Terwijl iedereen in Nederland zoveel mogelijk thuis moet blijven om de verspreiding van het coronavirus een halt toe te roepen, is er ook een hele groep mensen die niet thuis kán blijven, simpelweg omdat deze mensen geen huis hebben. Daniël (37) is een van hen. Om economische redenen heeft hij sinds twee jaar geen dak meer boven zijn hoofd.
Ook in de daklozenopvang moet iedereen anderhalve meter afstand houden. Daardoor passen er minder bedden en dus minder mensen in de opvang. "Ik spreek voor een hoop anderen", zegt Daniël op een leeg Damrak in centrum Amsterdam. "In de opvang zeiden ze tegen me: dit is jullie laatste avond, morgen kunnen jullie hier niet meer terecht. Het is momenteel vol."
Isolatie in een tent
Anderen kiezen er zelf voor de daklozenopvang te verlaten. Renee (62), die 22 jaar dakloos is, zat een aantal weken in de winteropvang toen daar iemand ziek werd. "Ik dacht: wegwezen hier." Renee bivakkeert nu in zelfverkozen isolatie in een tentje aan de A10. Dat vindt hij veiliger dan in de opvang tussen de andere daklozen. "Dat was mijn angst. Hoe meer besmettingen in Europa en in Nederland, kreeg ik het idee: het loopt een keer fout hier."
Zijn daklozen een tikkende tijdbom? "Corona is tikkende tijdbom", vindt Daniël, maar daklozen vormen wel een risicogroep. "Je zou toch verwachten dat de meest kwetsbaren dan in het belang van de maatschappij als eerste worden opgevangen. Als dat niet gebeurt, dan is de meest kwetsbare groep automatisch een tikkende tijdbom, natuurlijk."
Slapen in een sporthal
In allerijl bouwt gemeente Amsterdam samen met hulporganisaties sporthallen om tot noodopvang. Ook in andere steden in Nederland gebeurt dit. Staatssecretaris Paul Blokhuis riep gemeenten vrijdag op om daklozen zoveel mogelijk van de straat te halen om het risico op verspreiding van het virus onder deze groep te verkleinen.
Met 6000 daklozen spant Amsterdam de kroon qua aantallen daklozen in Nederland. Illegalen, ongedocumenteerden, drugs- en alcoholverslaafden en economische daklozen: voor al die verschillende groepen moet de gemeente passende opvang vinden.
"Dit is wat het is: een veldbed, met een deken en een plek om te zitten", zegt de Amsterdamse wethouder Rutger Groot-Wassink in een sporthal in Amsterdam-West. Achter hem klappen medewerkers van hulporganisaties de veldbedden uit in een sporthal. 's Nachts kunnen daklozen hier terecht, maar overdag moeten ze naar buiten.
In de sporthal in Amsterdam-West kunnen honderd daklozen slapen. "Dat is niet genoeg", denkt de wethouder. "Ik denk dat we de komende tijd nog wel verder zullen moeten opschalen, maar ik ben blij dat dit op korte termijn lukt."
Opvang met parkzicht
Ondertussen staat het hotel van Peter Bishoff in het chique Amsterdam-Zuid bijna leeg door de opgedroogde toeristenstroom. Als de huidige situatie voortduurt en er niet snel toeristen komen, verwacht Bishoff het nog drie maanden vol te houden.
Normaal vraagt hij zo'n 200 euro per nacht voor een kamer in zijn hotel naast het Vondelpark. Maar voor 29 euro per nacht wil Bishoff zijn kamers nu aanbieden aan daklozen. "Ik hoop dat we daarmee zowel onszelf als de dakloze uit de penarie kunnen helpen." Van de gemeente heeft hij nog niks gehoord.
"Voor ons is het nu even puzzelen. Omdat we misschien hotelkamers later nodig hebben als de druk op ziekenhuizen dusdanig wordt dat we daar mensen moeten opvangen", zegt wethouder Groot-Wassink. "Maar laat mensen zich vooral melden, want voor ons helpt alles."
Ook in Den Haag heeft Bishoff een hotel en daar heeft hij al wel gehoor gekregen van de gemeente. Dinsdag gaan de deuren van zijn hotel in Scheveningen open voor de eerste veertig daklozen.