De vier grote steden kunnen de daklozenproblematiek niet meer aan. Dat schrijven de wethouders van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht vanavond in een brandbrief aan vijf bewindslieden en de Tweede Kamer.
Het aantal daklozen stijgt nog steeds en als het Rijk zijn verantwoordelijkheid niet neemt, zal dit aantal de komende jaren blijven stijgen, aldus de wethouders. De vier steden willen extra geld en een versoepeling van een aantal belemmerende regels.
Explosieve stijging
Het CBS schatte eerder dit jaar dat zeker veertigduizend mensen in Nederland dakloos zijn. Dat is een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden. Bijna vijftienduizend daklozen, 37,5 procent van het totaal, verblijven in één van de vier grote steden. En dat is duidelijk merkbaar.
Volgens de vier wethouders is de wachttijd voor onderdak en hulpverlening in het afgelopen jaar "explosief" gestegen en zitten opvangvoorzieningen "overvol".
Als oorzaken voor het groeiende aantal daklozen noemen de wethouders de stijging van het aantal zogenoemde zelfredzame daklozen. Dit zijn mensen die in principe wel voor zichzelf kunnen zorgen, maar na een scheiding, het verlies van een baan of door schulden dakloos zijn geraakt. Door de krappe woningmarkt kunnen zij geen huis vinden.
Ook is het aantal plaatsen in ggz-instellingen en in de verslavingszorg afgenomen. Omdat ook voor deze mensen geen woningen beschikbaar zijn en de wachtlijsten lang, komen zij op straat te staan. De wethouders schrijven dat het systeem "op slot zit".
In de brief, gericht aan premier Mark Rutte, minister van Binnenlandse zaken Kajsa Ollongren, minister van Financiën Wobke Hoekstra en de staatssecretarissen Tamara van Ark en Paul Blokhuis, pleiten de vier wethouders voor een landelijke aanpak. Dat betekent volgens de steden meer woningen en meer geld voor gemeenten om kwetsbare daklozen passende ondersteuning te bieden.
Maar de wethouders willen ook de druk van de vier grote steden verlichten. Zo zien ze veel instroom van daklozen vanuit andere gemeenten en willen ze dat de laatste woongemeente van de dakloze zijn verantwoordelijkheid neemt.
Verder pleiten ze voor het aanpassen of afschaffen van een belemmerende regel als de kostendelersnorm. Die houdt in dat een bijstandsuitkering wordt aangepast aan het aantal volwassenen dat een woning deelt: hoe meer volwassen personen in een huis wonen, hoe lager de uitkering.
Volgens hulpverleners is deze wet de oorzaak van de enorme stijging van dakloosheid onder jongeren. Het aantal dakloze jongeren is zelfs verdrievoudigd ten opzichte van tien jaar geleden. Ongeveer een derde van de daklozen in Nederland is tussen de 18 en 30 jaar.
Schril contrast
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten sluit zich aan bij de noodkreet van de grote steden, en schrijft vanavond in een brief aan het kabinet: "Er is nu actie nodig want deze ontwikkelingen staan in schril contrast met de continue boodschap van het kabinet dat het goed gaat met de economie en dat iedere Nederlander hiervan profiteert."
Het Leger des Heils pleitte deze week als eerste voor meer zorg en begeleiding aan kwetsbare mensen. Het Leger hoopt dat het ministerie van Volksgezondheid en Welzijn meer geld vrijmaakt en heeft ook een brief gestuurd aan de Tweede Kamer.
Nederland telde vorig jaar dus zo'n veertigduizend mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Toen die cijfers deze zomer bekend werden gemaakt, schrok het kabinet zich rot.