Oproerpolitie trad op tegen de protesterende asielzoekers

'De woede op Lesbos zit hoog, er is iets geknapt'

  • Saskia Dekkers

    correspondent Europa

  • Saskia Dekkers

    correspondent Europa

"Weg jullie. We praten niet met journalisten." Een groep Griekse mannen staat intimiderend om ons heen. Onze tolk waarschuwt: "Dit is serieus." We zijn in het dorp Moria op het Griekse eiland Lesbos en ondanks de ijskoude wind heeft zich op het plein een groep mensen verzameld. Twee politieauto's staan op een afstand. De woede zit hoog.

De dorpsbewoners willen dat alle asielzoekers in het kamp Moria naar het vasteland worden overgebracht. Pas als we hun bezweren dat we ze niet voor racisten uitmaken, willen mensen met ons praten.

Geknapt

"We zijn bang en voelen ons onveilig en boos", verzucht de oude voorzitter van de dorpsraad, Giannis Mastrogiannis. "Veel van onze bezittingen zijn vernield. Wat op de velden stond, is kapot of gestolen. Daar leefden we van."

Een boer, die we boven de zeventig schatten, haalt een antieke Nokia tevoorschijn. We zien een vage foto van afgehakt hout. Vijfenveertig van zijn kostbare olijfbomen, al een eeuw in de familie, zijn voor brandhout gebruikt. Dit zijn mensen die de Syriërs en Afghanen altijd met open armen hebben ontvangen. Maar er is iets geknapt. Al jaren zien ze boten met migranten aankomen op hun eiland.

Wie is verantwoordelijk en hoe lossen Griekenland en de EU de schrijnende toestanden op Lesbos op?

Toestemming om in het kamp te filmen kregen we nooit, ook niet de andere keren dat we hier waren. Maar we hebben geen papieren met stempels meer nodig. Alle heuvels rond het officiële kamp staan vol tenten. Er is geen beveiliging te bekennen en we klimmen ongestoord via steile, uitgesleten paadjes naar de 'jungle'.

Het is die ochtend drie graden, de zon schijnt en er waait weer een ijzige wind. Die zon komt goed uit, want het heeft de afgelopen dagen onafgebroken geregend. Kleren kunnen drogen, vuurtjes branden voor de eerste thee. Overal hangt rook. Mensen schuifelen voorzichtig naar boven en beneden, veel kinderen ook. Overal ligt afval, gebruikte luiers, poep, vuilniszakken, een schoen.

Ruzies en huilende kinderen

In 2015 werd het registratiecentrum Moria op Lesbos gebouwd voor 3000 mensen. Nu wonen er 20.000. Rond het oorspronkelijke kamp met de wooncontainers en voorzieningen zijn op de heuvels dus 'wilde kampen' met tentjes ontstaan. Iedereen woont boven op elkaar. Je hoort ruzies, huilende kinderen en getimmer.

Nieuwkomers moeten zelf een slaapplaats regelen. In het kamp staat Adonis, een oude Griek met een gebutste jeep. Hij verkoopt houten pallets voor drie euro per stuk, die worden gebruikt om tentjes te versterken. Overal wordt druk gebouwd.

"Zeventien bootjes met 620 mensen aan boord, de afgelopen twee dagen", zegt het havenrapport dat de aankomsten op de eilanden bijhoudt. Zelfs in de winter, met een woelige zee, komen er elke week mensen uit Turkije aan.

We staan machteloos. Mensen kunnen dit niet meer aan.

Giannis Mastrogiannis, voorzitter dorpsraad Moria

Het is geen toeval dat mensen hun asielprocedure op de eilanden moeten afwachten. Er is de Europese Unie veel aan gelegen dat ze niet doorreizen naar Noord- en West-Europa. In 2016 sloot de EU daarom een akkoord met Turkije. Afgesproken werd dat Turkije meer mensen zou opvangen en de grenzen beter zou bewaken.

Migranten die de Griekse eilanden toch bereiken, moeten daar hun asielprocedure afwachten. "Hier moet je geduld hebben. Maar ik wil verder met mijn leven", vertelt een oud-presentator van een Afghaans televisiestation. Hij sjouwt met flessen water. Een paar tenten verder zit een modeontwerper uit Idlib met zijn bejaarde moeder. Hun eerste intakegesprek staat gepland voor eind 2021.

Hij is geen uitzondering. Afspraken voor 2021 en 2022 zijn heel normaal. Geen wonder dat de kampen overvol zijn en de omstandigheden mensonterend. De 'wilde kampen' hebben geen water en geen verlichting of stroom. 's Nachts is het pikdonker. En er is geen beveiliging. Hier geldt het recht van de sterkste.

Dronken, losgeslagen jongeren

Het valt op dat om elke tent een in elkaar geflanst hek staat met stukken prikkeldraad. "Het is zo gevaarlijk", vertelt de Afghaanse Mahmoud. "Elke nacht lopen hier dronken, losgeslagen jongeren. Ze snijden je tent al open voor een paar flessen water." Zodra het schemert, houdt hij met zijn broer de wacht. Elke drie uur wisselen ze. "We zijn bang voor mijn zus en mijn moeder."

Ook de 25-jarige Afghaanse Nasrin wordt bewaakt door haar vader en broers. "De toiletten zijn 500 meter lopen dwars door de 'jungle'. In het donker moeten mijn vader en oom mee, anders is het te gevaarlijk." Ze vertelt over Afghaanse bendes en steekpartijen. De dokterspost in het kamp bevestigt dat er elke nacht slachtoffers met steekwonden worden binnen gebracht en dat vrouwen niet veilig zijn.

Dit is geen leven, zonder stromend water, zonder stroom en zonder slaapplaatsen. Waar is de Europese Unie?

Nasrin, Afgaanse vluchteling

In het dorp is er naast woede ook begrip voor de gevluchte families en kinderen. "Maar we staan machteloos. Mensen kunnen dit niet meer aan", zegt de voorzitter van de dorpsraad. "We zijn ons gewone leven kwijtgeraakt. Na het werk gingen we koffie of een glas ouzo drinken. Maar nu moeten we naar huis om onze spullen te beschermen." Hij waarschuwt: "Je hoeft er maar een vlammetje bij te houden en we krijgen een explosie."

De Afghaanse Nasrin voelt de woede van de mensen. "Grieken denken dat we het leuk vinden om bomen om te hakken, maar ze vergissen zich. Ik wil ze mijn verontschuldigingen aanbieden, maar het is de enige manier om het een beetje warm te krijgen." Een Syrische man vraagt zich af: "Waarom zitten we in een kamp als dit? Dit is geen leven, zonder stromend water, zonder stroom en zonder slaapplaatsen. Waar is de Europese Unie?"

De Afghaanse televisiepresentator zet zijn flessen even neer en zucht. "De Europese landen hebben er weinig belang bij dat het hier verbetert." Hij wijst naar wapperende tentdoeken en de luiers op de grond. "Volgens mij zijn jullie in Europa bang dat er nog meer mensen komen." Hij beseft dat de kans miniem is dat een Europees land hem opneemt. Zelfs niet na jaren wachten in deze misère, mét een vluchtelingenstatus.

'Het zijn er te veel'

Een dag later heeft een groep dorpsbewoners het heft in handen genomen: een burgerwacht bewaakt voortaan de toegangswegen van het dorp. Stelios Alexandris, een stoere man van in de veertig, heeft de leiding. "We willen niet dat ze nog langer door het dorp lopen, want het zijn er te veel. Wij voelen ons er niet prettig bij."

We zien hoe een groep mannen een Afghaan met een kinderwagen tegenhoudt. Het karretje is volgestouwd met takken. De man gehoorzaamt gedwee en maakt rechtsomkeert.

De vraag is hoe het verder moet op een eiland waar de Europese Unie zo ver weg lijkt, en waar zo veel mensen zich onveilig voelen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl