Oek de Jong, Manon Uphoff, Saskia de Coster, Wessel te Gussinklo, Marijke Schermer en Sander Kollaard

Schrijven in coronatijd: dit zijn de genomineerden voor de Libris Literatuur Prijs

Het geduld van de zes Libris-genomineerden van 2020 is behoorlijk op de proef gesteld. Geen traditioneel galadiner in het Amstelhotel en nog steeds geen winnaar. De coronacrisis gooide roet in het eten. Anderhalve maand langer hebben de auteurs moeten wachten. Vanavond is het zo ver en maakt de jury de winnaar van de Libris Literatuur Prijs 2020 bekend in Nieuwsuur. Wat heeft de coronacrisis de genomineerde schrijvers gebracht?

"Schrijven in coronatijd vond ik verschrikkelijk, zenuwslopend en niet te doen", zegt de Vlaamse Saskia de Coster. "Het leek alsof er een soort deken over alles heen werd gelegd, een filter waardoor opeens de hele wereld werd bekeken maar waardoor ook veel ongezien bleef. Dat vond ik wel een groot risico. Voor ons als maatschappij en voor ons als mensen. Je fantasie bloeit er niet van open."

De zes genomineerden denken allen anders over het schrijven in coronatijd.

'Ik genoot van de stilte, van de streeploze lucht'

Je zou verwachten dat er geen beroepsgroep beter is voorbereid op quarantaine dan de schrijver, die immers altijd al geïsoleerd werkt. "Dat is inderdaad precies wat een schrijver met de verhalen in zijn boeken zoekt", vindt Marijke Schermer. "Het isolement en die afsluiting van personen, een situatie of een gezin."

Ook Manon Uphoff zag voordelen. "Ik genoot van de stilte, de streeploze luchten en dat je in die stilte jezelf weer eens kon horen denken. Bovendien was ik blij dat ik niemand meer drie zoenen hoefde te geven, iets wat ik vaak uit pure onhandigheid doe."

Voor Oek de Jong werkte het juist omgekeerd. Net als vele andere Amsterdammers kwam hij voor het eerst in contact met zijn buren. "Na al die jaren van elkaar groeten, hebben we nu ook echt kennisgemaakt en gesprekken gevoerd. Het massatoerisme was weg en er kwam een soort gemoedelijkheid terug."

Over een ding zijn de genomineerden voor de beste Nederlandstalige roman van het afgelopen jaar het eens: corona gaat voorlopig geen rol spelen in hun werk. "Absoluut niet nee", zegt Wessel te Gussinklo stellig. "Ik heb niets met actualiteit. Mijn boeken spelen zich af in de jaren zestig en zeventig, en mijn genomineerde boek De Hoogstapelaar zelfs in de jaren vijftig. Corona moest nog uitgevonden worden, toen had je de HongKonggriep, daar gingen er ook tachtigduizend aan dood.'

Wat Oek de Jong betreft is het ook nog te vroeg. "Om het als thema in een roman te kunnen gebruiken, moet je meer afstand hebben en kunnen overzien wat corona betekent en aangericht heeft. Daar is tijd voor nodig."

Coronaproof

Voor de in Zweden woonachtige Sander Kollaard is de situatie anders. "Als schrijver krijg ik steeds weer de vraag wat ik van de Zweedse corona-aanpak vindt. Dat weet ik niet. De meeste schrijvers weten over verreweg de meeste dingen helemaal niks, daarom schrijven ze van die dikke boeken."

Het is begrijpelijk dat na een nominatie van drie maanden de spanning hoog oploopt bij de zes schrijvers, voor wie nu een coronaproof bekendmaking op de televisie wacht. Kollaard spreekt waarschijnlijk voor hen allemaal als hij verzucht: "Ik zal blij zijn als dit wachten voorbij is."

De auteur van de bekroonde roman mag een bedrag van 50.000 euro tegemoetzien en een bronzen legpenning, ontworpen door Irma Boom. Alle zes genomineerden ontvingen reeds 2.500 euro elk. Naast Ionica Smeets bestaat de jury uit Dirk-Jan Arensman, Bo van Houwelingen, Christine Otten en Ronald Soetaert.

Vanavond in Nieuwsuur de bekendmaking, 21.30 op NPO2.

Nieuwsuur verrast schrijvers met nominatie Libris Literatuurprijs

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl