Gisteren gingen wereldwijd nog honderdduizenden jongeren de straat op om hun zorgen te uiten over klimaat. Vanaf vandaag bespreken meer dan zestig wereldleiders mogelijke maatregelen op een speciale klimaattop van de VN in New York. Waaronder het invoeren van een prijs op de uitstoot van broeikasgassen.
Tegenstanders - vooral uit de industrie - vrezen dat zo'n CO2-prijs leidt tot oneerlijke concurrentie. "Totaal onnodig", zegt Feike Sijbesma, bestuursvoorzitter van chemie- en biotechnologiebedrijf DSM. Hij hoopt in New York zijn collega-CEO's te overtuigen met een nieuw rapport over vermeende concurrentienadelen.
Koers
Sijbesma is mede-voorzitter van de Carbon Pricing Leadership Coalition, onderdeel van de Wereldbank. Hij spreekt daarom ook namens die commissie, DSM en zichzelf, maar niet namens de Nederlandse industrie.
"We liggen niet op koers, niet op koers van de afspraken in Parijs. Een CO2-prijs brengt ons op koers. Iedereen vindt dat we iets moeten doen, bijna iedereen. Maar op een verstandige manier. Dat betekent dat we de private sector erbij moeten betrekken."
Hoe zit het ook al weer met CO2-beprijzing?
Een veel gebruikt argument van tegenstanders is hun concurrentiepositie. Bedrijfstakken, zoals de olie-industrie, kunstmestbedrijven en de staalindustrie stoten veel CO2 uit en zouden dus fors moeten betalen. Zo zegt TATA Steel in IJmuiden een faillissement te vrezen bij de invoering van een hoge CO2-heffing.
Sijbesma: "Cement en staal zijn twee industrieën die mondiaal concurreren, die kunnen er last van hebben. Maar de meeste bedrijven werken regionaal. Voor gevoelige bedrijven kunnen we uitzonderingen maken, bijvoorbeeld voor cement en staal. Maar iedereen zet al een prijs op CO2, in steeds meer delen van de wereld. Als iedereen het doet, is er geen sprake meer van concurrentie-gevoeligheid."
Volgens voorstanders van een prijs op CO2 - het voornaamste broeikasgas dat ervoor zorgt dat de aarde opwarmt en het klimaat verandert - is het dé manier om de uitstoot te verminderen: laat de vervuiler betalen. Tientallen landen in de wereld overwegen of hebben inderdaad al een vorm van CO2-beprijzing, zo'n twintig procent van alle uitstoot in de wereld wordt inmiddels beprijsd.
Stok achter de deur
In Europa is er het Emissions Trading System (ETS). Grote bedrijven kopen rechten om te mogen uitstoten. Het totaal aantal rechten wordt steeds kleiner, waardoor de uitstoot afneemt. In Nederland is lang gepraat over het invoeren van een eigen nationale CO2-heffing, dus bovenop ETS. In het klimaatakkoord is afgesproken dat die heffing er in 2021 komt.
"Het ETS-systeem is goed, maar werkte niet de afgelopen jaren", zegt Sijbesma. "Maar de prijs loopt nu op en stijgt verder. Dus het systeem werkt voor CO2-beprijzing. Daar moeten we niet weer een ander, nieuw systeem bovenop zetten."
De DSM-baas wil daarom liever het Europese systeem verbeteren en gaat er in New York ook met premier Mark Rutte over praten. "Ik ga zeker met hem praten en ik denk dat hij gevoelig is voor mijn argumenten."