De kappers en de scholen gaan weer open en het openbaar vervoer en de terrasjes bereiden zich voor op de anderhalvemetersamenleving. Nederland kruipt langzaam uit de intelligente lockdown. Toch zijn er zo'n anderhalf miljoen mensen met een beperking die niet opgelucht en blij naar de persconferentie van gisteren keken. Voor hen zal de samenleving pas weer normaal worden als iedereen is gevaccineerd.
Jos Sprenkels bijvoorbeeld, hij heeft als blinde óók met de versoepelde maatregelen grote problemen om zijn normale leven weer op te pakken. Want niks is meer normaal. Reisde hij voor corona het hele land door met het openbaar vervoer, nu is dat vrijwel onmogelijk geworden, zelfs met zijn geleidehond. "Ik ben helemaal geïsoleerd. Mijn radius wordt een kilometer maximaal. Op pad gaan, vrijwilligerswerk, mantelzorg kan niet meer. Ik ben hulpbehoevend geworden terwijl ik dat niet was", zegt Sprenkels.
Hoe houd je anderhalve meter afstand in de bus als je niks ziet, hoe weet je in welke bus je stapt, als je niet meer voorin mag stappen bij de chauffeur? Jos Sprenkels verlaat zijn huis en laat zien tegen welke problemen hij aanloopt.
Rivka Smit heeft een spierziekte en is al haar leven lang van zorg afhankelijk. Zo'n twaalf mensen wisselen elkaar af om haar dag en nacht thuis te verzorgen. Dat kan nooit op anderhalve meter afstand maar dat risico neemt ze, hoewel ze qua corona ondanks haar jonge leeftijd een hoog risico loopt. Ze was de afgelopen maanden doodsbang om besmet te raken.
Dat wordt nu alleen maar erger. Ze gaat nog nauwelijks naar het strand, waar ze vlak naast woont, omdat het er meestal te vol is. Dat strand zal met de versoepelingen van de maatregelen alleen maar drukker worden. Ook kost het haar veel moeite dat ze niet meer met haar rolstoel in de bus naar haar werk kan. Terwijl haar collega's mogelijk binnenkort met anderhalve meter afstand weer naar kantoor kunnen, moet zij thuisblijven om geen risico te lopen.
En dat terwijl Smit lang geknokt heeft voor haar studie en een baan. "Het is een angstig idee dat mensen zoals ik hebben gevochten voor deelname aan de samenleving en dat we nu gedwongen zijn ons terug te trekken uit die samenleving."
Achter in de rij
Volgens Illya Soffer van de belangenorganisatie Iederin kijken mensen met een beperking al ruim een maand teleurgesteld naar de persconferenties over corona. Pas gisteren werden ze voor het eerst genoemd door minister Hugo de Jonge, zij het als een groep waar de rest van de samenleving rekening mee moet houden. Geen woord over hoe ook zij weer aan de samenleving kunnen gaan deelnemen.
"Corona maakt zichtbaar dat mensen met een beperking weer achter in de rij staan. Wij zijn bezorgd dat mensen met een beperking weer op achterstand komen te staan. Geef ze voorrang bij het ontwerpen van versoepeling, nodig ze uit om mee te denken", zegt Soffer.
Psychische schade
Pouwel van de Siepkamp spreekt voor de belangenorganisatie Kans Plus namens de mensen met een verstandelijke beperking. Ook daar doemen grote problemen op, zowel binnen als buiten de instellingen, als de anderhalvemetersamenleving de nieuwe norm is. Bezoekregelingen zijn afgeschaft, dagbestedingen komen te vervallen en zorgverleners hebben steeds meer moeite met het broodnodige fysieke contact met de verstandelijk beperkten.
"Er wordt vooral uit medisch perspectief gekeken naar risico's. Niet meegewogen wordt de psychische schade. Dat moet meer in balans komen en dan moet je ook meer risico durven nemen", aldus Van de Siepkamp.