De Vlaamse schrijver Hugo Camps komt niet meer buiten. Juist nu filosofeert hij over ouderdom en de dood. "Het enige dat ik nog verwacht is dat iemand iets van hoop uitspreekt. Dat we uit het circuit van dreiging, van straf treden. En dat we ons een beetje à l'improviste kunnen overgeven aan een sprankje hoop."
Volgens Camps hebben politici zich neergelegd bij het "vacuüm van het coronavirus". "Juist nu zouden ze troost moeten bieden. Als is het maar in kleine woorden. Maar Europa zwijgt en knort over de begroting en over een steunpakket. Hoe menselijk is dat Europa nog, als niemand het heeft over de eenzaamheid van de burgers. Over het verdriet, over de angst die er door de kieren van ramen en deuren bij de mensen naar binnen kruipt. Die stem kent Europa niet."
Mensheid opgedeeld in kwaliteit
De onzekerheid en de onbestemdheid, noemt Camps een bijkomende crisisfactor. "Die we eigenlijk nooit hebben gekend. Waarbij nog komt dat de hele crisis wordt uitgevent als een statistisch gegeven: 'zoveel doden vandaag, zoveel doden gisteren'."
Hij noemt het een totalitaire 'staatsgreep' van de virologen op de politiek. "Er is gebrek aan verbondenheid met de doden, met diegenen die er niet meer zijn. Je hoort dat ouderen geen IC-bedden moeten innemen, want jonge levens hebben meer kwaliteit. Is er één precedent in de geschiedenis, behalve tijdens oorlog, dat de mensheid werd opgedeeld in kwaliteit? Ik heb het nooit gekend."
Dichters houden de wacht
Nieuwsuur spreekt met de schrijver ook over de eenzaamheid van mensen die noodgedwongen binnen zitten, ook in België. "Het is een drukkende stilte. Het is opgelegde stilte, dat doet pijn", zegt Camps. "Communicatie is brood en wijn. Het is inherent vreemd aan de mens, want als je niet het recht hebt om iemand aan te raken, dan valt de helft van de communicatie weg. Wij zijn in onze natuur afgesneden van de aanrakingsmoraal. Dat is een soort van amputatie."
Het gebrek aan contact tussen mensen valt velen zwaar. Bijna de helft van de Belgen voelt zich eenzaam. Want juist nu moeten mensen die behoefte hebben aan verbondenheid zich isoleren. Twintig Vlaamse dichters willen eenzame mensen een beetje helpen als 'Dichters van Wacht'.
Mensen bellen een nummer en krijgen een dichter aan de lijn die met ze praat en een gedicht voordraagt. In dit geval het erotische gedicht: 'De eerste Jagers'.
'Dichters van Wacht', een initiatief van Stichting Verb(l)ind, is in België een groot succes. Soms gaat het per dichter wel om twintig tot dertig gesprekken op een avond. Het idee kwam van psycholoog Hein Huyghe: "Een dichter fluistert je woorden in. Dat kan je op andere plekken brengen en emoties losweken bij de bellers." Ook Nederlandse dichters willen het idee nu overnemen.
"Poëzie is iets verbindends", zegt dichteres Lotte Dodion. "In korte tijd mensen heel diep in hun gevoel krijgen en dan ontstaat er iets. Dan wordt er contact gemaakt. En dat mensen kunnen bellen en hun verhaal kunnen doen aan iemand die ze niet persoonlijk kennen, heeft een sterkte impact."
De dood als dagelijks menu
Voor Camps is het eenzame bestaan nog vol te houden omdat hij kan schrijven. "Gelukkig heb ik mijn werk. Ik kan ontsnappen aan mezelf, wat die oudere mensen in woonzorgcentra al helemaal niet kunnen."
Maar er gaat geen dag voorbij dat Camps niet denkt aan de dood. "De dood is geïntroduceerd als een dagelijks menu van het leven. Ik heb altijd geprobeerd om daar niet aan te denken, maar die weg te houden. Maar dat kan nu niet meer. Het maakt me bang. Het is bedroevend dat we in deze periode van de geschiedenis moeten vaststellen dat het leven van de één meer waard is dan dat van de ander."
"Ik weet ook wel met mijn gezond verstand dat ik het bed van een moeder van 23 met twee kinderen niet moet bezetten. Daar gaat het niet over. Maar het feit, de vanzelfsprekend, waarmee mensen opzij worden gezet, vind ik een gruwelijke ervaring."
Camps heeft zich voorgenomen, mocht hij ziek worden, dat hij niet beademd wil worden. "Ik wil ook niet stikken, dan moeten ze mij maar helpen. Het feit dat je daar zo mee bezig bent, is als een aanslag op het geluk van de laatste dagen, zal ik maar zeggen. Want het leven is juist een gevecht om de dood weg te houden, uit te bannen."