Rioolwater wordt een nog betere graadmeter voor het vroegtijdig opsporen van corona-uitbraken. De rioolmetingen van het RIVM zijn vanaf deze week zodanig aangepast dat ze eerder en nauwkeuriger de virusdeeltjes kunnen opsporen. Vanaf morgen zijn de nieuwe meetmethodes op het coronadashboard van de Rijksoverheid te zien.
"We laten dan andere cijfers zien", zegt Ana Maria de Roda Husman die het rioolonderzoek bij het RVIM leidt. "Namelijk: hoeveel virus er in het riool zit, gerekend per 100.000 inwoners. Dan kunnen de rioolmetingen beter vergeleken worden met andere indicatoren op het dashboard. Zoals het aantal positief geteste mensen."
Het rekenen per 100.000 inwoners was tot nu toe niet mogelijk omdat uitsluitend de watermonsters van ruim driehonderd testlocaties werden geanalyseerd zonder dat bekend was van hoeveel huishoudens dat water was. "Door deze nieuwe toevoeging is het mogelijk veel gerichter te kijken waar nieuwe uitbraken ontstaan nog voordat mensen zelf door hebben dat ze ziek zijn. Dan kunnen we veel gerichter regionale maatregelen nemen."
De RIVM-onderzoeker vertelt dat het vanaf nu ook mogelijk is het aantal virusdeeltjes per milliliter afvalwater te meten, zonder dat de hoeveelheid regenwater daar invloed op heeft. Ook dat maakt dat de gegevens nauwkeuriger zijn.
Bovendien gaat het RIVM nog deze maand beginnen met twee keer per week monsters nemen. Nu is dat maar één keer per week. "Door vaker te meten is het mogelijk sneller in te spelen op regionale stijgingen." In de toekomst wil het RIVM nog vaker gaan meten "Drie, vier keer per week of zelfs dagelijks."
Begin september zagen we de waarden toenemen bij de rioolmetingen.
Het rioolwateronderzoek dat De Roda Husman met haar laboratorium bij het RIVM vanaf het begin van de coronacrisis doet, is uniek in de wereld. Het bleek al snel een goede graadmeter voor het opsporen van corona. Nog voordat mensen klachten ontwikkelen die bij corona horen, scheidt zo'n 40 procent van de besmette personen meer of minder virusdeeltjes uit in de ontlasting.
De RIVM-onderzoeker vertelt dat ze begin september de tweede golf zagen aankomen. "Toen namen de waarden bij de rioolmetingen toe." Nu geeft het rioolwater volgens haar een heel wisselend beeld. "Op sommige locaties stijgen de waarden nog steeds maar op andere locaties lijkt het juist af te nemen."
Vanaf augustus is in het aantal testlocaties uitgebreid naar zo'n 316 over het hele land verspreid. De uitslagen van de metingen zijn elke week terug te vinden op het dashboard.
De een poept vaker dan de ander
Bij het Elizabeth Tweestedenziekenhuis in Tilburg zijn ze vanaf het begin betrokken bij het rioolwateronderzoek van het RIVM. Microbioloog Jean Luc Murk en zijn team tappen direct naast het ziekenhuis rioolwater af. Daaraan is goed te zien dat het ziekenhuis vol ligt met coronapatiënten. Het is dan ook verplicht 1,5 meter afstand te houden tot het aftappunt omdat de virusdeeltjes vers uit het ziekenhuistoilet komen.
Murk hoopt met zijn onderzoek binnenkort te kunnen vaststellen hoeveel virusdeeltjes één corona-patiënt gemiddeld produceert. "Zo kunnen we straks niet alleen nog beter bepalen waar de besmettingen voorkomen maar ook om hoeveel personen het gaat."
Volgens Murk is het onderzoek "lastig omdat sommige mensen meerdere keren per dag naar het toilet gaan en dus meerdere keren per dag virusdeeltjes uitpoepen. Terwijl anderen dat nauwelijks doen. Bovendien zitten er veel bochten in het riool waar uitwerpselen achter kunnen blijven hangen, waardoor de uitslagen nog niet betrouwbaar zijn."