"Ik geloof in een sterke staat, dit land heeft een sterke staat nodig", zei premier Mark Rutte onlangs in een Kamerdebat. "Zo'n staat kan als schild voor de zwakken optreden, en in een pandemie besluitvaardig optreden."
Misschien een opmerkelijke uitspraak voor een VVD-premier, maar hij verwoordde wel hoe veel mensen de overheid deze dagen zien. Daadkrachtig, op de voorgrond en met de touwtjes stevig in handen.
Nadat de markt jarenlang domineerde, lijkt de staat helemaal terug. Overheden kopen massaal mondkapjes in en delen geld uit om ondernemers te redden en de economie overeind te houden. Maar is er ook na de coronacrisis een blijvend sterkere rol voor de staat weggelegd?
Overheid als oplossing of probleem
De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, altijd al kritisch over marktdenken, denkt van wel. "Men beseft nu dat de overheid essentieel is voor ons welzijn. De overheid beschermt ons. Dat kunnen we gewoon niet zelf", zegt hij in een interview met Nieuwsuur.
In zijn land is het sociale vangnet vergeleken met Nederland normaal gesproken klein. "De overheid is niet de oplossing voor ons probleem. De overheid is het probleem", is een bekende uitspraak van oud-president Ronald Reagan. Zeker bij Republikeinen is het streven naar een zo klein mogelijke overheid bijna een religie.
Maar toen de coronacrisis losbarstte, besloot de Amerikaanse overheid tot een economisch steunpakket van maar liefst 2000 miljard dollar. Het geld gaat onder meer naar directe steun aan burgers, werkloosheidsuitkeringen en leningen aan bedrijven die in de problemen raken door corona.
Stiglitz: "Ik hoop dat we nu gaan inzien hoe belangrijk collectief handelen en de overheid zijn."
De buitensporige focus op de markt heeft het vermogen van de overheid om op de crisis te reageren sterk ondermijnd.
Ook in Nederland steunt de overheid de economie met vele miljarden, maar die steun past bij wat Nederlanders verwachten van de overheid, zegt econoom Mathijs Bouman. "Wat de overheid nu doet is precies waar we de overheid voor hebben."
"Het zou heel vreemd zijn als de overheid had gezegd: 'Hallo, jullie wilden het zonder mij doen, nu is er een nationale ramp, de markt zou dit toch oplossen?' Dat was nooit de bedoeling, de overheid is er juist voor dit soort momenten."
'VS was niet goed in staat te reageren'
De crisis toont ook het belang aan van een sterke overheid buiten het terrein van sociale zaken, zegt Stiglitz. Zoals bij de productie van medische middelen. "De buitensporige focus op de markt heeft het vermogen van de overheid om op de crisis te reageren sterk ondermijnd. We hadden een nationale voorraad van maskers, beschermende spullen en beademingsapparaten. De president heeft die voorraad laten uitputten. Beademingsapparatuur werd niet onderhouden. Daardoor waren we niet in staat om goed te reageren."
Het falen van de overheid op dit gebied kan ook een tegenovergesteld effect hebben, zegt Bouman. "Misschien komt er juist een gevoel dat de overheid de crisis helemaal niet goed aanpakt en gaan we de volgende keer naar andere oplossingen op zoek."
Dat geldt volgens hem zeker ook voor Nederland. Hier is de waardering van de corona-aanpak hoog, maar het is nog lang niet gezegd dat het uiteindelijke oordeel positief zal zijn. "De overheid pakt nu haar positie terug in een noodsituatie en beslist veel meer over wat er gebeurt met de economie, met mondkapjes, met testen, met wel of niet groepsimmuniteit nastreven. Dat zijn allemaal besluiten die heus niet allemaal goed uitpakken."
Rem op globalisering
In tegenstelling tot Stiglitz verwacht Bouman dat de coronacrisis geen waterscheiding is in het denken over de rol van de staat. "Ik denk dat als de pandemie voorbij is en we opgelucht ademhalen, heel veel dingen weer terug naar de markt gaan."
Wel kan de crisis volgens hem leiden tot een rem op globalisering. "Er zal een aantal dingen zijn waarvan we zeggen 'dat kunnen we beter zelf doen', zoals vaccinproductie. En ook mondkapjesfabrieken komen heus wel in Europa te staan."