. De Duitse kerk was fout in de oolog. De Nederlandse niet. Achteraf kun je zeggen, ze hebben niet genoeg gedaan, maar de basishouding was goed."
Meevoelen
Ook bij de Joodse gemeenschap was er enige verbazing, al werd de verklaring van de schuldbelijdenis in samenspraak opgesteld. "Er is vanaf de kansel in de Protestantse Kerk opgeroepen om Joden te redden, en heel veel mensen hebben die oproep opgepakt en die hebben zich ingezet om de Jodenvervolging tegen te gaan", zegt Eddo Verdoner van het Centraal Joods Overleg. "Wij hebben ook gezegd, krijgt dat verzet wel een plek in die belijdenis?"
"Natuurlijk was er sprake van ongelooflijke persoonlijke moed van leden van onze kerken. Maar we kunnen niet zeggen dat de kerk goed was", zegt scriba De Reuver. Hij blijft bij de schuldbelijdenis, maar wil wel in gesprek met mensen van het verzet. "Vanuit een meevoelen van hun pijn. Maar dit was echt een woord wat gezegd moest worden."