Aan het begin van de coronacrisis was het misschien nog wel aantrekkelijk om uit bed te rollen, de laptop open te klappen en college te volgen. Maar veel studenten zijn er inmiddels wel klaar mee, vertelt Lyle Muns, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond LSVB.
Na maanden van thuisonderwijs zijn studenten vandaag gaan protesteren op het Museumplein in Amsterdam. Ze willen vaker fysiek college krijgen en vinden dat universiteiten op zoek moeten naar creatieve alternatieven. "Nu wordt slechts een of twee op de vijf lessen fysiek gegeven", zegt Muns.
Studenten angstig, somber of eenzaam
Het is niet voor het eerst dat deze oproep klinkt. In april bleek uit een enquête dat ongeveer de helft van de studenten somber, eenzaam of angstig was. Een grote groep gaf toen aan dat het thuis studeren ze niet goed afgaat. De verenigingen voor universiteiten en hogescholen schatten in september dat 70 tot 90 procent van het hoger onderwijs digitaal wordt gegeven.
Lyle Muns hoorde zelfs van eerstejaars studenten die helemaal geen fysieke les krijgen. "Die mensen beginnen nu aan hun opleiding zonder dat ze hun medestudenten kennen", zegt de studentenvakbondsleider. "Samenkomen is essentieel voor onderwijs, zeker voor praktijkonderwijs. Voor wetenschappelijk onderwijs zijn werkgroepen erg belangrijk voor de vorming van studenten."
De meeste studenten snappen volgens Muns wel dat er beperkingen zijn. Maar binnen de maatregelen is het best mogelijk is om meer fysiek onderwijs te geven, stelt hij. "De besmettingen onder studenten zijn vooral in de thuissfeer, niet op scholen en universiteiten. Je moet studenten ook de ruimte geven om op een veilige en verantwoorde manier samen te komen, daarmee kan je het juist ook controleren."
Docenten en studenten missen het fysieke onderwijs geweldig.
Ook vanuit het onderwijsveld klinkt de roep om meer fysiek onderwijs te geven, zegt rector magnificus Han van Krieken van de Radboud Universiteit Nijmegen. "Docenten en studenten missen dat geweldig. We gaan ervan uit dat we ook de tweede helft van dit studiejaar nog in deze situatie zitten, dus we zijn aan het piekeren hoe we het online onderwijs kunnen verbeteren."
Daarvoor moet het aantal zalen uitgebreid worden, zegt Van Krieken. "We kijken overal. Maar niet alle zalen zijn geschikt, blijkt nu. In een bioscoop is het moeilijk om wakker en fris te blijven, kerken hebben een ongeschikte akoestiek", zegt hij. "We moeten bovendien zorgen dat we docenten ook niet te zwaar belasten."
Een hogeschool in Velp heeft een onorthodoxe oplossing gevonden. De studenten moeten wel warme kleren aan:
Grote reserves, maar budget is niet oneindig
De rector ziet dat de universiteiten flink moeten interen op het eigen vermogen als ze externe ruimte blijven huren. "Dat zal niet altijd door kunnen gaan. We hebben grote reserves, maar we gaan door het minimum zakken."
"Nijmegen heeft zich uitgesloofd om fysiek onderwijs mogelijk te maken", merkt Muns op. "Dat werpt zijn vruchten af en andere instellingen kunnen ervan leren. We kennen nog wel meer goede voorbeelden, maar het is nog niet overal voldoende. Daarom zijn we ook gaan demonstreren."
Bang voor overbelasting
Het is tijd voor verbetering, vindt Van Krieken. "Onze grootste zorg is de overbelasting van studenten en docenten. De studentenpsychologen hebben het heel erg druk. Eerst waren studenten bang om bepaalde dingen te missen, fear of missing out. Dat speelt nu niet meer, in plaats daarvan hebben ze last van angst, stress en depressieve gevoelens."
Na de zomer zijn die gevoelens bij studenten sterker teruggekomen, zegt Van Krieken. "We zien nog steeds dat een deel van de studenten het moeilijk heeft. Daarom hebben we ook extra studentenbegeleiders en psychologen ingezet."