Annephine van Uchelen & Dieuwke van Ooij
Annephine van Uchelen & Dieuwke van Ooij
Over de onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië is al veel geschreven, maar met zijn boek Revolusi komt de Vlaamse auteur David Van Reybrouck met een nieuw geopolitiek perspectief. "Deze strijd is meer dan alleen een conflict tussen kolonisator Nederland en het gekoloniseerde Indië, het is wereldgeschiedenis", zo vindt de schrijver.
Voor het boek, dat morgen verschijnt, sprak hij de afgelopen vijf jaar zo'n tweehonderd ooggetuigen van soms honderd jaar of ouder. Net op tijd, want sommigen leven inmiddels niet meer.
Van Reybrouck beschrijft in Revolusi de ruim driehonderd jaar dat Nederland heer en meester is in Indonesië. De nadruk ligt op de gewelddadige periode na 1945 waarin Nederland de kolonie met veel militair geweld probeert vast te houden.
'Dominosteentje' in de dekolonisatiegolf
"Bijna elk continent is wel aangeraakt geweest door wat er is gebeurd in die Indonesische onafhankelijkheidsstrijd", vertelt Van Reybrouck. "Indonesië is het eerste land na de Tweede Wereldoorlog dat zijn onafhankelijkheid uitroept. Het eerste dominosteentje dat valt in de golf aan dekolonisatie die we in de jaren daarna zullen zien."
De schrijver wilde het woord geven aan zoveel mogelijk verschillende getuigen van die dekolonisatie, ook buiten Indonesië. "Elk mensenleven weerspiegelt wel ergens het licht van de geschiedenis", zegt Van Reybrouck.
Een van de eerste getuigen die hij sprak was De Javaanse Siti Aishah, in een rusthuis in Jakarta. "Ze was oud en bedlegerig. Als veertienjarig meisje was ze met een klein rebellenleger van Java naar Borneo gegaan om deel te nemen aan de revolusi voor onafhankelijkheid. Op een bepaald moment, liggend op haar bed begon ze zelfs strijdliederen van toen te zingen."
Op Tinder op zoek naar opa's en oma's
Om wereldwijd sprekers te vinden vroeg de schrijver rond in rusthuizen en bij religieuze leiders. Maar zijn meest ingenieuze idee was een zoektocht via de dating-app Tinder. "Ik maakte een profiel aan in verschillende talen en swipete altijd naar rechts."
Lachend zegt hij: "Wie de profieltekst beter las, zag dan dat ik vooral geïnteresseerd was in hun oma of opa. Dat leidde soms tot verwarring, maar ook tot bijzondere contacten."
Op die manier vond hij oud-militairen in Japan, die nog hadden meegewerkt aan de Japanse bezetting van Indonesië tussen 1942 en 1945. Een periode die veel aandacht krijgt in zijn boek. "Het is een katalysator geweest voor de onderhuidse frustratie die in Indonesië lag te borrelen." Uit de interviews komt naar voren dat de Japanners de eerste periode van bezetting soms ook werden gezien als 'bevrijders', op weg naar onafhankelijkheid.
Excuses voor die tijd kunnen gepast zijn. Maar ze moeten niet alleen bedoeld zijn om het eigen schuldgevoel te ventileren.
Betrekkelijk weinig aandacht krijgen de Nederlandse trauma's in het boek, bijvoorbeeld de schrijnende situaties in de Jappenkampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De schrijver werpt tegen dat hij er minstens tien pagina's aan heeft gewijd. Bovendien wilde hij de focus verleggen.
"Van de honderdduizenden mensen in de kampen zijn er 13.000 gestorven. Dat is onnoemelijk veel. Maar van die 70 miljoen Indonesiërs buiten de kampen zijn er 4 miljoen omgekomen van de honger en dorst. Daar is bijna nooit over geschreven."
Van Reybrouck was onder de indruk van de Indonesiërs die hij sprak die getraumatiseerd waren door slachtingen die ze hadden gezien. "Sommigen hadden zelfs lijken moeten begraven. Ik vroeg aan hen: 'Wat zou u nu vandaag tegen Nederland willen zeggen'? Een man antwoordde: 'Ik wil eigenlijk niets meer zeggen, bewaar de vrede en maak geen oorlog.'"
'Excuses kunnen denigrerend zijn'
Het duurde lang voordat Nederlanders aanvaardden dat onze rol bepaald niet fraai was in Indonesië. Pas in 1969 deed oud-militair Joop Hueting voor het eerst een boekje open over de oorlogsmisdaden die Nederlandse militairen hadden begaan tijdens de 'politionele acties'.
De afgelopen jaren waren er verschillende rechtszaken rond schadevergoedingen aan nabestaanden. Er komt wetenschappelijk onderzoek en de koning bood dit jaar excuses aan "voor de geweldsontsporingen aan Nederlandse zijde".
Van Reybrouck: "Excuses kunnen gepast zijn maar we moeten oppassen dat het niet weer Europeanen zijn die gaan spreken, en Aziaten dwingen om naar ons te luisteren. Dan is het weer eenrichtingsverkeer. Laat het eindelijk eens tweerichtingsverkeer worden."
Excuses moeten niet alleen bedoeld zijn om het eigen schuldgevoel kwijt te kunnen, zegt Van Reybrouck: