Er wordt bewust gekozen om de coronatests in Nederland te verdelen over veel verschillende kleine laboratoria. Dat zegt minister Hugo de Jonge in een interview met Nieuwsuur. Critici zeggen dat deze manier van werken niet efficiënt is in een pandemie.
Het gebruik van de kleine laboratoria is volgens de minister nodig om de labs, die een belangrijke regionale functie hebben, te behouden. Ondertussen worden de grote laboratoria in Nederland niet volledig ingezet.
Gisteren bleek, na onderzoek van Nieuwsuur, dat de verdeling van de tests over de Nederlandse labs zo complex is dat het logistieke proces regelmatig vastloopt. Grote hoeveelheden tests moeten dan van het ene (kleine) lab naar het andere (kleine) lab worden verplaatst.
Dat gaat ten koste van de snelheid van het testen. Toch wil minister De Jonge aan dit systeem vasthouden.
Oude afspraken zitten testbeleid in de weg
De GGD'en en de regionale ziekenhuislabs werken altijd al nauw samen en hebben deze samenwerking vastgelegd in contracten over tests (zoals bijvoorbeeld soa-tests) die moeten worden gedaan. De verdeling van de coronatests loopt nu volgens diezelfde afspraken, waardoor vooral de kleinere ziekenhuislabs worden ingezet.
"Eigenlijk zouden de grotere laboratoria een groter deel van de markt moeten krijgen", zei zorgeconoom Xander Koolman daarover tegen Nieuwsuur. "Dat wordt nu voorkomen door dit verdeelsysteem." Hij noemt dat systeem onlogisch.
'Mooi en verfijnd systeem'
"Wat we in Nederland hebben is een mooi en verfijnd systeem van wat kleinere laboratoria, die in de regio, goed samenwerken met ziekenhuizen en GGD'en", zo zegt Hugo de Jonge in het interview. "Die willen we behouden want die hebben we ook na de crisis weer nodig. Wat we daarmee hebben gedaan is dat we zoveel als mogelijk van dat type laboratoria hebben aangeschakeld (om coronatests te doen, red.)."
"Maar wat we nu zien is dat er vooral heel veel hoogvolume laboratoria nodig hebben", zegt De Jonge. "Hoogvolume laboratoria zoals die bijvoorbeeld bestaan in Duitsland, die hebben we eigenlijk in Nederland nog niet."
De Jonge wil groter lab opzetten in Nederland
De Jonge wil ook in Nederland laboratoria realiseren die heel erg veel tests per dag kunnen uitvoeren. "Dat kost even tijd. Daarom hebben we in de tussentijd de afspraak gemaakt met een aantal grote Duitse laboratoria. Ondertussen zullen we ook dat type laboratoria tot stand moeten brengen."
Het grootste lab van Nederland, Sanquin, zei in de uitzending van Nieuwsuur nog meer te kunnen testen dan ze nu doen. Minister De Jonge zegt daarover: "Ze maken allemaal in Nederland gebruik van hetzelfde type machine, van hetzelfde type materialen waar wereldwijd een tekort aan is. Dus we moeten ook niet doen of dit een exclusief Nederlands probleem is. Diezelfde problemen spelen in andere landen en om die reden zeggen we ook: we zullen ook moeten uitwijken naar een ander type innovatieve testmethode."